Programma van 3 tot 9 apr. 1936



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#1007

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma


Off­set. Fr DE SM ET. rue des­Waf­fons I4--16. An­vers Tef: 2Ö0.O5


Een SPE­CI­A­LIST

sinds 1907

VOOR: On­der­ne­ming On­der­koud Her­stel­ling V er­meu­wing

VAN

DAKEN

TO­RENS, N SCHA­LIËN

I Fr. Dol­feyn

ANT­WERP­SCHE TEL.993.27 „Tm_ „ „ STEEN­WEG, 274 —OUDE - GOD

ATE­jyRS DE CON­STRUC­TI­ONS

ME­TAL­LI­QUES

LE, CHAS­SIS ME­TAL­LI­OUE

FERÀL

ME­tUWS

-An­vers

Quec/e/a Qonfi/ufi­orj

PRO­GRAM­ME 18 Si’ïbLWl­JlEK

A PAR­TIR DU VEN­D­RE­DI 3 AVRIL VANAF VRIJ­DAG 3 A PRIL

1936

I. Eclair Jour­nal. 1. Eclair-Nieuws­be­rich­ten.

Ac­tu­a­lités so­no­res. Ak­tu­a­li­tei­ten op den klank­film.

2. Vingt ans de Cinéma. 2. Twin­tig jaar Kin­c­ma.

Film rétro­spec­tif. Re­tro­spec­tie­ve film.

et son Or­ches­tre. en zijn Or­kest.

1. Hun­ga­ri­an Moon (Ch. Bemon). 4. South Ame­ri­can Yoc (S. Cous­cu).

2. Iris (Harry Revel). (Rumba.)

(Syn­ko­pa­ted Walz.) 5. Il pleut sur la Route (H. Him­mel).

3. Chant Indou (R. Korsa­kof). 6. Bo­le­ro (M. Ravel).

4 TU­RAN­DOT

Prin­ces­se de Chine. Chi­nee­se­he Prin­ses.

Dra­ma­tis per­so­nae:

Kala] PIER­RE BLAN­CHAR

Lu­ran­dot KATE DE N AG Y

Hip­po­ly­te DALIO

Mi­an-Li MC­NET­TE DINAY

L’Em­pe­reur SI NOËL

L’Impéra­tri­ce MARFA DHER­VIL­LY

Le Prin­ce de Sa­mar­can­de JOSÉ NOGUÉRO'

Le frui­tier RQG­NO­NI

Le Grand Juge ANDRÉ BER­LEY

I Max BOL­SI­US

Les plus bel­les VOI­TU­RES d’En­fants

Cour­te RUE PORTE AUX VA­CHES U STYLE ELE­GAN­CE - CON­FORT - SOU­PLES­SE


TU­RAN­DOT, PRIN­CES­SE DE CHINE

Il y a des années et des années de cela, vi­vait en Chine, dans le pa­lais de l’Em­pe­reur, une prin­ces­se dont la beauté était re­nommée dans tout le céleste Em­pi­re: la prin­ces­se Tu­ran­dot.

Mais la pe­ti­te prin­ces­se était opposée au ma­ria­ge jusqu’au jour où vint celui qui de­vait vain­cre tou­tes ses résis­tan­ces. Ce n’était pas un prin­ce que le sort avait chassé de ses Etats mais, plus mo­deste­ment un mar­chand d’oi­se­aux que son goût des ave­n­tu­res avait conduit jusqu’en Chine. Kalef, c’était son nom, avait en­tre­pris ce long voy­a­ge en com­pag­nie de son fidèle ser­vi­teur Thi­baud, pour présen­ter à l’Em­pe­reur de Chine, connu pour son grand amour des oi­se­aux, un ros­sig­nol mer­veil­leux dont il espérait bien tirer un grand prix.

Les ave­n­tu­res amou­reu­ses et les in­tri­gues de pa­lais se succèdent au­tour des deux jeu­nes gens, au mi­li­eu d’un véri­ta­ble décor de mille et une nuits d’Extrême-

Orient: clair de lune sur des jardins de rêve, nu­a­ges sur des prai­ries en fleurs, tours de por­ce­lai­ne aux mille clo­chet­tes ar­gen­ti­nes!

Les gongs réson­nent lon­gue­ment et les cortèges somp­tu­eux se succèdent parmi les fêtes de la Cour de Chine au luxe pres­ti­gi­eux; les dan­seu­ses sacrées on­du­lent au ryth­me d’une mu­si­que lan­guis­san­te et nos­tal­gi­que qui ac­com­pag­ne le Prin­ce de Sa­mar­can­de, préten­dant mal­heu­reux à la main de la prin­ces­se.

Dans le parc impérial aux méandres ca­pri­ci­eux, aux ponts mi­ni­a­tu­res en­jam­bants des ruis­se­aux li­li­pu­tiens, jar­di­niers et pêcheurs, pein­tres et poètes at­tachés à la Cour, chan­tent la beauté de la prin­ces­se Tu­ran­dot.

Voici en­co­re l’oi­se­au qui ne chan­te que lorsque deux amou­reux s em­bras­sent et la lan­ter­ne qui s’étein­d­ra pour ser­vir la cause des amours de Kalef, le mar­chand d'oi­se­aux et de la Prin­ces­se Tu­ran­dot.

ÉCO­NO­MIE,

Hygiène, Con­fort,

avec les

jpATF.​URS“inf)U» CHAU­DIÈRES 11/LrlL

pour

CHAUF­FA­GE CEN­TRAL

par Eau chau­de ou par Va­peur.

De­mandt.7. la BrooùJTO spéolale envoyé fran­co sur de­man­de.

Chauf­fa­ge cen­trai

Dis­tri­bu­ti­on d'eau chau­de

In­stal­la­ti­ons

sa­ni­tai­res

Chau­dière ‘ Idéal Clas­sic ”

Louis VER­AN­NEMÂN

43, Rue du Pa­vil­lon

AN­VERS

™ 557.46

BE­SPA­RING, GE­ZOND­HEID en BE­HAAG­LIJK­HEID

zijn U ver­ze­ker

door de »

Cen­tra­le Ver­war­ming

Ra­di­a­to­ren en Ketel

“IDEAL s

CLAS­SIC „ M "“'h LWJ

fe­f­eirl jgg t

Vraagt het uit­leg­boek­je, dat U ko*teloo» zal toe­ge­zon­den wor­den, aan Pl

Louis VER­AN­NE­MAN

43, Vlag­straat, Ant­wer­pen

TE­LE­FOON 557.45


Guin­ness

vous fera du bien

TU­RAN­DO, CHI­NEE­SCHE PRIN­SES

Vele jaren ge­le­den leef­de er in China, in het pa­leis des Kei­zers, eene jonge prin­ses wier schoon­heid het gan­sche He­mel-sche Rijk door ge­kend was: prin­ses Tu-randot.

Maar het prin­ses­je wilde niet trou­wen tot den dag dat Hij ver­scheen die al hare te­gen­wer­pin­gen moest over­win­nen. Het was geen prins door het nood­lot uit zijn land ge­jaagd, maar een een­vou­dig vo­gel-koop­man, wiens lust tot avon­tu­ren hem tot in China ge­bracht had. Kalef, dit was zijn naam, had de lange reis on­der­no­men met zij­nen trou­wen die­naar Thi­baud, om den Kei­zer van China, ge­kend om zijne eroote vo­gel­lief­de, een won­der­ba­ren nach­te­gaal aan te bie­den met de hoop hier­voor een goe­den prijs te ont­van­gen.

De lief­des­toonee­len en de kui­pe­rij­en van het pa­leis vol­gen el­kaar op rond beide jonge lie­den, te­mid­den eener ver­sie­ring uit dui­zend en een nacht in het Verre

Ob­sten: ma­ne­schijn in droom­tui­nen, wol­ken op wei­den vol bloe­men, por­se­lei­nen to­rens met dui­zen­den zil­ve­ren klok­jes.

De gongs weer­klin­ken lang en pracht­vol­le stoe­ten vol­gen el­kaar op te­mid­den der fees­ten aan het Chi­nee­sche Hof met zijne toover­ach­ti­ge weel­de; hei­li­ge dan­se­res­sen gol­ven op den rythmus eener smach­ten­de heim­wee­vol­le mu­ziek welke brins de Sa­mar­can­de, on­ge­luk­ki­ge aan­bid­der der prin­ses, ver­ge­zelt.

In het Kei­zer­lijk park met zijne gril­li­ge kron­ke­lin­gen, zijne mi­ni­a­tuur-brug­jes over dwerg­beek­jes aan­ge­legd, ho­ve­niers en vis­schers, schil­ders en dich­ters aan het Hof ge­hecht allen be­zin­gen de schoon­heid van prin­ses Tu­ran­dot.

Zie­hier de vogel welke enkel zingt wan­neer twee ver­lief­den el­kaar om­hel­zen, de lan­ta­ren welke uit­dooft om de lief­de te die­nen van Kalef, de vo­gel­koop­man, met Prin­ses Tu­ran­dot.


DRIE DAGEN TU­RAN­DOT

In het oude sprook­je van de schoo­ne prin­ses Tu­ran­dot, moe­ten de aan­bid­ders drie raad­sels op­los­sen. Wien dit niet lukt, moet ster­ven, en wie de op­los­sing vindt, krijgt, be­hal­ve de schoo­ne Tu­ran­dot, het kei­zer­rijk China. Het is dus noodig het leven te wagen, den groot­sten inzet in eep spel om geluk of dood.

Zoo zijn dan ook de mees­te raad­sels en pro­ble­men in de Tu­ran­dot-le­gen­de zeer duis­ter en moei­lijk op te los­sen.

Hef, was een aan­lok­ke­lij­ke taak voor de be­wer­kers dezer le­gen­de, om steeds weer nieu­we, aan­trek­ke­lij­ke raad­sels te vin­den. De be­kend­ste er van zijn die in de be­wer­kin­gen van Gozzi en Schil­ler. Gozzi laat Tu­ran­dot in het eer­ste raad­sel aan prins Kalaf vra­gen, wie de vriend van ie­der­een is en toch ook on­be­reik­baar voor ie­der­een, wie alles ziet en door ie­der­een ge­zien wordt, wie bij ie­der­een ver­trouwd is en toch on­ver­ge­lij­ke­lijk voor allen. Het is tie zon. De oer­ou­de boom uit de twee­de vraag, waar­aan de dagen der men­schen bloei­en en ver­wel­ken, is het jaar. Het derde raad­sel gaat over een vier­voe­tig, ge­vleu­geld dier, goed voor zijn vrien­den, doch vree­se­lijk ja­gend voor zijn vij­an­den, het dier, dat met zijn klau­wen een mach­tig rijk aan de kust omvat. Dit dier is de leeuw van San Marco, het ge­vleu­gel­de zin­ne­beeld van den zee­vaar-ders-staat der mid­del­eeu­wen, de stad Ve­ne­tië.

Schil­ler neemt van Gozzi al­leen maar het twee­de raad­sel over, dus dat over het jaar. Hij geeft het in de op­vat­ting van zijn eer­ste op­voe­ring van « Tu­ran­dot », en in een vorm, die van­zelf­spre­kend uit­munt door wel­lui­dend­heid van taal en klas­sie­ke schoon­heid. Het­zelf­de geldt ook voor de drie an­de­re raad­sels van de eer­ste op­voe­ring, die even­eens in een ver­he­ven trant zijn ge­hou­den. Zeer be­koor­lijk is de twee­de vraag ge­hou­den, de vraag naar het beeld dat rust op een zach-ten grond, dat zelf licht en glans geeft, zoo-als het kost­ba­re kris­tal, dat schit­tert zon­der te bran­den, dat het heel­al omvat en dat toch dik­wijls mooi­er is in het­geen er van uit­straalt dan in het­geen het om­vangt. De op­los­sing is: het oog.

Het wei­nig ge­waar­deer­de ding van het derde en laat­ste raad­sel, dat toch den groot­sten kei­zer tot eer brengt op den eer­sten dag van het jaar, dat wondt zon­der bloed te ver­gie­ten, dat den aard­bo­dem be­heer­scht en ge­luk­kig maakt, de groot­ste rij­ken sticht en toch nooit oor­log heeft doen ont­bran­den, is de ploeg.

Deze raad­sels uit de eer­ste op­voe­ring van zijn tra­gi-co­misch sprook­je heeft Schil­ler bij an­de­re op­voe­rin­gen vaak ver­an­derd. Hij heeft er zich al­tijd op toe­ge­legd om zoo­veel mo­ge­lijk diep­zin­ni­ge raad­sels te vin­den, om den toe­hoor­ders al­tijd weer een nieu­we ver­ras­sing te be­rei­den.

In een brief aan If­f­land spreekt hij er over, dat de in­te­res­se voor het stuk ver­meer­derd zou wor­den, als bij de ver­schil­len­de op­voe­rin­gen de raad­sels eens wor­den ver­wis­seld.

Deze me­tho­de, die met suc­ces werd toe­ge­past, vond ook bij Goet­he vol­le­di­ge in­stem­ming. Hij schreef aan Schil­ler, dat zijn nieu­we raad­sels even schoon waren als de eer­ste, waar­van hem voor­al dat van het oog bij­zon­der be­koor­de. Vol­gens hem waren de raad­sels ge­schikt om er zelfs een nieu­we wijze van dich­ten op te ba­see­ren. Dit oor­deel van Goet­he wordt voor de raad­sels van Schil­ler zeer recht­vaar­dig ge­acht. Zij zijn alle zeer diep van in­houd, ge­heel naar den aard van den klas­sie­ken dich­ter, on­ge­meen aan­trek­ke­lijk en fraai van vorm. Onder an­de­ren is daar het be­ken­de raad­sel van den re­gen­booir. « Von den Per­len baut sich eine Brücke », van de maan en van de ster­ren. « Auf einer gros­sen Weide gehn viel tau­send Scha­fe sil­ber­weiss », over den hemel. « Er steht ein gross geräumig Haus auf un­sicht­ba­ren Säulen », van den blik­sem. « Unter allen Schla­gen ist eine auf Erde nicht ge­zeugt », van de kleu­ren. « Wir stam­men un­se­rer sechs Ge­schwis­ter », en van de zon­ne­klok, « Ich drehe mich auf einer Schei­be ». De raad­sels in Kra­liks Ma­ri­o­net­ten- en volks­spel « Tu­ran­dot und der Wie­ner Ka­spar » zijn het­zelf­de als in de eer­ste op­voe­ring van Schil­lers Tu­ran­dot, dus van het jaar, het oog en den ploeg. In de beste mu­si-ka­le be­wer­kin­gen van dit mo­tief, de opera’s van de drie Ita­li­aan­sche com­po­nis­ten, Baz­zi-ni, Bus­oni en Puc­ci­ni, heeft Baz­zi­ni in zijn « Tu­ran­da » even­eens de eer­ste raad­sels van Schil­ler over­ge­no­men.

Paon Royal

RE­NOM­MEE POUR LES

BIÈRES AN­GLAI­SES

SPÉCI­A­LITÉ DE

VIEUX PA­LE-ALE


L’IN­STAL­LA­TI­ON SO­NO­RE DU

été équipée au moyen des ap­pareils de pro­jec­ti­on

AM­PLI­FI­CA­TEUR

Wsbsf­ce­rE­le­drie

Con­ces­si­on­nai­re pour la BEL­GI­QUE:

S. A. ANC. ROT­HER­MEL COR­PO­RA­TI­ON

39-41, rue du Midi, BRUXEL­LES

SE­MAI­NE PRO­CHAI­NE

LES­LIE FRENCH — MARY LAW­SON WIL­LIE JENKINS — ENID TAY­LOR

dans

RADIO PI­RA­TES

avec

ROY FOX et son JAZZ


FRANÇOISE

HENRI

ROL­LAN

SUZY

PRIM

JAM­SON FAIN­SIL­BER

DANS LA SU­PER­PRO­DUC­TI­ON FRANÇAISE

MARIE DES AN­GOIS­SES

avec

SI­MO­NE CER­DAN

PIER­RE DAY

JEAN MAR­CHAT

EN­FANTS ADMIS

EN­FANTS ADMIS


PRO­CHAI­NE­MENT

MA­DE­LEI­NE RENAUD

AR­LET­TE MAR­CHAL

HENRI ROL­LAN

SU­ZAN­NE DE­PREZ

dans

LA MAR­CHE NUP­TI­A­LE

MAI­SON ~ HUIS

Jules Pee­ters

Rue Hou­blon­nière - 14 - Hop­land

TEL. 326.21 AN­VERS ~ ANT­WER­PEN

Fondée en — Ge­sticht in 1870

TAPIS en tous gen­res TIS­SUS

TA­PIJ­TEN

in allen aard

STOF­FEN

LI­NO­LE­UM

etc. enz.

Ma­ga­zijn van alle soor­ten ge­maak­te en on­ge­maak­te GOE­DE­REN. Groote keus van alle soor­ten Werk­kie­len, Broe­ken, Over­als, lange grij­ze- en Kak­hi-frak­ken

Groote keus in KINDS­KOR­VEN­GOED en BON­NE­TE­RIE.

Wed. A. Nie­mans-Van Riel

Lange Beel­de­kens­straat, 144

(ne­vens de Wetstraat) - Te­le­foon 564.22 Dit huis heeft geen bij­hui­zen


Vue de 1’éta­blis­se­ment des Sour­ces.

-—--Ajj—V 1 V E des Sour­ces de Gen­val, jail­lit d’une façon na­tu­rel­le des pro­fon­deurs de la terre, sans aucun pom­pa­ge ni autre moyen ar­ti­fi­ciel.

L’eta­blis­se­ment est ou­vert à la vi­si­te du pu­blie du­rant tout l’été, et l’accès à la Sour­ce per­met ainsi, à cha­cun, de se ren­d­re comp­te de la qua­lité na­tu­rel­le des eaux minérales de Gen­val.

Les ana­ly­ses ef­fec­tuées par Mon­si­eur Joly, Pro­fes­seur de Chi­mie ana­ly­ti­que à l’Uni­ver­sité de Bruxel­les, démon­trent que l’eau de Gen­val est d’une pureté in­com­pa­ra­ble et que, par sa com­po­si­ti­on chi­mi­que, elle peut ri­va­li­ser avan­ta­geu­se­ment avec les meil­leures eaux étrangères.

GEN­VAL

Sour­ce Bonne Fon­tai­ne: Sour­ce Ar­gen­ti­ne :

Ser­vi­ce spécial pour -- -- par­ti­cu­liers -- —

non ga­zeu­se I Fr. 1,45

ga­zeu­se j la bou­teil­le 1 litre

Dépôt: 105, rue Eve­raerts, An­vers Téléphone: 574.60

Voor de film « Tu­ran­dot, prin­ses van China », heeft de UFA in Neu Ba­bels­berg Pe­kings be­roem­den kei­zers­tuin in het ate­lier ge­bouwd — en zoo fan­tas­tisch ge­bouwd dat men zich mid­den in China waant en de stra­len­de Ju­pi­ter­lam­pen voor de Chi­nee­sche won­der­zon houdt. De be-toove­ring van de Chi­nee­sche sprook­jes­sfeer, de poëzie van de Chi­nee­sche schil­de­rij­en, de ro­man­tiek van het land der eeu­wi­ge zon heeft een toovenaar in een reus­ach­tig net op­ge­van­gen en pre­cies voor de poor­ten van Ber­lijn naar Neu­ba-bels­berg ge­bracht.

Hoog boven de zich sier­lijk van heu­vel­tje tot heu­vel­tje wel­ven­de brug ziet men geen Ju­pi­ter­lam­pen, zoo ge­fas­ci­neerd is men, men ziet slechts den hemel van het

won­der­land. Lie­fe­lij­ke klok­jes klin­ken fijn, wan­neer een men­schen­voet deze brug be­treedt. De weg komt van uit het ver­bor­ge­ne — mis­schien is het een tem­pel, mis­schien is het een pri­eel, in elk geval is het mees­ter­lij­ke Chi­nee­sche ar­chi­tec­tuur. En grot­ten en steenen en wegen en groen, hemel en brug­gen en tem­pels — de sprook­jes­ach­ti­ge tuin van Pe­king van den kei­zer van China —. deden mij, die in de UFA-ate­liers reeds de heele we­reld be­reis­de, ver­baasd staan. Welk een pracht.

Miaar ik stond in den weg! Een on­zach­te stoot bracht mij tot de wer­ke­lijk­heid terug. « Par­don Chi­nees! » sta­mel­de ik be­schei­den — lieve hemel, wat we­melt het hier van Chi­nee­zen! Ik heb nooit


ge­we­ten dat er zoo­veel mooie Chi­nee­sche! vrou­wen be­staan. Plot­se­ling sta ik stil.

Al­le­mach­tig, dien dik­ken daar kèn ik! toch? VV ie is dat ook weer? Een der blan­ke man­nen vraag ik —- nog hee­le­maal onder den in­druk, dat ik ver­on­der­stel, dat I ik Chi­nee­sch ken en dat de gele man mij: niet ver­staat — Par­don, wie is die dikke man daar, met dien enor­men draak over • de door n gele ki­mo­no be­dek­te buik?

dj lacht. « Wat, kent u die niet? »

<( iNeen. » — « Maar me­neer, dat is toch de kei­zer van China!» — « Wat zegt u, wie? De kei­zer van China! »

Ik trek een al­lerop­ge­luk­kigst ge­zicht, maar als wel op­ge­voed mensch zeg ik » D'ank u ». Doch mijn blan­ke zegs­man is nog niet uit­ge­spro­ken. « Wan­neer hij weer in ci­viel loopt, kunt u « me­neer Schaef­fers » tegen hem zeg­gen ». Na­tuur­lijk, het is Willi Schaef­fers. Hoe de men-schen zich kun­nen ver­an­de­ren I!!

Reeds roept de re­gis­seur Ger­hard Lam­p­recht: « Me­neer Schaef­fers, op­na­me!!» en de pro­duc­tie­lei­der Günther Sta-pen­horst kijkt als een echte kei­zer over zijn we­reld.

De opnam ebe­gint. Trotsch staat de kei­zers­doch­ter voor zich uit te sta­ren. Al­le­mach­tig, wat is die knap! Dat is toch —?

Uie ken ik toch? Ach ja, dat is Käthe von Nagy. Käthe als Tu­ran­dot. En hoe schit­te­rend speelt zij die scène! Vol angst, vol ge­span­nen ver­wach­ting kijkt zij naar Ka-iaf. Zal hij het raad­sel op­los­sen? Zal hij het ant­woord geven, waar­op zij zoo vol ver­lan­gen wacht? De angst in Tu­ran­dot’s oogen maakt haar al­leen nom mooi­er!

Kalal staat voor haar, op zijn ge­zicht is te lezen, dat hij zeker is van zijn overwtn-ning. Won­der boven won­der — deze vreem­de­ling is Pier­re Blan­char — de van zijn over­win­ning ze­ke­re man van van­daag. Hij kijkt naar de klei­ne, ang­sti­ge, domme, lieve prin­ses, en spreekt dan de ver­los­sen­de woor­den uit: « Witte mui­zen! » Hoe ju­be­len Tu­ran­do’s oogen — zij is ge­heel en al in de war — zij zou het hoofd van Kalaf in haar han­den wil­len nemen — doch daar komt kei­zer Schaef­fers aan­ge­wag­geld en vraagt: «Is ’t zoo?» en als uit vere we­rel­den klinkt het ant­woord « Ja ». Dit was en scène uit de groote UFA-film « Tu­ran­dot, Prin­ses van China ».

Ate­liers ”NEOR EO"

Bre­vet N° 403.809 — Société ano­ny­me — Tél. N° 704.81

RUE SOL­VY­NS, 25, AN­VERS

MO­TIFS LU­MI­NEUX AU NÉON

Fa­bri­ca­ti­on — Lo­ca­ti­on — Répa­ra­ti­ons — En­tre­tien.

hhhb­SEULS FA­BRI­CANTS A AN­VERS­hkb

HUIS - 1899 - MAI­SON

A. BA­RON­HEID

KOOPT HIER UWE ACHE­TEZ ICI VOS

UUR­WER­KEN MON­TRES

ZIL­VER­WERK AR­GEN­TE­RIE

Over­groote keus voor ge­schen­ken aller aard Grand choix pour ca­deaux en tous gen­res

Prij­zen voor ie­ders beurs Prix à la portée de chaque bour­se

ALLE HER­STEL­LIN­GEN TOU­TES RE­PA­RA­TI­ONS

Of­fe­ran­de­straat, 0 R rue de l’Of­fran­de

te­gen­over « Magic Pala­ce » en face du « Magic Pala­ce »


GLOBE

Le Globe est une bois­son rafraîchis­san­te d’une pureté et d’une fi­nes­se in­com­pa­ra­bles.

Son goût ex­quis, son par­fum suave et sa déli­ci­eu­se fraîcheur, lui ont valu

son

surn­om —

L'AME DU CI­TRON

ÇDÆOM­gnrsdh­WEPs: LON­DON ri­WOJ­Kat

Un tour de force

Les déco­ra­teurs de films sont des gens, pleins d’ima­gi­na­ti­on et, de plus, un peu sor­ciers. Maîtres de l’il­lu­si­on, ils jong­lent littéra­le­ment avec l’ar­chi­tec­tu­re. Ils trans­por­tent, par une for­mu­le ma­gi­que, les plus vas­tes éten­dues au stu­dio. Chiqué, diront les cri­ti­ques trop sévères, mais, en vérité, c’est un art tout à fait spécial, une création sub­or­donnée à des lois précises et par­ti­cu­lièrement dif­fi­ci­les à sui­vre. Et si, dans des cir­con­stan­ces aussi déli­ca­tes, le déco­ra­teur réussit néan­moins à met­tre sur pied, par exem­ple, une cité chi­noi­se, située dans de lar­ges vallées, au pied de vas­tes col­li­nes, s’il réussit à caser ce décor dans le stu­dio où la place lui est mesurée à quel­ques cen­timètres près, on peut dire qu’il a ac­com­pli un véri­ta­ble tour de force.

C’est ce tour de force que R. Herlt et W. Rohrig, déco­ra­teurs de la Ufa, vi­en­nent de réussir.

Dans l’un des im­men­ses stu­dios de Neu-ba­bels­berg, s’élève, tou­chant presque le pla­fond, une col­li­ne sur la­quel­le s’éten­dent des pla­ces, des rues, des mai­sons. De loin, dans la vallée, on voit luire les feux d’au­tres vil­la­ges chi­nois. Les rues et les chemins s’éti­rent par monts et par vaux, et le pay­sa­ge se déroule à 1 in­fi­ni. Le ciel est par­semé de nu­a­ges et le vent agite les ar­bres qui déco­rent ce ta­bleau.

Sous la toi­tu­re som­bre qui cou­vre le tout, sous les dou­zai­nes de pro­jec­teurs, dar­dant leurs feux du haut des pas­se­rel­les et des écha­fau­da­ges, on pour­rait être tenté de croi­re véri­ta­ble ce mi­ra­ge, car. dans cette cité de rêve, se dérou­lent des scènes par­ti­cu­lièrement vi­van­tes.

Par cen­tai­nes, des Chi­nois peu­plent la place sur la­quel­le un « so­leil brûlant darde ses ray­ons... » des mai­sons... des ter­ras­ses... une route abou­tit à la place, et sur

v. KATE DE NAGY * PIER­RE BLAN­CHAR

PRIN­CES­SE DE CHINE

josé no­gu­eroT­mo­net­te dinay

* ANDRÉ BER­LEY -

A RÉALI­SA­TI­ON: GÉRARD LAM­P­RECHT MK COL­LA­BO­RA­TI­ON FRANÇAISE ET DIA­LO­GUES n/T SERGE VE BER

SU­PER­VI­SI­ON • RAOUL PLO­QUIN

cette route, à la pente ver­tig­neu­se­ment raide, ar­ri­ve Pier­re Blan­char, l’oi­se­leur Kalaf. Ac­com­pagné de son fidèle com­pag­non Dalio, il conduit une voi­tu­re, à la­quel­le sont ac­crochées, un peu par­tout, des cages d’oi­se­aux.

Les épi­so­des se succèdent à une al­lu­re ver­tig­neu­se. La char­ret­te du bour­reau tra­ver­se la place. José Noguéro (le prin­ce de Sa­mar­can­de) est de­bout, les mains liées, dans ce véhi­cu­le con­fec­ti­onné en tiges de bam­bou. Il doit être décapité parce qu’il n a pu résoud­re les trois énig­mes posées par la prin­ces­se Tu­ran­dot.

A cette Blan­char se met dans une telle colère, qu’il se préci­pi­te sur le char du bour­reau, libère le prin­ce, four­nis­sant


ainsi le prétexte au début d’une déli­ca­te et char­man­te his­toi­re d’amour avec la prin­ces­se Tu­ran­dot (Kate de Nagy).

Mais la conquête de Kate de Nagy coûte à Pier­re Blan­char des ef­forts presque sur­hu­mains. Le pro­jec­teur lance ses feux ar­dents sur le grouil­le­ment de la scène. Gérard Lam­p­recht, le réali­sa­teur, veut re­pro­dui­re sur l’écran, la vie chi­noi­se dans toute son ori­gi­na­lité et Pier­re Blan­char. Français au­then­ti­que, tombé par ha­sard, et de la façon la plus étran­ge, dans cette chi­noi­se­rie, est obligé d’exp­pli­quer à la foule chi­noi­se sa colère con­tre la prin­ces­se. Cette foule con­scien­cieu­se­ment grimée, s’at­ti­re les foud­res du met­teur en scène qui l’ex­hor­te à la vie, au mou­ve­ment, au bruit, aux rires, à la cu­ri­o­sité.

Blan­char, Dalio, Noguéro, répètent tou­jours leurs rôles. Le ma­quil­la­ge coule sur leurs fi­gu­res. Mais Blan­char est enragé: « Etes-vous en coton? » crie-t-il au peu­ple chi­nois, « pou­vez-vous ad­met­tre que cette pe­ti­te fille ri­di­cu­le en­voie des cen­tai­nes de jeu­nes hom­mes à la mort, uni­que­ment parce qu elle ne veut pas se ma­rier? » 11 en­voie rou­ler le gros bour­reau, ap­pel­le son com­pag­non Dalio, libère le prin­ce Noguéro qui réclame éner­gi­que­ment d’être Comme on répète une dou­zai­ne de fois, décapité.

on a le temps d'exa­mi­ner en détail cette cité chi­noi­se. En grim­pant dans les écha­fau­da­ges qui sup­por­tent la ville on peut ad­mi­rer le tra­vail ac­com­pli pour ren­d­re la cou­leur lo­ca­le. Des sen­tiers rai­des es­ca­la­dent la mon­tag­ne, on monte de min­ces es­ca­liers de pier­re et l’on ad­mi­re la vieil­le Chine, du haut d’une pla­te-for­me située sur les murs de la ville. On a l’im­pres­si­on de se trou­ver ici en face d’une re­pro­duc­ti­on fidèle de ces vieil­les soi­e­ries chi­noi­ses et dont les bro­de­ries, après des siècles, n’ont pas en­co­re fini de nous en­chan­ter.

Lon­gue rue des Ima­ges, 264

AN­VERS

TE­LEP­HO­NE: 570.40

Tous CHAR­BONS pour foy­ers do­mes­ti­ques et l’in­du­strie.

Qua­lités et Poids ga­ran­tis.

Mo­no­po­le de Vente des Char­bon­na­ges d’Hen­sies-Pom­merœul pour les:

Bri­quet­tes « FER­MOUL H. P. », 10 K“8 Bri­quet­tes « FER­MOUL SART1S », 3 K08 Bou­lets « RO­MU­LUS », 20 gr.

Bou­lets « SPE­CI­AL », 45 gr.

Four­nis­seurs de la Société Roy­a­le de Zool­ogie d’An­vers.

Ziet naar onze

LUCH­TERS

LAM­PEN

WAN­DUCH­TEN

THEO COR­LUY

23, OMMEG AN­CK­STRAAT, 23 Te­le­foon: 307,11 - ANT­WER­PEN

l.​hukkerij De Voe-van Kleef, Rood­ee­traat, 44, Ant­wer­pen

AUX FOR­GES DE VUL­CAIN Flo­rent Ver­stre­pen St.​Jacobs­markt, 97, Ant­wer­pen Te­le­foon: 214.73 -- Han­dels­reg. 424 Voor vlug, goed­koop en ver­zorgd

DRUK- EN BIND­WERK

\ ééne firma:

Over­groote keus in Mo­der­ne Hof- en Ter­ras-Meu­be­len De Vos-van Kleef Rood­estraat, 44 — Ant­wer­pen

KA­CHELS - CUI­SI­NIE­REN - GAS­VU­REN Te­le­foon: 337.08

BLEEK­E­RIJ BLAN­CHIS­SE­RIE

“WIL­RIJ­CK”

H. DE DEC­KER ~ GOORE­MANS

318, HEI­STRAAT — RUE DE LA BRUY­E­RE, 318 Te­le­foon Nr. 787.92 -- WIL­RIJ­CK

Spe­ci­a­li­teit van Cols, Man­chet­ten en Mans­hem­den

KI­LO­WASCH aan 2,25-3,50

Ik ge­last mij met alle Nieuw­was­sche­rij en Ver­we­rij

Spoe­di­ge be­die­ning. Ver­zorgd werk.

Prijs­op­ga­ve op aan­vraag

Spéci­a­lité de Cols, Man­chet­tes et Che­mi­ses d’Hom­mes

LA­VA­GE au kilo fr.2,25 3,50

Je me char­ge de tout La­va­ge à Neuf et Tein­tu­re­rie

Ser­vi­ce rapi­de. Tra­vail soigné.

Prix sur de­man­de


BON COIN

AVA­HOSTAÆ?

La mais on

qm in­spi­re con­fi­an­ce

HOM­MES-JEU­NES GENS - EN­FANTS

Ojset Fr; DE SMET rue des Waf Pons 14-16 An­vers. TeP; 269 05