Programme from 7 to 11 June 1925



Booklet

Bron: FelixArchief nr. 1968#785

This text has been generated automatically on the basis of scanned pages, using OCR software. Because of the historical typefaces used in the programme booklets, the output is not flawless.

Show the facsimiles of this programme booklet



FILM-RE­VUE

mie Loop­baan floor Leairice Joy

EN zekere win­ter­avond van 1918 bevond ik mij met mijn moeder op de brug van een schip dat ons van New-Orieans, mijn ge­boortes­tad, naar New-York had gevo­erd. Ron­dom

immer in het Zuiden geleefd hebbende,.

er nooit sneeuw had gek­end Ik zou

niet kun­nen zeggen wat mij die dag het

meest ver­raste, de stad of de sneeuw__

Ik had geen enkele on­dervin­d­ing. Mijn

ons sprei­dde zich de in­druk­wekkende cirkel der met­ro­pol­i­taan­sche wolkenkrab­bers uit. Het sneeuwde; ik was er zeer onder den in­druk van ge­bracht wijl ik,

kind­sheid en jeugd waren immer van de gelukkig­sten ge­weest. Ik stamde af van een der oud­ste fam­i­lies uit Louisana, geen enkel onzer had ooit den ge­boorte-

FILM-RE­VUE

grond ver­laten. In het Heilig Hary, klooster van New-Or­leans, opgev&ed, bracht ik het groot­ste gedeelte mi­jner verlofda­gen. op onze planterij van La Visa, in de buurt van het stadje Shute­ston, door.

Immer zal ik mij het genot'herin­neren mij door dit verlof ver­schaft. Ik bracht mijn tijd door met vo­or­dra­gen, met rollen uit het hoofd te leeren en tooneelver­too-nin­gen in te richten... Nim­mer heb ik er aan gedacht dat er eens een dag komen zou waarop ik artiste zou zijn... ik was er van over­tu­igd gan­sch natu­urlijk — dat ik er eene was...

Die hart­stocht voor het tooneel eindigde met mijn oud­ers en ken­nis­sen te verve­len. Dit ont­moedigde mij niet... Meer dan eens ver­tolkte ik, gan­sch alléén, mijn rollen, voor een in­ge­beeld pub­liek op­tre­dend.

Het jaar dat ik de school ver­liet, werd droe­vig gemaakt door de ziekte van mijn vader. Deze laat­ste was tan­darts te New-Or­leans. Zijn zwakke gezond­hei­d­stoe­s­tand dwong hem zijn beroep te laten varen. Van dan af waren wij zon­der inkom­sten. Ik had een broeder, maar rond dit ti­jd­stip was deze onder de wapens... Mijn vader kon dus in een sana­to­rium toe­gang vin­den en mijn groot­vader vroeg ons bij hem te La Visa te komen wonen.

Mijn moeder zou hi­erin hebben toegestemd, want de be­proev­ing was haar te zwaar, in­dien zij zooveel van den grond Louisiana niet had gehouden. Gan­sch an­ders was mijn besluit; ik had on­langs een stuk bi­jge­woond waarin een jong, for-tuin­loos meisje ver­plicht was, om haar kost te ver­di­enen, als meid bij rijke bloed­ver­wan­ten in di­enst te tre­den, die haar had­den gevraagd bij hen te komen in­wo­nen. Al­hoewel mijn groot­vader de lief­tal-lig­ste men­sch was die ik ooit gek­end had, beruste ik mij niet in het aan­bod. Ik was te on­afhanke­lijk van geest en kon er maar niet toe besluiten mij als arme bloed­ver­wante te doen door­gaan.

Rond dit ti­jd­stip werkte er te New-Or­leans een klein cin­emagezels­d­hap, de « Nola-Films ». Zijn bestu­ur­der, Mr Mar­tin, die ik een be­zoek had ge­bracht en hem mijn tegensla­gen had medegedeeld, nam mij aan als jonge hoof­drol. Van toen af moedigde mijn moeder mij aan, in het beroep van cin­ema-artiste te vol­harden en steeds ben ik haar om die houd­ing dankbaar ge­weest. De ledigheid te La Visa had mij veel min­der aan­ge­naam ge­weest dan mijn ar­beid als artiste, die mij immer zooveel vol­doen­ing schonk.

Bij de « Nola Films » draaide ik drie

ban­den, weliswaar bijna waarde­looze voort­breng­sten, maar die mij toch heel veel be­lang in­boezem­den. Ti­j­dens die ver­wezen­lijk­ing be­greep ik hoe moeil­ijk ieder ern­stig werk te New-Or­leans was en ik zag de mo­gelijkheid in van een verbinte- -nis, die mij van uit iNew-York zou'wor­den aange­bo­den.

Na menige wed­er­waardigheid, besloot mijn moeder mij naar het No­or­den te vergezellen. Te New-York aangekomen sloe­gen wij onze tent in een fam­i­lie-pen­sioen der drie en ne­gentig­ste straat, tuss­chen Broad­way en de Golombüs-Av­enue, op. Sti­laan gewende ik mij aan het leven in het kosthuis, meer afwis­se­lend tegen dit van Louisiana.

Ik begaf mij toen naar de ver­schil­lende stu­dios der metropool, in de hoop er maar een rol­letje, hoe klein.​ook, als fig­u­rante machtig te wor­den. Kort daarop ontv­ing ik een verbin­te­nis der Fort-Lee, en als fig­u­rante trad ik op in het tooneel­spel « The Other Man », met Fatty Ar­buckle.

Het leven eener fig­u­rante in Amerika is nu juist geen postje van rust en gemakzucht! Aan welke be­proevin­gen zijn die on­gelukki­gen niet bloot­gesteld!

Nim­mer vergeet ik de on­tel­bare uren wacht­ens aan de stu­diodeuren, onder de oogen van weer­barstige regis­seurs! Floe-veel ont­goochelde ver­hopin­gen! Flo­eveel ont­moedigin­gen!

Ik herin­ner mij, dat ik eens als «extra» in een film van Alice Brady op­trad..​Men draaide een ont­vangst­tooneel. Ik bevond mij boven aan het uiteinde van een trap, die ik moest af­dalen om bene­den, be­nige uitgenood­ig­den, rond de piano ver­gaard, te gaan ver­voe­gen. Ik dacht te doen wat

de in­sce­neerder mij zegde Toen ik het,

op­er­atieveld had doortrokken, riep de regis­seur mij toe: « Wel te duivel!... Denkt ge in een schuur te zijn?__ »

Zon­der het te weten was ik tuss­chen twee ver­tolk­ers, die een samen­spraak hielden, geloopen. Verbluft, leed ik lan­gen tijd onder die opgeloopen verned­er­ing.

Nochtans werd ik de daaropvol­gende win­ter hoofd­ver­tolk­ster der « Para­mount Black Di­a­mond ». Plet werk van ïig­u­ran-te stond mij niet meer aan en ik -besloot mij in het klucht­spel te wagen. Een van mijn vriendin­nen beval mij bij het « United Book­ing Of­fice » aan.

Tengevolge eener miss­ing kwam ik in het Palace The­atre terecht en bevond ik mij in de bu­ree­len der di­rec­tie van die in­richt­ing! Zij had­den een hoof­drol van doen om te Jack­sonville, in Florida, te


FILM-RE­VUE

gaan draaien.... Oogen­blikke­lijk ging ik op hun aan­bod in, het to­e­val ze­ge­nende dat mijn stap­pen had geleid.

Alzoo werd ik «tooneel­speeis­ter». Zes maan­den Werk­ten wij aldus in de oude stu­dios der Kalem, zeer tevre­den van het nogal ruwe kli­maat van het No­or­den ver­lost te zijn.

Het gezelschap richte zich toen na­dien naar Wikes­bare, in Pen­syl­vanië, al­waar het één tooneel­spel in de week draaide.

Het was rond dien tijd dat mijn vader mij en mijne moeder kwam op­zoeken. De ziekte had hem vreeselijk te­neer gedrukt, zon­der nochtans zijn moraal aan te tas­ten. Immer had hij nog dezelfde lev­endige geest van vroeger. Eenige weken later zou hij ten grave dalen.

« Een on­geluk komt nooit alleen » zegt het spreek­wo­ord. Mijn broeder werd rond dit ti­jd­stip gevaar­lijk ziek; men bracht hem naar het mil­i­taire hos­pi­taal van Wash­ing­ton over. Mijn moeder besloot hem al­daar te gaan ver­voe­gen.

Kort daarop richtte ik dus alleen mijn schre­den naar Cal­i­fornië. Te Hol­ly­wood aangekomen wendde ik mij tot een ver-bin­te­nis-agen­cie. Men deed mij enkele me­ters « proef » draaien en vroeg mij enkele in­lichtin­gen over mijn loop­baan! Ein­delijk, daar hij geen enkele mi­jner fil­men had gezien, nam de bestu­ur­der »af­scheid en ried mij aan nooit meer aan fig­u­ratie te doen.

Maan­den lang bleef ik toen werkeloos.

steeds op zoek naar een mo­gelijke verbin­te­nis.

Ein­delijk lukte ik bij de Eox in een be­lan­grijke rol met Dustin Far­num te debu-teeren. Na­dien draaide ik met Jack War­ren Ker­ri­gan « A Dol­lar Bid ». Het was ti­j­dens de ver­wezen­lijk­ing van die film dat ik ken­nis maakte, met Jack Gilbert, die kort daarop mijn echtgenoot werd.

De eerzucht van al de jonge artis­ten van Pi­ol­ly­wood bestaat in het deel maken van een rolverdeel­ing waarin de rneest bek­ende man­nelijke film­ster­ren voorkomen. Ik had het geluk gevraagd te wor­den de parte­naire té zijn van Charles Ray in een zi­jner voor­naam­ste ban­den.

Ik bestudeerde mijn rol met ijver­volle wilskracht, besloten hem op merk­waardige wijze te spe­len. Da­gen­lang bracht ik door met mijn garder­obe te schikken. Fei klopte mijn hart toen ik mij in het stu­dio aan­bood, om de verbin­te­nis te on­der­tee-ke­nen, enkele minuten voor den aan­vang van mijn werk...

Ik had mijn moeder een geestdriftige brief geschreven, haar meldende dat ik den roem ging bereiken. Ein­delijk lachte de for­tuin mij toe! Ik ging aan de zijde van Charles Ray op­tre­den! Gelukkiglijk had ik de brief niet gepost. Poen ik in het stu­dio aankwam, be­groette de regis­seur mij in deze be­wo­ordin­gen: « t Spijt ons geweldig, mejuf­fer, maar daar Doris May, die haar laat­ste film kwam te draaien, en een nieuwe verbin­te­nis voor zeer lan­gen ter­mijn met onze firma hebbende aange­gaan, is haar de rol toegek­end die men u had doen ver­hopen!... «

Plet was het vreeselijk­ste oogen­blik van mijn leven!...

Daar mijn cin­e­matografis­che loop­baan mij niet al de vol­doen­ing schonk, die ik

VIC­TOR VAR­CONI & LEATRICE JOY in de Para­mount­film «THE TRI­UMPH» door Cecil B. de Mille

FILM-RE­VUE

had gehoopt, sloot ik een verbin­te­nis af met de Tooneel­maatschap­pij Vir­ginia Bris­sac, van San Diego. Voor de eerste maal be­trad ik de planken... als beroep­s­ac­trice... Ik trok mij niet al te slecht uit den slag en ti­j­dens de om­reis Ver­tolkte ik een tien­tal ver­schil­lende stukken.

Het was ti­j­dens mijn verblijf te San Diego dat ik een telegram ontv­ing van den Para­moun­tregis­seur George Loane Tucker om een rol te ver­tolken in «Ladies must Live »

Het was het meest gewaagde ti­jd­perk van mijn loop­baan... Ein­delijk had ik geluk en kort daarop trad ik in « The Rjght of Way » met Bert Lytell, op. Ik was de hoofd­ver­tolk­ster van vijf groote fil­men bij Gold­wyn. Na­dien was mijn groot­ste suc­ces « Sat­ur­day Night » (De Omweg), film waarin ik voor de eerste maal onder de lei­d­ing van Cecil B. de Mille ar­bei­dde.

Sinds­dien heb ik voor de reken­ing der Para­mount een groot aan­tal ban­den gedraaid: « Het Rek­wisi­to­rium », « Men

mag zijne vrouw, niet bedriegen », « De

stilzwi­j­gende Part­ner », « De Tien Ge­bo­den », enz.

Nu leven mijn moeder en mijn broeder aan mijn zijde te Hol­ly­wood, en wij zijn zin­nens ons kor­tel­ings naar New-Orle-ans te begeven, dat ik in zes jaren niet meer heb gezien! Nu vrees ik niet meer als een « arme bloed­ver­wante » aanzien te wor­den, en ik iou wel gelukkig zijn op­nieuw den drem­pel van La Visa te over­schri­j­den! De sen­satiewekkende ver-toonin­gen die ik des­ti­jds voor een in­ge­beeld pub­liek gaf, zullen dan toch niet geheel en al nut­teloos ge­weest zijn!

LEATRICE JOY

Cin­emabrieven­bus

Aan onze vragers en vraag­stert­jes,

Ten gevolge de ver­letdag, O. H. He= snel­vaart, op onze drukkerij, zijn de laatst toegekomen vra­gen der vorige week niet kun­nen beant­wo­ord wor­den. Wij doen ze dus hier vol­gen en hopen hi­er­door alle ach­ter­docht nopens ver­getel­heid en derge= lijke weggenomen te hebben. Nemo.

AL­TIJD EVEN ZWAK. — 1) ’t Spijt ons zeer, maar die vraag gaat eenigszins buiten het kader der rubriek, zoo­dat we er U niet kun­nen op antwo­or­den.

2) Tom Mix fig­ureerde vroeger in eenige cow­boy fil­men.

3) Die per­soon waarover U ons spreekt, is ons to­taal on­bek­end,

GIJ EN IK. — 1) Tom Moore; adres: 1919, Van Nes Av­enue, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

2) Ann For­rest; adres: Box, 807, Lau­rel Canyon (Cal.), U. S. A.

3) Edith Roberts; adres: c/o Suite 323, Taft Build­ing, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

VERGEET-MIJ-NI­ETJE. — 1) Lu­cien Dal­sace zendt zijn photo tegen ver­goed­ing van fr. 2,—; adres: 4, rue de Four­croy, Paris.

2) Pola Negri heeft zwarte oogen; miss­chien is uw brief zoek ger­aakt; best doet U hem nog eens te herin­neren.

3) Regi­nald Denny kan in de Fran­sche en En-gelsche taal geschreven wor­den; *endt gratis zijn photo; adres: c/o Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.), U. S. A.

MAR­GUYE DE MAYE. — 1) Hét is niet de

eerste maal dat we dergelijke klachten ont­van­gen; er zijn im­mers al­tijd van dit soort men­schen met een zeer rek­baar geweten die geen on­der­scheid weten te maken met het mijn en dijn_

2) Dan is het ook nog best mo­gelijk dat uw schri­jven is zoek ger­aakt en best doet U dan het hem nog eens te herin­neren.

MILTA. — 1) Die film werd in 1924 gedraaid; de Amerikaan­sche titel ervan is: « A Lit­tle Devil ».

2) Uw schri­jven ver­di­ende onze volle aan­dacht en we danken U om ’t vertrouwen dat U in ons stelt; ook moogt U gerust op onze geheimhoud­ing reke­nen. We hopen van U nog meer te verne­men al­sook inzendin­gen voor de Vrije Tribuun.

ADAM. — 1) Alice Cal­houn; adres: c/o Vita-graph Stu­dios, East 15th Street and Loenst Av­enue, Brook­lyn, New-York (U. S. A.).

2) U kunt haar in de En­gelsche taal schri­jven.

3) Van welke maatschap­pij was die film?

WALLY. — 1) Creighton Hale, adres: 1762,

Or­chid Av­enue, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

2) Norma Tal­madge; adres: United Stu­dios,

5341, Mel­rose Av­enue, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

3) Dorothy Gish; adres: In­spi­ra­tion Pic­tures,

565, Fift Av­enue, New-York (U. S. A.).

J. S. — 1 ) Maria Kous­ne­zoff; adres: 11, rue Theodore de Banville, Paris.

2) Con­rad Veidt, voor­naam­ste fil­men: « Dies Irae », « Der Graf von Cagliostro », « Graaf Kos-tio ».

Adres: 105, Kur­furs­ten­damm, Berlin-Halensee

(Duitsch­land).

3) Pauline Garon; adres: 7139, Hol­ly­wood

Boul­vard, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

A. VAN IERSEL. — Besten dank op voor­hand voor het be­loofde boek dat we aan­dachtig zullen door­lezen.

X. X. -— 1 ) Jeanne Provost; adres: c/o 3, rue de Ro­croy, Paris.

2) 3) 1 n welke fil­men en van welke maatschap­pij hebt U deze ac­tri­ces zien op­tre­den?

A. J. — 1 ) May Mac Avoy; voor­naam­ste fil­men: « Woman under Oath », « My Hus­bands Other Wife », « Hit or Miss »; adres: Para­mount Pic­tures, 6284, Selma Av­enue, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

2) Glo­ria Swan­son; voor­naam­ste fil­men: «Why Change Your Wife », « For Bet­ter, for Worse »,

« The Ad­mirable Crich­ton »; adres: zelfde adres als voor­gaande.


FILM*REVUE

3) Mar­jorie Hume; voor­naam­ste fil­men; « The Duchess of Seven Dials », « The Swindler », «The Keeper of the Door »; adres: c/o Roçm 33, The Fleet­way House, Far­ring­don Street, Lon­don E. S. 4 (Eng­land).

SANS-SOUCI. — 1) Michel Var­coni; adres: c/o suite 523, Taft Build­ing, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

2) Marie Kid; zelfde adres als voor­gaande.

3) Ernest 'Tor­rence; adres: 1933, High­land Av­enue, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

DE BÉ. — 1) Suzanne Christy; adres: c/o 3, rue de Ro­croy, Paris.

2) In welke film en van welke maatschap­pij hebt U die artiste zien op­tre­den?

3) Jeanne Hel­bling is onge­huwd.

MARIE ROSE. — 1) Als vreemdel­ing hebt U bit­ter weinig kans dat een sce­nario, naar de Ver-eenigde Staten gezon­den, al­daar zal aan­vaard wor­den.

2) Fa­mous-Play­ers Lasky Cor­po­ra­tion, 485, Fifth Av­enue, New-York City (U. S. A.).

FORUM STU­DIO. — Gelieve uw adres te laten weten, daar er in­lichtin­gen over U gevraagd wor­den.

VLIEGENDE HOL­LAN­DER. — 1) Pearl White; adres: c/o 3, rue de Ro­croy, Paris.

Voor­naam­ste fil­men: « Ter­reur », « Ex­ploits of Elaine », « Black Se­cret ». .

2) Zendt gratis, haar photo; in de Fran­sche of En­gelsche taal te schri­jven.

ROOD­KOPJE. — 1) Pearl White is de ware naam dezer artiste; geschei­den van Wal­lace Mac Cutcheen; ge­boren op 4 Maart 1889.

EVA. —7 1) En... wie zegt U dat we niet van Asta Nielsen’s spel houden...?

2) De Amerikaan­sche titel van die film is: « Luck in Pawn ».

Ruth Clif­ford; adres: 7627, Emelita, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

3) Amerikaan­sche titel: « A Hasty Haz­ing ».

Ben Lyons; adres: zelfde adres alé on­der­staande.

4) Amerikaan­sche titél: « The Great Im­pos­tor ».

Eleanor Board­man; adres: c/o Suite 532, 1 aft

Build­ing, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

A LI-BEN-DA RA K. — 1) Her­bert Rawl­in­son; voor­naam­ste fil­men: « The Turn of the Weel », « Good Gra­cious Annabel », « The Com­mon Cause »; adres: 1735, High­land Av­enue, Hol­ly­wood (Cal..), U. S. A.

2) Har­ri­son- Ford; voor­naam­ste fil­men: « Easy to Get », « Ro­mance and Ara­bella », « The Thoid Kiss »; adres: Lambs Club, 130 West, 44th Street, New-York City (U. S. A).

3) Mau­rice Flynn, voor­naam­ste film: « Web of De­sire »; adres: c/o suite 523, Taft Build­ing, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

N. B. — Zen­den alien gratis de hen gevraagde photo en di­enen in de En­gelsche taal te wor­den geschreven.

AI­GRETTE. — 1) Zie adres Norma Tal­madge antwo­ord aan Wally.

2) Bi­j­drage is weer te redak­tion­neel; tra­cht eens iets an­ders!

SIL­VETTE. — 1) Rolverdeel­ing niet gegeven.

2) Om fil­mac­trice té kun­nen wor­den moet men over veel geduld, veel geld' en door­gaans over veel lief­tal­ligheid beschikken.

BOUBOULE. — 1) Tsuru Aoki; adres: c/o

Suite 523, Taft Build­ing, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

2) Lu­ciano Al­ber­tini; adres: 225. Friedrich­strasse, Berlin S. W..48 (Duitsch­land).

3) Eric von Stro­heim; adres: c/o Metro Gold-wyn Stu­dios, Cul­ver-City (Cal.), U. S. A.

ALICE PAVOR. — 1) Van de gezusters Jane en Eva Novak is Jane de oud­ste: Jane is ge­boren op 12 Jan­u­ari 1896 en Eva in 1897.

2) Inzend­ing voor de Vrije Tribuun is nog scherp, op z’n minst scherp uitge­drukt, maar we nemen ze toch maar op.

3) U weet, wij mogen over fil­martis­ten geen uit­ge­spro­ken oordeel hebben: Bar­bara La Marr; adres: c/o Metro Stu­dios, 1025, Lil­ian Way, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

4) Jus­tine John­stone; adres: c/o Suite 523, Taft Build­ing, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

5) Karikatuur van Glo­ria Swan­son is goed; alleen zijn de oogen, vol­gens onze beschei­den mee-ning, wat al veel ku­bis­tis­che kunst.

DUO. — 1) Volledige rolverdeel­ing niet gegeven.

JULIA EN PIERRE. — 1 ) Bar­bara Bed­ford; adres: 5269, De Long­pre Av­enue, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

2) Bran­don Hurst; adres: c/o Suite 523, Taft Build­ing, Hol­ly­wood r(Cal.), U. S. A.

3) Jane Novak; adres: 6629 1/2, Hol­ly­wood

N. B. — Onze oprechte geluk­wen­schen voor de lange lijst ont­van­gen pho­tos!

S ANS-SOUCI. — 1) Maria Corda; adres: 224, Friedrich­strasse, Berlin S. W. 48 (Duitsch­land).

2) In welke film en van welke maatschap­pij hebt U die artiste zien op­tre­den?

DE BÉ. — 1) Alice Terry; adi­ies: c/o Rex In­gram Pro­duc­tions, 33,,rue de Surène, Paris.

CHU-CHIN-CHOW. — 1) Jack Holt is op 1 Mei 1888 ge­boren; gehuwd, drie kinderen; meet 1 m. 80.

2) Dit nieuwsjè strookt met de waarheid; alleen wor­den zijn ban­den, die hij - on­afhanke­lijk draait, door Para­mount uit­gegeven.

3) Het is een pub­liek geheim dat Pola Negri en Glo­ria Swan­son het met elkaar niet al te best kun­nen schikken. Pola ver­toeft voor ’t oogen­blik te Par­ijs.

4) Of wij U niet al te nieuws­gierig vin­den? Hoe­ge­naamd niet! Maar... U weet toch gaarne veel, niet?

LICO. — 1 ) Gwen­dolyn is rond de zes jaar.

2) Car­lyle Black­well kunt U, beleefhei­d­shalve, niet « gratis » schri­jven; U hoeft 0,75 fr. port op den brief te plakken; maar zijn photo zendt hij Ü echter gratis... adres: c/o Room 53, The Fleet­way House, Far­ring­don Street, Lon­don E. C. 4 (Eng­land).

3) U moet be­gri­jpen, het tooneel­seizoen is voor­bij, en daar­door valt er heel wat tooneel­nieuws weg maar, zooals U zult zien, gaan we deze week weet naar boven.

4) Zie berichtje aan het hoofd dezer brieven­bus.

5) Rudolph Valentino; adres: 7139, Hol­ly­wood Boul­vard, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

6) Char­lie Chap­lin; adres: 1416, La Brea Av­enue, Hol­ly­wood (Cal.), U. S. A.

7) (bij uit­zon­der­ing) Cullen Lan­dis; adres“: 1504, Gard­ner Street, Los An­ge­les (Cal.), U. S. A.

NEMO.

N. B. — Vra­gen ons na Zondag toege\omen Wor­den in het vol­gend num­mer beant­wo­ord.

FILM-RE­VUE

UIR­GI­I­IIA BROUIH FAIRE

MET is geweten, dat nu en dan de win­ner of win­ster van een schoonhei­d­spri­jskamp een suc­cesvolle ïilm­speel­ster of speler wordt; tuss­chen deze wordt gerek­end Vir­ginia Brown Faire.

Eenige jaren gele­den, in 1919, or­gan­iseerde een groep Amerikaan­sche uit­gev­ers van ti­jd­schriften zulken pri­jskamp, waar­bij Miss Faire de eerste prijs be­haalde; er werd haar als­dan een kon­trakt aange­bo­den om van haar een star te maken.

In een zaak als deze, valt het gew­c­ton-lijk voor dat zulk een meisje slechts éénmaal in een film voorkomt, doch Vir­ginia

Brown Faire werkte hard om er te komen en te prof­i­teeren van deze kans; zij slaagde er dan ook in om suc­ces te be­halen en in het filmbedrijf te bli­jven.

Dien tijd was Miss Brown Faire slechts 16 jaar oud; er werd tuss­chen de com­pany en haar vader een akko­ord getrof­fen dat het meisje steeds vergezeld zou zijn van haar moeder op alle her­halin­gen. De com­pany zou ook voor haar opvoed­ing zor­gen opdat zij lessen nemen zou in de muziek, de Fran­sche en En­gelsche taal.

Wan­neer zij in Cal­i­fornie aankwam werd het haar ver­gund om in de groote stu­dios te wan­de­len, opdat zij vertrouwd zou ger­aken met haar nieuw bedrijf en te leeren hoe films gemaakt wer­den. Wan­neer zij zich gan­sch te huis gevoelde werd haar de in­genue-rol gegeven in «Run­nin’ Straight », waarin Hoot Gib­son de hoof­drol ver­tolkte.

Het moet nie­mand ver­won­deren dat Miss Faire suc­ces be­haalde daar het spe­len haar in het bloed zat, want haar moeder was vroeger aan het tooneel ge­weest. De oud­ers van Vir­ginia Brown Faire waren Fran­schen doch zij zelve werd te Brook­lyn ge­boren.

De jonge artiste is vol en­t­hou­si­asme voor al wat ze doen moet. Zij houdt van dansen, zwem­men en bi­j­zon­der van paardri­j­den. Meer­maals wordt zij zeer vroeg in den mor­gen op weg gezien, te paard, alvorens zij naar het stu­dio gaat. Zij be­mint zeer bi­j­zon­der alle dieren en wan­neer zij in den be­ginne in de Uni­ver­sal Com­pany kwam, be­zocht zij dezes dier­en­tuin al­waar den dier­entem­mer haar toe­stond menig dier tot lievelinge te nemen. Zij koos een klein zwart varken, een witte gans, een zeer aardige poney en een jong leeuwken.

De tem­mer hield haar voor, dat zij deze beestjes niet te samen mocht opvoe­den daar deze later niet mochten overeen komen, doch wan­neer men enkel 16 jaar is dan luis­tert men niet veel naar goe­den raad; zij zegde dat zij deze dieren ging opvoe­den en ze leeren elkaar lief te hebben.

« Miss­chien wel » zegde de man «maar voor het oogen­blik, houdt ze maar een mijl van elka­n­der ».

Sinds die dagen heeft Vir­ginia Brown Faire menig suc­ces gek­end. Men heeft haar wellicht gezien in de vol­gende films: « Dou­bling for Romeo », « Rud­yard Kip­long », « With­out Ben­e­fit of

Clergy », « Omar the Tent­maker »,

rt Monte Cristo », « Fightin’ Mad »,

« Vengeance of the Deep » en « The Cricke.t on the Heart ». Een nieuwe film van haar is « Storm Swept ».

Miss Faire is van mid­del­matige groote, heeft donker haar en donker­bru­ine oogen. Zij is wel­gevormd en uit haar blik straalt u een sym­pa­thieke glim­lach tegen.

Miss Faire werpt zich met hart en ziel in haar werk; gelijk welke rol zij te vervullen heeft, niets is haar te veel óm het te ver­beelden per­son­age uit te diepen. Dat is ook de reden waar­door zij tot den eersten rang opgek­lom­men is, en dat het haar geen moeite kost om de tra­nen te doen vloeien waar het an­deren zooveel last veroorza­akt.

« Ik houd van de film » zegt zij, « en ik kan mij niet voorstellen wat mijn leven zijn zou moest ik het stu­dio vaar­wel zeggen ».


Artis­ten en nieuws der First na­tional Pic­tures

ANNA Q. NILS­SON

in “ONE WAY STREET” (De eenige Weg)

vóaarin zij een sport­man­tel draagt van kemel­haar

DORIS KENYON

in “IF I MARRY AGAIN” (Wan­neer ik op­nieuw huw) waarin zij een theepar­ti­jtje geeft en tér dier gele­gen­heid een zi­j­den kleed aan heeft.

FIRST NA­TIONAL heeft een kon­trakt getee-kent met C. C. Burr om een serie pro­duc­ties te lev­eren van den komiek Johnny Hines. De stukken moeten zóó zijn, waar­door deze artist de be­won­der­ing van het pub­liek heeft ver­wor­ven. De pro­duc­tie dezer serie is reeds in de maand Mei be­gonnen. Als regis­seur wordt ge­noemd Charles Hines en de be­licht­ing zal gedaan wor­den door Charles Gilson. Deze twee per­so­nen zijn. reeds lang in di­enst van Burr. First Na­tional gelooft dat dit kon­trakt hun een der pop­u­lairste artis­ten van het oogen­blik verzek­erd heeft.

Johnny Hines is nog geen 30 jaar oud. Hij werd te Pitts­burgh ge­boren en verkreeg zijn opvoed­ing op het Col­lege van New-York. Hij had .reeds acht jaren tooneel gedaan, alvorens naar de cin­ema over te gaan. Hij de­bu­teerde op het witte doek met « Peer­les-World » in films zooals: « Mlle Pet­ti­coat », « Tillie Wakes Up », « Alias Jimmy Valentin ». Tuss­chen zijn an­dere pro­duc­ties be­hoo-ren « A Scrap of Paper », « Neigh­bors », « Hearts of Gold», «The Lit­tle In­truder», «East­ward Ho », « Sure Fire Flint », « Burn Em Up Jones », « Luck », «Lit­tle Johnny Jones» en Con­duc­tor 1492 ». Aan deze films te zien kan men oordee­len dat Hines reeds een loop­baan achter den rug heeft en dat First Na­tional een goede aan­winst ‘gedaan heeft.

ER IS REEDS VEEL GESCHREVEN en gezégd over de cin­e­matografis­che rechten van « Kiki », waarin Lenore Ulric de hçof­drol speelt op het tooneel. Er wordt nu bek­end gemaakt dat die rechten ver­wor­ven zijn door Joseph M. Schenk en de film zal ver­vaardigd wórden voor Norma Tal­madge. Deze lieve artiste is nu bezig te draaien aan « Graus­tark » en « Oblig­a­tions » en zal daarop aan « Kiki » be­gin­nen.

SAMUEL GOLD­WYN heeft Frances Mar­ion geëngageerd om het sce­nario te schri­jven van «The Dark Angel» (De donkere Engel), het stuk van Broad­way en waarin als hoof­drol zal op­tre­den de Hon­gaarsche artiste/Vilma Banky en Ronald Col­man.

CHARLES AS­COTT, de bek­ende Amerikaan-sche na­bootser van dieren, zal mede spe­len in « The White Mon­key » (De Witte Aap) als het sym­bol­isch dier. Gedurende gan­sch zijn loop­baan heeft As­cott hon­den geïmi­teerd, voorhis­torische beesten, muilez­pls, kat­ten, beren, krokodillen en an­deren; hij verki­est een aap na te .boot­sen, meer dan een ander dier.

EENIGE JAREN GELE­DEN ver­wek­ten de geleer­den van het « Amer­i­can Mu­seum of Nat­ural His­tory » sen­satie door al de jour­nal­is­ten van de New-Yorker pers uit te nood­i­gen op een ban­ket van walvis­chvleesch. Maar het eerste diner van

di­nosaurusvleesch heeft plaats in de film « The Lost World » (De verd­we­nen Wereld).

THE SEA-WOMAN » ’(De Zeevrouw), aan­pass­ing van een stuk van Willard Robin­son, wordt een film First Na­tional FRANK LLOYD heeft zijn gezelschap mede genomen naar Canada om sneeuw­toonee­len op te nemen voor « The Winds of Chance » (De Kans keert). De eerste toonee­len in de sneeuw had­den plaats in de om­streken van Banff (Al­berta) nadat eenige toonee­len waren opgenomen te Daw­son City, in de streek van Rex Beach.

ELMER CLIFTON is aan gewor­ven door de In­spi­ra­tion Pic­tures Inc. om de vol­gende pro­duc­ties te besturen waarin Richard Barthelmess de hoof­drollen zal vervullen; deze zullen uit­gegeven wor­den door First Na­tional. « Shore Leave » (Toe­lat­ing om aan Land te gaan), een dezer films, is dë acht­ste pro­duc­tie in elkaar gezet door John A. Robert­son. Zoodra deze film voltooid is neemt Robert­son verlof en zal hij een reis on­derne­men naar En­ge­land en het vaste­land. M. Clifton bezit een bi­j­zon­dere kwaliteit als regis­seur én ac­teur in de cin­e­matografie. Gedurende 9 jaSr heeft hij gew­erkt voor D. W. Grif­fith; ver­schil­lende too-neel­spfe­len met Dorothy Gish heeft hij in elkaar gezet, onder het hooge toezicht van Grif­fith. « Down to the Sea in Ships » was ook van hem.


10

FILM-RE­VUE

Vrije Tribuun

Onder deze rubriek mag ee­nieder, onder dek­naam, zijn opinie, de kinema aan­be­lan­gend, uit­drukken. De inzen­ders moeten nochtans hun naam en adres doen ken­nen op ons bu­reel en bli­jven ve­r­antwçor­delijk voor het in* gezon­dene. De hoof­dredak­tie be­houdt zich echter het recht van op­name of weiger­ing voor.

FIAT AMOREI!

Uit het pret­tige hup­pe­len van wolk en zeege-spat, af­schei­dend een ab­strakte ma­te­ri­aliteit, werd ge­boren Amor, de goede, de lieve

En nauwe glo­orde ’t mor­gen­licht, en nauwe •dartèlde door de her­levende oneindigheid de in­ten­siteit van zon­nepret en lach­lucht, of Amor,'een kindje nog, met een rozige ver­rukke­lijkheid in oog en houd­ing, opende t mondje, en er zoefde uit een geur zoo heer­lijk dat ’t aardrijk her­leefde, en vele, vele men­schen, bevreemd en hun­kerend, aan­holden, nog niet bevroe­dend waar die geur-bronne dien lev­en­sa­dem uitrilde...

En de men­schen von­den dra Amor, de bronne...

Velen keken het lieve wichtje Amor slechts in de schit­terk­ijk­ers, want méér durf­den ze nog niet!

An­deren, meer ver­lang­ingsvol en de­votelijk, als in ongeweten ek­staas, knielden neder om nader en voller dat heer­lijke .uit Amors mond op te snuiven!

’n Paar lev­elin­gen even­wel, hak­end en dri­est, leg­den, onder ’t* voe­len van een ongek­ende, ziels-weelderige syn­chro­nisatie, hun mond op Amors, en hun oogen gin­gen open, wijd-open, en hun harte duwde sneller lev­ensvocht door het vleesch.

Zoo werd, uit Amors adem en ’s men­schen azen naar heer­lijkheid, de zoen ge­boren, want het lieve (de vrouw) be­greep van dan af het sterke (den man), en ze deden on­der­ling wat de smeek­ende ziele vroeg: ze zoen­den.

Zoo zegt een In­dis­che leg­ende.

En nu een weinigje ba­naler: het zoe­nen in de cin­ema.

Waarom er kussen?

Heel een­voudig: het deem­sterige der omgev­ing, het dicht-naast-elkaar-zijn, het groeiende gevoel van « liefde », de ge­niepige gele­gen­heid, ’t werkt alles samen om min­nende wezens tot een zoen te bren­gen, tot twee., tot meer!

Ik beaam geen kilo­me­ter-lan­gen kus, want dé saam­ge­ne­gen hoof­den hin­deren d’achterzit­ten-den, doch een vluchtige lip­pen­streel­ing, zelfs af en toe een her­hal­ing, berokke­nen geen hin­der.

Waarom niet zoe­nen? Brengt het tril­beeld van voorgestelde liefde geen trilling in het hart, en geeft men die trilling betere uit­ing an­ders dan door een zoen?

Buiten, in donkerte en een­za­amheid kan men zoe­nen, ja. Zoo zegt De Vos in z’n bi­j­drage!

Maar... de een­za­amheid brengt geen passende liefdegestel­te­nis zooals ze u voorge­tooverd wordt op het ekraan.

Lijk de muziek het wezen, voe­lend en ecel, ten hooge voert, zoo ook leidt het stille beeld in ’n hart naar ’n hart!

Men volgt de rol­prent-fazen, men leeft de too-nee­len mee, men wil, door edel voe­len, zoo hoog, zoo mooi staan als de per­so­nen die op ’t doek zeggen willen: « Ik min u ». Want, en het op­merken der vol­gende be­w­er­ing zal u geen moeite kosten, in de cin­ema zoent men 90 t. h. wan­neer op ’t zil­v­eren scherm gezoend of gedarteld wordt!

Zoent men bij *t aankijken eener mo­ordgeschiede­nis? Neen!

Zoent men bij een dolle klucht? Zelden!

Zoent men (ij 't zien van leed of ziel­swanorde? Neen!

Zoent men bij *n gevecht, ’n wilde worstel­ing? neen!

Die toe­s­tanden gaan niet met de ziel mee, ze bru­taliseeren het stille voe­len, ze pro­fa­neeren de gemoeds­gestel­te­nis! Men kust slechts dan, wan­neer de in­wendigheid naar het doek -gaat, wan­neer men voelt zooals het spon­taan in uw oogen speelt, wan­neer men zich opge­heven voelt door beeld en eigen geest en men de hoof­den samen neigt. Dan zoent men!

’t Is waar, velen kussen al maar door, uit gegroeide gewoonte, uit vernepen passie, maar de meesten zoe­nen uit spon­taneïteit, omdat hun harte zegt en smeekt « ge moet », omdat ze op­gaan in gekiekte liefde­his­to­ri­et­jes.

Laat stil-stoeiende paart­jes in de cin­ema hun hart op de lip­pen leggen!

Laat ons niet de mo­gelijkheid van stug en veron­der­stellen!

Laat ons zwi­j­gend kijken naar wat vóór ons geschiedt, en we zullen den kus, dien we raden of... hooren, stil-weemoedig kun­nen aan­passen aan wat we op ’t doek beschouwen!

De zoen, waar ook en door wie, sterkt de minne... dus «Fiat Amore », «dat Liefde worde!»

An­toon Van 1er sei

Woens­da­gavond ging ik met mijn oud­ers naar de cin­ema, waar men een stuk speelde dat ik reeds lang ver­langde te zien. We namen onze kaart­jes en bij den in­gang kre­gen we een pro­gramma, iets dat an­ders nóóit gebeurd. De plaat­sen waren opges­la­gen, de zaal bijna vol, wij gin­gen op­leggen, en toen we zaten gin­gen wij het pro­gramma inzien. Dan lazen wij dat het een feest was (een ci-nema-con­cert stond er) voor ju­bi­laris­sen.

Dat was nog alle­maal niets, maar nu, het stuk waar­voor iedereen kwam gaf men niet, er was alle­maal zin­gen. Nu kunt ge gaan denken hoe boos ik was. Dat ze een feest geven voor ju­bi­laris­sen, heel goed, maar waarom jnoeten ze het pro­gramma ve­ran­deren?

Ze zeg­den: ons feest is goed gelukt! Ik kan het gelooven, als ze het met zulken truk doen. Dat is ef­fe­naf de men­schen bedriegen, en ik geloof wel dat de men­schen, die daar tegen­wo­ordig waren, mij gelijk zullen geven. Maar ze zullen mij in het ver­volg niet meer hebben want als ik in een zaal man­nen zie staan met zoo n ben­ge­lende kaart­jes aan en pro­gramma’s, denk ik dat er velen mijn voor­beeld zullen vol­gen en... er uit­trekken.

Gis­monda

OOK CIN­EMA -LIEFHEB­BERS

Ik.​stel mij dik­wi­jls de vraag: « Waarom be­zoeken som­mi­gen toch een cin­ema-zaal? »

Men moest het er hooren en zien toe­gaan in ’n zekere deftige (ge­weest) zaal onzer stad. Ik spreek gedurende de namid­dagvoorstelling. En al zijn er daar meer groote men­schen (per­so­nen van rond de 20 jaren) dan kinderen, die jonge lieden vin­den er slechts ge­noe­gen in an­dere stille per­so­nen te» verve­len.

Gan­sch den tijd1 hoort men niets an­ders dan gemeene uitroepen, over en weer geloop met veel gedruisch, om eerlijk te zeggen: kleine oor­log.

De­ge­nen die voor de eerste maal zulk een « wel in­gerichte » in­stelling be­zoeken, hebben natu­urlijk

FILM-RE­VUE

van een eerste maal ge­noeg en... die or­den­telijke cin­ema heeft afgedaan.

Menig­maal reeds moest een poli­tieagent ’t een of *t ander « haan­tje vooruit » de deur wi­jzen en dan werd dfe onder de open lucht in vei­ligheid ge­bracht. Maar nu, nie­mand bezit nog de macht om tuss­chen dien rom­mel eens duchtig te vagen, en bi­j­zon­der, zon­der genade.

Wan­neer de cin­ema-bestu­ur­der om de zoo moeil­ijk en lut­tel bekomen stilte toch maar te behou, den geen poos geeft, dan laten die woel­mak­ers [(van bei­der ges­lacht) hun veront­waardig­ing zoo luid mo­gelijk blijken.

Denk nu maar niet dat die « zoo ver­langde » poos, voor hen zoo noodza­ke­lijk is. n Half uur, en langer, nadat de film weer wel en goed in gang is, komt de een na den an­dere den trap weer opgeslen­terd met gegichel en geduw, en bi­j­zon­der de meis­jes bezit­ten de spe­cialiteit van vrij on­zacht naar boven te komen.

Alle soorten Van dieren die op 'het doek voor-» komen zullen ze na-apen, en slechts liefdetooneel-tjes kun­nen die lu­idruchtige schaar een poosje in toom houden. An­dere toonee­len verve­len hun ten uiter­ste, dat merkt men aan hun lu­idop geeuwen en gelach bij het ern­stig­ste tooneel.

Wat het in die cin­ema op t laatst moet wor­den weet ik zoo preciçs niet, maar wat ik toch

met zek­er­heid denk te kun­nen zeggen is, dat al dat gerom­mel en gedom­mel van die min deftige per­son­nages on­mo­gelijk kan bli­jven duren. Ofwel maakt dien « hoop » met den tijd alles kort en klein, ofwel zet daar geen enkel weldenk­end men­sch nog zijn voet in.

Nu dat het zoover gekomen is zal het den bestu­ur­der heel moeil­ijk zijn er nog wat orde in te bren­gen. Want zijn per­soon­lijke schuld is het in tijds geen toezichters te hebben geplaatst (be­denk: voor groote men­schen) om stilte te hebben en te be­houden.

In­dien ieder doet wat hij doen moet, ten min­ste uit zel­fre­spect, dan zal het meeren­deel van per­so­nen die zaal niet «moeten ver­laten met ijselijke hoofd­pijn, veroorza­akt door dat moed­willig over­dreven gewauwel en gedreun van stoe­len die op en neer gaan.

Voor die law­i­jd­mak­ers zou men goed kun­nen zeggen « l’en­fant s’amuse ». Maar a. u. b. dan niet „in een cin­e­mazaal; in de open lucht is er plaats ge­noeg om al het mo­gelijke ru­moer te kun­nen be­vat­ten.

Ik vind dat de « stille kunst » maar verre van stil is. Mocht het beteren! Dat is voorzeker de wen­sch van vele cin­ema-liefheb­bers.

Alice Pavor

Een tooneel uit 11 De Hel van Dante”


FILM-RE­VUE

Bloedige Afloop

(Echéance Sanglante)

Drama­tis­che come­die met POLA NEGRI

TI­J­DENS een om­reis in Amerika, is Gérard Berton de gast van se-nor Pedro Moreno, rijk ranch-eige­naar, waar­van de vrouw vroeger een danseres was en die hij naar Amerika met zich genomen had.

Kort na haar huwelijk, we­duwe zi­jnde, en zich verve­lende, besluit de jonge vrouw in gezelschap van Gérard terug naar Eu­ropa te vertrekken. Deze laat­ste, op haar ver­liefd zi­jnde, brengt haar in het huis van zijn oom, William, waar zij zeer goed ont­van­gen wordt. Deze heeft als sekre­taris, Fred Ludo, vroeger bankier, en die nie­mand an­ders is dan de eerste echtgenoot van Lola, die door haar buiten­sporighe­den geheel zijn for­tuin had ver­loren. Het doel van haar tegen­wo­ordigheid'hier radende, tra­cht hij haar van haar besluit te doen afzien, maar hij zelf wordt door William die dol is op haar, » de deur gewezen.

Den dag dat Lola verneemt dat William scha­trijk is, stelt zij alles in het werk om den man te be­ha­gen, zon­der zich te bekom­meren over het ver­driet van Gérard.

Zoo ver­laten als hij is, besluit Gérard

een reis te doen; alvorens te vertrekken wil hij haar nog een­maal zien. Met Ludo, welke zijn vertrouwel­ing gewor­den is, gaat hij naar het gekos­tumeerd bal waar hij zeker is Lola te vin­den. Daar ziet hij haar in een loge gaan waar een gemaskerde man haar wacht. Woe­dend wil Gérard den on­gelukki­gen straf­fen, maar * op het oogen­blik dat hij wil tr­e­f­fen, herkent hij zijn oom!... Het wapen naar zich toe­keerende, doodt Gérard zichzelve.

Na dezen bloedi­gen afloop wachtte William niet zich van deze vrouw te schei­den, die van haren kant moest beken­nen dat men niet ônges­traft met de harten der man­nen speelt...

' oooooooooooooo <*•* oooooooooooooo

CHAUSSEE DE HAECHT, 31 BRUS­SEL (Porie de Sdi­aerUeeR) iel.: 549.60 549.61

FILM-RE­VUE

Cin­e­maniemvs­jes van

Para­mount

Richard Dix and Mary Astor in the Para­mount Pic­ture in the Para­mount Pic­ture Un­guarded Women" An Alan Crosland Pro­duc­tion «The Side, ohow oP Lite

RICHARD DIX en MARY ASTOR in hun nieuwe film

’’ON­BE­WAAKTE VROUWEN”

ERNEST TOR­RENCE

zooals hij op­treedt in

EEK BLIK BEZ­I­J­DEN HET LEUEN

MEN WEET dat Rudolph Valentino een jaar-lijksche medaille uit­looft voor de beste ver­tolk­ing van het jaar. Dit­maal is het John Bar­ry­more die d.e prijs heeft gewon­nen voor het jaar 1924. Tus-schen de Param­cunt-artis­ten die hebben medege­dongen zijn er de beroemd­ste tuss­chen, zooals: Adolph Men­jou, Rod la Rocque, Glen Hunter, Ernest Tor­rence, Betty Bron­son, Glo­ria Swan­son, Percy Mar­mont, Lois Wil­son, Theodore Roberts, Agnès Ayres en May Me Avoy.

Rudolph Valentino heeft het gelukkig gedacht gehad ieder jaar zulk een uitvo­er­ing te doen plaats hebben.

JESSE L. LASKY bericht dat Georges Rigas uitverkozen is om de parte­nair te zijn van William Col­lier in de groote voort­brengst: «The Wan­derer ».

JACK HOLT komt een kon­trakt met Para­mount te teeke­nen voor zijn nieuw paard «Chief», dat een be­lan­grijke rol moet ver­tolken in « The Light of West­ern Stars ». De rol van het dier bestaat hi­erin om over een hooge muur te sprin­gen, op een fluitsig­naal van zijn meester. « Chief » had slechts twee dagen en eenige stuk­jes suiker noodig, alvorens hij toe­lat­ing gaf om het kon­trakt te teeke­nen!

ADOLPHE MEN­JOU, de sym­pa­thieke artist van Para­mount, en die zulke suc­cessen be­haalde in «Mon Homme», «Ver­bo­den Paradijs», «Blinde Echtgenooten », enz., is heden op weg naar Frankrijk aan boord van den paket­boot «France».

Adolphe Men­jou zal zich naar Par­ijs begeven om al­daar een kor­ten tijd door te bren­gen.

MEN WEET nog al­tijd niet ge­noeg welke gevaren de fil­martis­ten kun­nen oploopen met het draaien. Zoo b v. Ray­mond Grif­fith heeft reeds on­tel­bare gevaar­lijke toonee­len gedraaid, die hem bijna het leven kost­ten of hem an­ders vreeselijk had­den kun­nen ver­won­den, maar telkens was het lot hem gun­stig.

Op een keer moest de dap­pere artist *een hevig gevecht aan­gaan tegen een stier, alvorens Vera Reynolds te kun­nen red­den, die met hem draaide. En aan een boom hangende, trok hij zijn parte­naire uit een auto, welke jn volle vaart kwam aan­gere­den!

Ray­mond Grif­fith bevindt zich steeds daar waar het gevaar het hevigst is, en immer trekt hij zich uit den slag zon­der maar één enkel let­sel op te loopen.

ES­THER RAL­STON zal met Richard Dix de hoof­drol spe­len in « Cal­i­for­nia-or Bust! »


FILM-REVÜE

CINE-RO­MAN

• naar het boek van Sir Arthur Conan Doyle « The Lost World »

Pro­duc­tie First Na­tional-Wat­ter­son R. Rothacker Vlaam­sche be­w­erk­ing van Ed. Neorg

Met spe­ciale toe­lat­ing van de First Na­tional Pic­tures van New York. EENIG RECHT VOOR BEL­GIE

ROLVERDEEL­ING

Pro­fes­sor Q. E. Chal­lenger Ed­ward Mal­one,, jour­nal­ist Lord John Rox­ton Pro­fes­sor Sum­mer­lee

Wal­lace Beery Lloyd Hughes Lewis Stone Arthur Hoyt

(6de Ver­volg)

Vijf mi­jlen verder zagen wij een pijl op de rot­sen geteek­end. Een weinig verder zagen wij een bres, daarin een tweede pijl, dewelke naar bin­nen wees.

Wij had­den sinds een hee­len tijd geen voed­sel genomen, doch onze zenuwen ston­den nu zoo ges­pan­nen dat wij er niet aan dachten. Wij bev­olen de In­di­a­nen ons kamp neer te slaan en wij, vier blanken, trokken de nauwe bres bin­nen.

Helaas! wij von­den geen plaats om op te klim­men. Wij gin­gen terug, maar plots vie­len de oo-gen van Lord John op het­geen wij reeds lang zochten. Heel hoog, boven ons hoofd, kwam de lucht door de stee­nen, het was de open­ing van een grot. Het was niet moeil­ijk naar boven te klauteren. Geen twi­jfel meer, daar boven was nog­maals een pijl geteek­end. Hier waren zeker Maple White en zijn kam­er­aad opgek­lom­men.

Wij waren zcfo aangedaan dat wij er niet aan dachten om naar het kamp terug te keeren, de ont­dekking moest on­mid­del­lijk verder gedaan wor­den. Lord John had een eïec­trische lamp in zijn knapzak en ver­schafte ons licht. Hij ging voorop en wij vol­gden achter elkaar.

De bek­lim­ming werd moeil­ijker daar het steiler werd. Opeens liet Rox­ton een kreet.

« De weg is geblok­keerd! » riep hij.

In­der­daad zagen wij een reusachtig blok den weg versper­ren.

« Het dak is in­gevallen! »

Wij probeer­den eenige stee­nen los te maken, maar als re­sul­taat verkre­gen wij dat wij gevaar liepen zware blokken op het hoofd te kri­j­gen en ons zouden ver­plet­teren.

De weg, langs waar Maple White was naar boven gegaan, be­stond niet meer. Zon­der spfeken klom­men wij naar om­laag en trokken naar het kamp.

Alvorens de bres uit te komen, overk­wam ons iets, wat zeer be­lan­grijk was voor wat verder komen zou.

Wij waren bij elkaar, op den bodem dezer grot, wan­neer * plots een reusachtig blok met oorver­doovend geruisch ons voor­bi­jrolde en ons allen bijna ver­plet­terd had; het moest zeker van boven gekomen zijn. Naar boven ziende was er niets te be­speuren. Wij haast­ten ons van de plaats weg, uit schrik dat er meer zulke stee­nen kon­den loskomen.

Er stond ons niets an­ders te doen dan onzen, weg rond het plateau te ver­vol­gen. Dien dag leg­den wij ongeveer 20 mi­jlen af, zon­der eenige ve­ran­der­ing te vin­den.

Wij deden echter een groote on­dervin­d­ing op. Lord John had een ajouti, iets als een varken, ge-?choten; de helft werd aan de In­di­a­nen gegeven en de an­dere helft kook­ten wij voor ons op het vuur. Het was koel dien avond, waar­door wij allen dicht bij het vuur gezeten waren. Er was geen maan aan den hemel, alleen eenige ster­ren waren zicht­baar waar­door wij een weinig voor ons kon­den zien. Plots schoot uit de duis­ter­nis ons, zoo iets als een aero­plane voor­bij. Ons gezel-( schap was voor een oogen­blik overdekt met led­eren vleugels en ik had het vi­sioen van een .ange slan­gen­nek, een vurig rood oog en ver­vaar-.ijken bek. Maar spoedig was het verd­we­nen, al­sook ons... maal. Wij allen zaten getrof­fen rond het vuur. Sum­mer­lee was de eerste welke den mond opende.

« Pro­fes­sor Chal­lenger », zegde hij, « ik ben ver­plicht u mijn verontschuldigin­gen aan te bieden. Ik heb on­gelijk gehad en ik bid u het verleden te ver­geten. »

Het was knap gezegd en de twee man­nen reik­ten elkaar voor de eerste maal de hand. Dit had­den wij dan toch gewon­nen met de eerste ont­moet­ing met dien ptero­dactyl. Een gestolen souper was het wel waard.

Zoo er werke­lijk voorhis­torisch leven op het plateau be­stond, scheen het toch niet erg te zijn, daar wij de .vol­gende drie dagen er niets van be­merk­ten.

Wij doortrokken een wilde streek beza­aid met ruwe slee­nen of met mo­erasachti­gen bodem, en om de plaats nog slechter te maken, het scheen, daar het geliefkoosde verblijf te zijn van de Ja-racaslang, de meest gevreesde in Zuid-Amerika,

Het was met steeds ons ge­weer gereed te houden en op tijd te vuren, dat wij ons leven kon­den be-y-veili­gen. f

Wij von­den maar geen weg om het plateau te*' bek­lim­men, waarop wij den toe­s­tand be­spraken.

cc Maar in elk geval, » zegde ik, « moet de regen toch een uitweg vin­den en moeten er in de. rot­sen sporen van zijn.

« Onze jonge vriend heeft een helder doorzicht, » voegde Chal­lenger er aan toe, mij op den schouder klop­pende. « Doch, op de rot­sen zijn geen sporen te zien, het water zal dus een uitweg vin­den bin­nen­waarts. »

cc Dan is er in het mid­den een meer. »

cc En waarschi­jn­lijk is dit meer dan een oude krater », ver­vol­gde Sum­mer­lee. cc Daar­bij, de gan-sche streek schi­jnt vulka­nisch te zijn. »

Op den zes­den dag maak­ten wij voor de eerste-maal een om­draai van de rots en bevon­den wij ons terug in ons eerste kamp. Wij ger­aak­ten een oogen­blik ont­moedigd. De plaats, welke Maple1 White met krijt had aange­duid, was nu on­mo­gelijk te bereiken.

Wat moest er nu gedaan wor­den? Ons pro­viand! en mu­ni­tie kon het nog lang uithouden, maarr

FILM-RE­VUE

eens zou den dag komen dat deze op ger­aak­ten. In een paar maan­den zou het re­gen­seizoen be­gin­nen en dan zouden wij uit ons kamp gewassen wor­den. De rots was harder dan marmer; geen mid­del dus om er een pad in te kap­pen.

Elk zag op naar elkaar met een droe­vi­gen blik. Dien avond zag Chal­lenger, het hoofd in de han­den, bij het kam­pvuur.

Doch in den mor­gen was het een gan­sch an­dere Chal­lenger.

«Eu­reka! » riep hij. cc Gen­tle­men, ge moogt mij dank zeggen, ge moogt elkaar dank zeggen, de zaak is opgelost! »

«Hebt gij een uitweg gevon­den?»

« lk durf ja zeggen. » cc En waar? »

Voor alle antwo­ord wees hij naar den top der rots, aan onze rechterz­i­jde. Dat dit kon bek­lom­men wor­den, daar was geen twi­jfel aan, nji­aar tuss­chen die rots en het plateau lag een diepen af­grond.

« Daar kun­nen wij nooit over komen, » merkte ik op.

cc Wij kun­nen in elk geval dien top bereiken », antwo­ordde Chal­lenger. « En wan­neer wij daar­boven zijn, zal ik u be­wi­jzen dat mijn zin­nen niet gerust hebben. »

Na het ont­bijt pak­ten wij alle klim­benood­igd-heden, welke de pro­fes­sor had mede ge­bracht uit. Hij nam een lichte, maar sterke koord, een 150 voet lang, voorzien van haken: Lord John en Sum­mer­lee waren goede berg­bek­lim­mers, zoo­dat ik alleen daarin een leer­jon­gen was.

In werke­lijkheid was die bek­lim­ming geen moeil­ijk werk, maar mij deed het meer­maals de haren ten berge ri­jzen.

t)e eerste helft ging nogal gemakke­lijk, maar de tweede helft was zeer moeil­ijk en ver­moeiend.

Sum­mer­lee. Lord John noch ik, zouden er gekomen zijn, hadde niet Chal­lenger het top­punt bereikt. Daar maakte hij de koord vast rond een ste­vi­gen boom. Daar­door warep wij bek­waam naar boven te klauteren. Wij bevon­den ons als­dan op een klein grasachtig plat­form.

De eerste in­druk welke ik had, na op adem te zijn gekomen, was het be­won­derenswaardig zicht van de streek welke wij door­reisd had­den. Het geheele Brazil­i­aan­sche plein lag bene­den ons, m de verte verd­wi­j­nende in een dichten mist. Op den voor­grond had­den wij de vallei met aller­lei gewassen beza­aid; ver weg zagen wij de bam­boe­plan-ten welke wij gepasseerd had­den en daarop de boss­chen op een on­afzien­baren af­s­tand.

!k stond dn be­won­der­ing voor dit prachtig panorama, wan­neer ik plots de hevige hand van den pro­fes­sor op mijn schouder voelde.

« Dezen weg op, jonge vriend! » riep hij. «Men moet nooit achter­waarts zien, maar steeds naar ons glo­ri­er­ijk doel! »

Ik sloeg een arm rond de tak van den boom en le­unde voorover. Ver bene­den ons ston­den onze be­di­en­den, naar ons opziende.

« Het is in­der­daad zon­der­ling, » ho­orde ik plots pro­fes­sor Sum­mer­lee zeggen.

•Ik keerde mij om en zag dat hij den boom on­der­zocht, waaraan ik hing.

« He! » riep ik ver­won­derd. « Het is een beuken­boom! »

« Ja, jonge man, een landgenoot in een ver land! »

cc Ja maar, » lachte Chal­lenger, cc hij is niet alleen een landgenoot, maar tevens een bondgenoot. Dezen beuken­boom zal ons helpen over den af­grond te ger­aken. »

cc Bij George!» riep Lord John, «een brug!» « Juist, mijn vrien­den, een brug! Het was niet

voor niemen­dalle dat ik verleden nacht niet ges­lapen heb!... Ik dacht er op om een brug te vin­den... Daar is ze! »

Het was een heer­lijke gedachte. Chal­lenger had een groote bijl medegenomen bij de bek­lim­ming; hij reikte ze mij over en sprak:

« Hier zal onze jonge vriend ons van groot mit zijn... Ik ver­zoek u niet aan u zelf te denken, maar juist te doen wat u gevraagd wordt. »

Onder Chal­lenger’s lei­d­ing, kapte ik stukken uit den boom, zoo­dat deze in de aanged­mde richt­ing vallen zou. Lord John nam 'lijn taak over. Op een weinig meer dan één uur tijd, was er een luid gekraak, viel de boom neer aan de an­dere zijde, op het plateau en ver­mengde zijn takken tuss­chen het an­dere groen aan den overkant... Daar was onze brug naar het on­bek­ende.

Wij druken allen zwi­j­gend de hand van pro­fes­sor Chal­lenger, welke glim­lachend zijn c-troohoed af­naarri en een diepe buig­ing maakte.

« Ik cisch de eer op », zegde hij, « om het eerst over de brug te gaan en het on­bek­ende te be­tre­den. »

Hij naderde reeds de brug wan­neer Lord Johl\ zijn hand op dezes schouder legde:

cc Mijn beste vriend, dit kan ik niet toes­taan. », «Niet toes­taan, mi­jn­heer!»

cc Neen; wan­neer het de weten­schap be­treft», dan is het aan u. Maar wan­neer het mijn de­parte­ment be­treft, dan is het mijn beurt. »

« Uw De­parte­ment? »

cc Wij allen hebben ons beroep... Wij gaan een* land in­trekken met aller­lei vi­jan­den! » tc Welnu, mi­jn­heer, wat is uw voors­tel? » cc Het is mo­gelijk dat daar er­gens een stam kan­ni­balen huist, wach­t­ende op hun lunch, » zeg­den Lord John, over de brug ziende. « Mal­one en ik, zullen terug naar bene­den gaan om de gew­eren te halen en keeren terug met Gomez en de an­deren. Een enkel man zal dan over de brug gaan ter­wijl de an­deren hem beschut­ten met de gew­eren. Is alles veilig dan gaan wij allen over de brug. »

Chal­lenger zat ongeduldig te luis­teren ter­wijl wij Lord John niets an­ders dan gelijk kon­den geven.

Wij deden aldus zooals besloten was. Wij haalden de gew­eren naar boven. De kleurlin­gen had­den ons in­s­gelijks gevolgd met eenig pro­viand, in geval het tochtje langer mocht duren dan wij ge. dacht had­den. Wij had­den allen een gordel om de lenden met pa­tro­nen.

cc Nu Chal­lenger, » sprak Rox­ton, « in­dien gij er dus aan houdt de eerste over te steken. »

cc Daar gij mij wilt toes­taan voor te gaan, » nnt* wo­ordde de gram­storige pro­fes­sor, cc ben ik u zeer ver­plicht. »

Met de bijl over den schouder -was Chal­lenger spoedig aan de overz­i­jde. Daar gekomen zwaaide hij met de armen en riep: cc Ein­delijk! Ein­delijk! »

Ik keek hem angstig aan, verwach­t­ende dat er hier of daar uit het groen iets te voorschijn zou komen dat hem nood­lot­tig kon zijn. Doch, alles was stil, alleen een vreemde vogel vloog van on-, der zijn voeten uit.

Sum­mer­lee ging de tweede over den boom. Daarop vol­gde ik en tra­chtte niet naar bene­den te zien, over den ein­de­loozen af­grond. Dan kwam Lord John en wan­delde over de brug alsof hij het-steeds gedaan had.

En daar ston­den wij gevieren in het droom­land, de verd­we­nen wereld van Maple White. He; scheen ons het op­per­ste oogen­blik van den tri­omf! En wie zou ons gezegd hebben dat on­mid­deil­ijk. daarop ons een hevi­gen slag zou tr­e­f­fen?

(Wordt voort­gezet)


POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE

Adressez-vous à la Brasserie

VAN HOM BEECK

HA­BILLEZ

UOS

EN­FANTS

BRI­TAN­NIA

77, Longue rue d’Argile

Mai­son BERTH Y

106, rue de l’Eglise, 106

Grand choix en toutes sortes de

FO ZJt­tJR U FIKS

Man­teaux et casaquins à par­tir de fr. 37 5

La Four­ni­ture Générale Ai­i­ioino­li­ile

12, rue Van Ert­born

Tél. 2921 AN­VERS Tél. 2921

Agence pour la Province d’An­vers du Vrai "FER­ODO"

Agence pour An­vers des Roule­ments à billes S. K. F.

Agence générale pour la Bel­gique du Di­a­mond et Noble's Pol­ish

La seule mai­son de la place four­nissan aux garages aux prix de gros

PHO­TOGRAVEURS

DESSI­NA­TEURS

EX­E­CU­TION RAPIDE ET SOIGNEE

Champ Vlem­inekx.ô AN­VERS TéLéPH-9209

HSHSH­SE­SH­SiS­B­SaSÜSfflî

OU­VRAGES DE

DAMES

OU­VRAGES DESSINÉS

LAINES, SOIES, CO­TONS, COU­VRE-LITS, NAPPES,

STORES, BON­NET­TERIE A LA MAIN, -j

DEN­TELLES, JUMPERS Cj

MAI­SON EMMA

HANDW­ERKEN

tU WOL, ZIJDE, KA­TOEN, BED­SPREIEN, TAFEL-KLEED­EREN, STORES, KAN­TEN, HAND­BREI­GOED, JUMPERS

An­vers, Rue Von­del­straat, 15, Antwer­pen

P ALLE EL­E­GANTE DAMEN KOOPEN HUNNE

PELSEN

Pels­man­tels, Boas en Marabous

in het

Huis ANNA

. Diepes­traat, 140 - ANTWER­PEN _

MEUBLES

I Les plus grands Ma­g­a­sins en Bel­gique

9 Longue rue des Claires 9

(près Meir)

I Grand choix de gar­ni­tures. 200 salles à manger, § Icham­bres à coucher, sa­lons, cuisines, ve­ran­dah's,! I bu­reaux, li­ter­ies, chaises-longues, etc. etc. 1

Mai­son Améri­caine |

Meilleur marché qu’ailleurs I Ou­vert tous les jours jusqu’à 8 h. s. | I Ma­g­a­sin fermé

ïfi­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­imi­i­i­i­i­i­i­i­i­iMi­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­imi­i­i­i­i­i­i­i­i­m­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­u­iiiï

Autos pom Cérémonies, Mariages, Baptêmes et Fêtes

Garage J- & H. DEHU

Téléphone 3107

H 42, Canal des Brasseurs - AN­VERS

VOY­AGES A L’ÉTRANGER - EX­CUR­SIONS PRIX A FOR­FAIT

Qvu­JLi&vLr cLe

L cU- j

Pour TOUS vos „PLISSES fii vomie

LA MAI­SON

A. CAUCHETEUX

Broderies - Per­lages

est SPÉCIALISÉE

ATE­LIER DE „POINTS CLAIRS”

17, Rue Rubens Tél. 32217

27, Rue Porte St. Georges Tél. 32218

..​EMGELSCH HO ED EN U A GA ZI JDI.. JN­DEL­STR., 19 CAUS (nabij St. Jansplaats

De laat­ste nieuwighe­den in Vil­ten Hoe­den

Püirrje leus

Ziet Sta­lave


ROYAL - ZO­OLO­GIE CIN­EMA

Le Roi du Cirque |

En ce temps là le Palace Hôtel avait, comme clients de mar­que le Mar­quis de Pom­padour et son neveu le Comte Max de Pom­padour, auquel l’oncle re­proche de di­lapi­der sa for­tune.

Le Mar­quis a trouvé un moyen d’empêcher son neveu de sor­tir: il le prive de sa garde-robe, mais l’ingéniosité de Max est grande. Grâce à l’ac­cou­trement d’un groom, nous retrou­vons le beau Max au danc­ing du Palais Mont­martre.

Au matin, à l’heure où les braves gens voiit tra­vailler, Max est con­fort­able­ment in­stallé dans le lit réclame d’une de­van­ture de marc­hand de meubles. L’oncle est mis au courant de la nou­velle frasque de son neveu et le re­tour au logis ne va pas sans péripéties.

Le Mar­quis somme son neveu d’acheter une con­duite... d’intérieur et lui donne à choisir entre les trois filles de Madame de la Roulette,

Alors Max avoue à son oncle qu’il a fait la con­nais­sance de la belle Ketty, jeune ac­ro­bate au cirque Buf­falo. Hor­reur! un de Pom­padour épouser une ac­ro­bate, ja­mais, et l’oncle refuse pareille mésal­liance.

Le père de Ketty aussi n’en­tend pas pareille mésal­liance! sa fille n’épousera qu’un ac­ro­bate. Et Ketty suggère Max à de­venir ac­ro­bate. Rentré ehe/, lui il com­mence ses éludes ac­ro­ba­tiques. Aidé du valet de cham­bre John, il fait des sauts avant et arrière, trapèze, barre-fixe, équili­bres, mais il ne s’aperçoit pas que le plancher trem­ble, les sus­pen­sions os­cil­lent, les voisins protes­tent, est-ce donc la fin de son rêve? Non! il avise le fond de com­merce de Mme Dumînet domp­teuse de puces 1 Joyeux Max bon­dit au cirque où, quelques min­utes après tout le monde se livre à un grattage ef­farant. Max s’en­fuit après avoir mis. knoe’out Emilio son rival en amour. Cette fois Max croit toucher au bon­heur. Il aura Ketty, mais au­para-

PRO­GRAMME du 7 au 11 JUIN

@ l. La Brigade fantôme....M. My­d­dle­ton

PATHÉ - REVUE

Place aux Femmes

vaude­ville d’après la pièce de

M. Hen­nequin

Le Roi du Cirque (

in­terprété par

MAX LIN­DER

Pen­dant la Pause

Récital pour Orgue

PRO­GRAMMA van 7 tot 11 JUNI

1. De Spook brigade....M. My­d­dle­ton

2. PATHÉ - REVUE

Plaats vo­orde Vrouwen

bli­jspel naar het stuk van

M. Hen­nequin

4/ De Cirkuskon­ing

ver­tolkt door

MAX LIN­DER

Ti­j­dens de Poos

Récitaal voor Orgel

Se­maine prochaine

VIOLA DANA

dans

Le Bébé de cinq Dol­lars

comédie

vant il devra dompter Tibere, le plus farouche des lions de l’Atlas. Max s’arrange avec un clown qui se déguis­era en lion, et qui exécutera les tours de haute école. Le cirque est plein à cra­quer. Emilio a décou­vert le se­cret du clown, et lorsque Max pénètre dans la cage il ne se doute pas qu’il a af­faire à un vrai fauve. Après quelques in­stants de tra­vail Max a com­pris, ses cheveux se dressent sur sa tête, il veut fuir, mais le lion le de­vance, et se sauve dans les coulisses, le pub­lic ap­plau­dit, Max tri­om­phe, et le père de Ketty présente Max le Roi du Cirque.

GRAND SUC­CES

GRAND SUC­CES

De Kon­ing van het Cirkus

De Graaf Max de Pom­padour maakt de wan­hoop uit van zijn oom, de Markies, dra­gend dien­zelf­den eerbied­waardi­gen naam.

Hij haalt de gek­ste frat­sen uit, komt in treuri­gen staat thuis, aangevezen als ’n oude tem­pe­lier, wan­neer hij niet, bij to­e­val, verzeilt in een meu-bel­winkel waar hij, ten aanzien van al de voor­bi­j­gangers, zijn roes uit­slaapt dat het een lust is.

Zijn oom wil hem uithuwelijken. Waarom P Dat gaal eigen­lijk nie­mand aan. Het feit is dat deze flinke onzek­er­looze Max in het bootje moet stap­pen, wan­neer hij ver­liefd wordt op een paard-ri­jd­slcr uit het cirkus.

Uit loutere liefde voor haar zal hij eerst akro-baat wor­den, na­dien vlooien­tem­mer tot hij het zoo ver brengt niets min­der dan leeuwen­tem­mer te wor­den.

En den­zelf­den dag dat hij een glo­ri­er­ijke over­win­ning be­haalt op den prächti­gen leeuw van den Atlas wordt zijn verlov­ing gevierd met de aangebe­den Ketty.

De Kon­ing van het Cirkus zal de­gene huwen die hij be­mint.

Im­primerie du Cen­tre, 26. Rem­part Kip­dorp, An­vers


Ons Pho­to­hoekje

SPEESKE ontv­ing gratis de photo van Mary Philbin, na 35 dagen; Betty Comp­son, na 39 dagen.

X.X. ontv­ing gratis de photo van Andrée Bra­bant, for­maat 13x8, na 5 dagen, Ramon No­varro, 17.5x12.5e na 123 dagen; Betty Bron­son, 17.5x 12.5, na 60 dagen.

DE BIE ontv­ing gratis de photo van Claire Wind­sor, na 5 weken en drie dagen; Gin­nette Mad­die, na 15 dagen; Flo­rence Vidor, na 2 maan den; Pat Moore, na 68 dagen; Tom Moore, na 105 dagen; Colleen Moore, na 6 weken en 1 dag; Jeanne Hel­bling, na 3 dagen; Gina Relly, na 23 dagen; Dou­glas Fair­banks, na 7 weken; Mary Pick­ford, na 3 maan­den; Con­stance Tal­madge, na 6 weken; Jane Rol­lette, na 6 dagen; Edouard Mathé, na 4 dagen; Ce­line James, na 19 dagen.,

JULIA EN PIERRE ontvin­gen gratis de photo van Alice Terry, na 2 maan­den; Andrée Bra­bant, na 1 maand; Agnes Ayres, na 2 maan­den; Alma Rubens, na 2 maan­den; An­to­nio Moreno, r.a 2 "maan­den; Anna Wils­son, na 2 maan­den en half; Adolph Men­jou, na 1 maand en half; Bil­lie Burke, na 1 maand en half; Blanche Mon­tel, na 1 week; Bar­bara La Marr, na l maand en half; Bessie Love na 2 maan­den;. Bebe Daniels, na 3 maan­den; Betty Comp­son, na 2 maan­den, Bert Lytell, na 1 Charles Raÿ, na 6 maan­den; Clyde Cook, na 1 maand en half; Char­lie Chap­lin, na 2 maan­den; maand en half; Con­stance Tal­madge, na 2 maan­den; Con­stance iBney, na 1 maand; Cullen Lan­dis, na 4 maan­den; Con­rad Nagel, na 3 maan­den, Carmel Mey­ers, na 8 maan­den; Con­way Tearle, na 2 maan­den; Colleen Moore, na 1 maand en half; Dorothy Philips, na 2 maan­den; Di­anna Man­ners, na 1 maand; Dustin Far­num, na 3 maan­den; Dou­glas Fair­banks, na 1 maand; Es­telle Tay­lor, na 2 maan­den; Elsie Fer­gu­son, na 4 maan­den; Ernest Tor­rence, na 1 maand en half; Frank Mayo, na 4 maan­den; Flo­rence Vidor, na 1 maand en half; Flora 1e Bre­ton, na l jaar; Georges Car­pen­tier, na 2 maan­den en half; Georges Bis­cot, na 1 maand; Gina Palerme, na 6 dagen; Ginette Mad­die, na 6 dagen; Geneviève Félix, na 8 dagen; Georges Larkin, na4 maan­den; Garet Hughes, na 3 maan­den; Glo­ria Swan­son, na 2 maan-

« Niet aan boord zijn » schi­jnt de gewoonte te wezen, want spin­nen von­den den tijd onont­war- \

bare webben te span­nen voor de kijkven­sters der kajüiten en even­zeer op de deuren van een beeldige bun­ga­low op Catalina ei­land, deuren die de haam dra­gen: «Tom Mix» zette de tijd en de ver­laten­heid zijn stem­pel.

« Het is god­delijk » verk­laarde Mix, een prachtvolle yacht te bezit­ten en een zomer­huisje in de Pa­cific, doch het is nog heel wat pret­tiger hen te kun­nen bezi­gen. »

Juist nu, verbli­jft de William Fox-star in een ver­laten kamp, ver voor­bij Utah, waar hij « 1 he Dead­wood Coach » draait. Nog niet lang gelédèn, keerde hij terug uit Nöord-Cal­i­fornië, waar de toonee­len van « Teeth » (Dans ce brasier) wer­den gedraaid.

Alles nagerek­end, is het Tom Mix gegeven ge­weest in het geheel 76 nachten in Hol­ly­wood door te bren­gen.

Drukk. «Ex­cel­sior», n. v. Somersstr. 22 Uit­gave :« CIN­EMA- EN 1OONEEL­W­ERELD »

Gine­manieu wsj es

DE BEL­GIS­CHE VOORT­BRENGER Paul Flon is op het oogen­blik aan de Azurenkust, in gezelschap van Suzanne Christy, al­waar hij toonee­len draait voor de film « Een Haard zon­der Moeder », waar­van hij ook den schri­jver is.

JEAN RENOIR EN PIERRE DE­STRU­IGUEZ

hebben een film­spel geschreven, getiteld: « La

Be­lote » het­welk door Aubert zal op het doek ge­bracht wor­den.’

TOM MIX... IN WAARHEID DE ARME RIJKE MAN. — In de San Pedro haven, gek­lonken aan de ste­vige ket­tin­gen ligt het prachtige schip « Miss Mixit», Boven, op den, top zi­jner mas­ten iVuift de blauwe vlag en wim­pel, die de zee­haven­den meldt dat de eige­naar niet aan boord is.

den en half; Gina Relly, na 10 dagen; Ho­bart Bosworth, na 2 maan­den en half; Harold Lloyd, na 2 maan­den; Hope Hamp­ton, na 1 maand; Huguette Du­f­los, na 8 dagen; Her­bert Rawl­in­son, na 3 maan­den; Ivan Mosjoukine, na 3 weken; Joseph Swickard, na 1 maand en half; Jean Tou-lout, na 3 dagen; Jack Pick­ford, na 3 maan­den;

John Gilbert, na 1 maand; James Kirk­wo­ord, na

1 maand en half; Julia Faye, na 4 maan­den; Jack Holt, na 4 maan­den; Jack Mul­hall, na 2 maan­den; Jaques Cate­lain, na 1 maand; Lila Lee, ra 4 maan­den; Leatrice Joy, na 2 maan­den en half;

Lois Wil­son, na 2 maan­den; Lewis Stone, ra 3 maan­den; Lloyd Hughes, na 2 maan­den; Lu­ciano Al­ber­tini, na 3 maan­den; Mary Pick­ford, na I maand; Maë Mac Avoy, na 4 maan­den; Mary Prévost, na 1 maand en half; Mario Au­so­nia (2), na 1 maand; Mar­ion Davies, na 2 maan­den; Madge Bel­lamy, na 1 maand en half; Mil­ton Sills, na

2 maan­den; Mal­colm Mac Gre­gor, na 2 maan­den;

Max Lin­der, na 2 maan­den; Mary Philbin, ra 1 maand en half; Nita Naldi, na 2 maan­den; Nor­man Kerry, na 2 maan­den; Priscilla Dean, na 2 maan­den; Pola Negri, na 2 maan­den; Patsy Ruth Miller, na 1 maand en half; Pauline Garon, na 2 maan­den; Ro­muald Joubé, ra 2 maan­den en half;

Richard Barthelmess, na 2 maan­den; Ramon No- Vîjïï varro, na 2 maan­den; Ruth Roland, na 3 maan­den; Richard Dix, na 1 maand en half; Rudolf Valentino, na 2 maan­den; Regi­nald Denny, na 2 maan­den; Raquel Meller, na 8 dagen; Rod la Rocque, na 2 maan­den en half; San­dra Milowa-noff, na 4 dagen; Thomas Meighan, na 2 maan­den; Theodore Roberts, na 2 maan­den; Theodore Kosloff, na 3 maan­den; Viola Dana, na 2 maan­den; Vir­ginia Valli, na 2 maan­den; William S.

Hart, na 1 maand en half; Wal­ter Hiers, na 4 maan­den; Wanda Haw­ley, na 3 maan­den; William Far­num, na 2 maan­den en half; Mary Astor,

na 1 maand en half; Glen Hunter, na 2 maan­den.

SANS SOUCI onving gr­tatis de photo va'i: Ce­line James, 9x14, na 17 dagen; Betty B- mson, 12.5x17.5 na 5 weken; Suzanne Bianchett postkaart, 5 dagen; Jane Rol­lette, postkaart 12 Jagen; . Edouard Mathé, postkaart, 18 dagen, Pauline Fred­er­ick, 18x13, na 68 dagen; Pauline Garon, 18x13, na 45 dagen, Jackie Coogan, 18x13, na 69 dagen; Jeanne Hel­bling, 17.5x11.5, na 3 dagen; Glo­ria Swan­son, 23.5x18, na 35 dagen.