Programme from 22 to 28 Jan. 1932



Booklet

Bron: FelixArchief nr. 1968#746

This text has been generated automatically on the basis of scanned pages, using OCR software. Because of the historical typefaces used in the programme booklets, the output is not flawless.

Show the facsimiles of this programme booklet


Pro­gramme 21 Speel­wi­jzer

Ven­dredi gyty Vri­jdag

S a med j Za­ter­dag

Di­manche

Zondag

Lund i. Maandag

Jeudi

Don­derdag

jan­vier Ja uari

1932

1. Eclair-Jour­nal

Ac­tu­alités sonores

2. Dessin animé

3. Epoux volants

Doc­u­men­taire du ser­vice sci­en­tifique de l’U. F. A.

BNTR'ACTt Pen­dant l’entr’acte - Au­di­tion de dis­ques

1. Eclair-Nieuws­berichten

Ak­tu­aliteiten op den klank­film

2. Oe­teek­ende film

3. Vliegende Echtgenooten

Doku­men­tarische film van de kul­tu­u­rafdeel­ing der U. F. A.

POOS

Ti­j­dens de poos - Uitvo­er­ing van gram­mo­foonpl.

PAR I, ORHONE

B 22910 LES GARS DE LA MA­RINE DE JON­GENS VAN DE ZEE. - PON­TEN­ERO.

du film 'Xe Cap­i­taine Crad­dock ' chanté par uit den film "Kapitein Crad­dock” gezon­gen door

JEAN MURAT

B 17744 du film "LE PETIT ECART" - uit den film "DE KLEINE ZI­JDE­SPRONG - TRA-LA-LA Joué par l'or­chestre - uit­gevo­erd door het ork­est DOBRI

4. Le Cap­i­taine Crad­dock 4. Kapitein Crad­dock

(irand film d'aven­tures Scénario:

Hans MULLER

d'après naar

H ELT Al & RECK MAL­LECZEWEN

Réal­i­sa­tion: Ver­wezen­lijk­ing:

HANNS SCHWARZ en col­lab­o­ra­tion avec in medew­erk­ing inet Max DE VAUCOR­BEIL Musique: Muziek

Werner Richard HEY­MANN

Cou­plets; Koe­plet­ten :

Jean BOYER

Groote avon­turen­film Sce­nario;

Franz SCHULZ

Prise de nies: Zicht op­na­men

RIT­TAU & TCHET

Prise de sons: Klankop­na­men :

FRITZSCHING

Decors: Scher­men :

Erich KET­TEL­HUT

D'alogues: Di­alo­gen

André MAUPREY

Cos­tumes: Kostümen :

René HU­BERT

DRAMA­TIS PER­S0NÆ

Vola

Crad­dock Pierre . Is­abelle. Brégail­lon Di­ane- .

Kate von Nagy Jean Murat Charles Redgie Alice Tis­sot Lu­cien Calla­mand Rachel De­virvs

Le Di­recteur du Casino De Bestu­ur­der v. h. Casino Le Con­sul De Kon­sul .

Le min­istre des fi­nances De min­is­ter van geld­wezen

Paul Olivier Sinoël

Re­delsperger


S3-

Kapitein Crad­dock

De oor­logsvloot van 't Koninkrijk Pon­ten­ero bestaat uit... één kruiser, de « Per­si­mon », waarop de fiere maar lustige kapitein Crad­dock bevel voert, bi­jges­taan door zijn lui­tenant Pierre Schmidt en in­ge­nieur Brégail­lon. Iedereen leidt een vroolijk lev­en­tje aan boord, al­hoewel de sol­dij der heeren of­ficieren niet steeds ti­jdig wordt gestort. Want, men moet het weten, Pon­ten­ero bezit noch pe­tro­leum-* bron­nen, noch goud­mi­j­nen en de Staats-j kas van H. M. Koningin Yola ziet er eer-J der treurig uit.

D'e « Per­si­mon » bevindt zich in de om­streken der Balearische Ei­lan­den wan­neer Crad­dock het bevel ont­vangt zich naar Livorno te begeven, om daar de Koningin te wachten, die een rond­tocht op de Mid­del-land­sche Zee wil maken.

Crad­dock voelt daar heel weinig voor, des te meer aangezien een Post-scrip­tum ver­meldt dat niet alleen de uit­be­tal­ing zi­jner sol­dij, doch van al de bootonkosten tot on­bepaalden tijd is uit­gesteld. Daar­bij stelt Crad­dock zich de Koningin voor als een oude, lastige en verve­lende ma­jesteit. Hij besluit dan ook niet naar Livorno te stoomen, doch naar Monte-Carlo, om er in het Kon­sulaat van Pon­ten­ero de hem ver­schuldigde som­men op te vorderen.

In den snel­trein, met bestem­ming Livorno, bevindt zich Yola, Pon­ten­ero's vorstin, vergezeld harer hof­dame Is­abella, dame van ri­jpen oud­er­dom, maar met des te vuriger tem­pera­ment. Haar Ma­jesteit verneemt door haar eerste min­is­ter de oproerige houd­ing van kapitein Crad­dock. Veront­waardigd door deze tucht­loosheid, besluit zij door te reizen naar Monte-Carlo om al­daar den kon­sul bevel te geven den op­standige aan te houden.

In het kon­sulaat ont­moet Yola de flinke

kapitein en, zooals het past in de tradi-dies van alle op­eretten-koningin­nen, wordt zij smoor­lijk ver­liefd en vangt dadelijk met zijn verover­ing aan.

Zij over­handigt den kon­sul een prachtig halss­noer, ten einde den kapitein te kun­nen uit­be­talen. Dan, vol­gens de raadgevin­gen ver­vat in het « Hand­boek der vol­maakte Liefheb­ster » —- het lievel­ings­boek harer hof­dame -— gaat zij naar de speelzaal om er Crad­dock te ont­moeten. Na tal van voor­vallen gelukt zij er in den fmooien of­ficier te verov­eren.

Crad­dock waagt zijn kans bij het spel en wint; nu zal hij Pon­ten­ero en « zijn vloot » kun­nen vaar­wel zeggen en naar Amerika vertrekken. Wan­hopend bij de gedachte haar uitverko­rene reeds te ver­liezen, zet zij hem aan verder zijn geluk te be­proeven. Op een paar minuten ver­li­est hij alles wat hij gewon­nen had. Een dolle woede be­vangt hem: hij deelt den bestu­ur­der van het « Casino » mede, zon­der omwe­gen, dat, in­dien hij voor den vol­gen­den mor­gen 9 uur niet terug in het bezit wordt gesteld van de ver­loren som, hij zon­der meer het « Casino » zal laten beschi­eten door zijn kanon­nen.

En de bestu­ur­der kan vast­stellen dat het niet bij Wo­or­den zal bli­jven. Ni­et­te­gen­staande Yola zich opof­fert en met hem den nacht door­brengt, bli­jft hij 's an­der­daags bij zijn besluit.

Ten einde raad wordt hem dan het ver­speelde teruggegeven. Yola heeft in­tus-schen haar ware een­zelvigheid geopen­baard en stelt hem voor haar eerste min­is­ter te wor­den. Doch Crad­dock verki­est de avon­turen en, alles in den steek la­tend, vertrekt hij naar Hon­olulu.

Doch Y ola geeft zich niet onder: zij snelt naar de « Per­si­mon » en deze zet op z’n beurt koers naar het nieuwe Land van Belofte!

PIL­SNER URQUELL BOCK GRÜBER

SPATEN­BRAU

MU­NICH

GUIN­NESS-STOUT

PALE-ALE

SCOTCH-ALE

SPÉCIALITÉS -

BUF­FET FROID

LES BIÈRES POUR TOUS LES GOUTS:

SALLES POUR BAN­QUETS


Le Cap­i­taine Crad­dock

La flotte de guerre du roy­aume bien connu de Pon­ten­ero se com­pose... d’un croiseur, le « Per­si­mon », com­mandé par un fier marin, forte tête mais gai com­pagnon: le cap­i­taine Crad­dock, sec­ondé par le lieu­tenant Pierre Schmidt et l'ingénieur Brégail­lon. Un laisser-aller de bon aloi règne à bord, bien que la solde de messieurs les of­ficiers ne leur soit pas tou­jours versée aux échéances prévues.

Au début de notre récit, le « Per­si­mon » croise aux alen­tours des Baléares, lorsqu’il reçoit l’ordre de se ren­dre à Livourne, pour y at­ten­dre la reine et la promener en Méditer­ranée.

P eu dis­posé à de­venir le cicérone de sa sou­veraine qu’il imag­ine laide, vieille et re­pous­sante, Crad­dock décide de se ren­dre non à Livourne, mais à Monte-Carlo pour y toucher, au Con­sulat de Pon­ten­ero, les sommes qui lui sont dues.

Dans le rapide à des­ti­na­tion de Livourne se trouve la reine de Pon­ten­ero, Yola, ac­com­pagnée d’une dame de la cour, Is­abelle, per­sonne mûre et vol­canique, qui cul­tive tou­jours de ten­dres in­ten­tions à l’égard du sexe fort. En cours de route S. M. ap­prend par son pre­mier Min­istre la défec­tion du cap­i­taine Crad­dock; outrée de cette in­dis­ci­pline, la sou­veraine décide de con­tin­uer son voy­age jusqu’à Monte-Carlo, où elle charg­era le con­sul de faire arrêter l’in­soumis.

Au terme de son voy­age, Yola aperçoit au Con­sulat le pim­pant cap­i­taine Crad­dock et, selon les meilleures tra­di­tions d’une reine d opérette, en tombe éper­du­ment amoureuse, ne rêvant plus que de faire sa conquête.

Après avoir remis au con­sul un su­perbe col­lier de per­les, afin que le cap­i­taine soit

désintéressé des sommes qui lui sont dues, la reine, suiv­ant les con­seils in­diqués dans le « Mi­anuel de la par­faite co­cotte », le livre de prédilec­tion de sa dame de cour, se rend aux salles de jeu pour y retrou­ver Crad­dock. Après de mul­ti­ples péripéties, elle y fait la conquête du bel of­ficier et se fait of­frir par lui le col­lier de per­les. Crad­dock, tou­jours ac­com­pagné de l’amoureuse Yola, es­saie sa chance au jeu... La veine lui sourit... Nos deux amoureux vont fêter l’événe­ment au bar, où Crad­dock con­fie à sa belle que, grâce à l’ar-gent gagné, il va quit­ter la ma­rine royale.

Désespérée de la per­spec­tive de per­dre déjà son bel amoureux, Yola P in­cite à re­tourner aux ta­bles de roulettes, où en moins de temps qu’il n’en faut pour le dire, il reperd toute la for­tune qu’il avait gagnée. Crad­dock entre dans une colère folle, va trou­ver le di­recteur du Casino, et le men­ace de bom­barder le Casino avec les canons de son navire, s’il n’est, — jusqu au lende­main matin 9 heures — rem­boursé de ses pertes.

Dans l’es­poir de con­soler et d’apaiser Crad­dock, Yola se sac­ri­fie et passe la nuit auprès de lui, mais le lende­main le cap­i­taine est tou­jours dis­posé à bom­barder Monte-Carlo.

Faisant con­tre mau­vaise bon coeur, le di­recteur s’exécute et le rem­bourse. Mais bien que la reine ait soulevé lé voile de son incog­nito et pro­pose à Crad­dock de faire de lui son pre­mier min­istre, le bel of­ficier préfère courir T aven­ture aux bril­lants mi­rages et s’em­bar­que sur un paque­bot en par­tance pour Hon­olulu, sous les yeux désolés de Yola et de Pierre.

Mais le désespoir de Yola n’est que de courte durée: elle réagit prompte­ment et, après s’être assurée que le stock de char­bon est suff­isant, elle donne l’ordre de met­tre le cap sur Hon­olulu.


55

Monte-Carlo f

De naam « Monte-Carlo » syn­thetiseert een oegnp: de groot­ste speel­bank der wereld.

nr gaat trouwens geen week voor­bij of de eene ot an­dere ophef­mak­ende « gebeurte­nis » wordt door oe dag­bladen van gansen oe wereld veropen­baard, tu­gen-Iijk Komen af deze geoeurtemssen haast neer op vol­gende stereo­type-gevallen: armen die rijk wor­den; rijKen die arm wor­den; lieden die, te mid­den der winst, het spel eindi­gen; an­dere die verder spe­len en... alles ver­liezen — ofwel ver­twi­jfelde geluk­zoek­ers die alleen maar de zelf­moor-uen-sta­tistiek doen aan­groeien. Af en toe komt een min of meer sluwe vais­chspeler voor, oie meestal na eemge kansen ges­napt worot, of een an­dere, die door mid­del van vais­che kaarten het lot wil beïnvloe­den. Men maakt ook nog gewag van eeroer domme za­kKen­rollers.

U'it ahes bi­jeen is echter meer dan vol­doende om over Monte-Carlo sen­satiebe-ric­n­ten van be­lang op te maken.

Vóór den oor­log was de toe­gang tot de speelzalen, de tu­inen, de feesten en con­certen kosteloos; even­zoo het be­waren der kfeed­ingstukken. Men bek­wam er nog bij: een no­tablok en een sier­lijk pot­lood, om het spel ter­dege te kun­nen no­teeren. 1 egen­wo­ordig moet dit alles echter zeer duur wor­den be­taald, leder gast moet zich een toe­gangskaart aan­schaf­fen, naam, stand en woon­plaats opgeven, vooraleer hij de speelzaal be­tre­den mag. Op de rugz­i­jde van be­doelde kaart staat gedrukt; (( Oe aflev­er­ing dezer kaart ver­plicht het Bestuur tot niets. Bui­ten­dien be­houdt het Bestuur zich het recht voor, ze te allen tijde in te trekken en zon­der aan­duid­ing van re­de­nen ».

Hoe on­schuldig dit wellicht ook klinke,

voor het Casino-bestuur is deze maa­tregel? van groot be­lang. IJoor dit voor­be­houd f bekomt het in­der­daad het recht, in som­mige om­standighe­den, be­zoek­ers die « te veel win­nen » zon­der meer uit de zaal te zetten, .boven­dien kan elk in­ge­bracht bezwaar van een speler tegen den bankier ot zijn aangestelde uit­ge­bracht, vo­eren tot ait « gevolg ».

We u gespron­gen » bank is ook een dus­danige truK. Meert in­der­daad een speler met oen hoogst-toege­laten inzet het hoog­ste gewin — 53 maal de inzet! — dan is «de bank gespron­gen». Ufe speler bekomt de gewon­nen som, maar de « getrof­fen » speeltafel wordt voor dien dag ges­loten. Life gelukkige win­ner mag daar­bij eerst 24 uren later de speelzaal op­nieuw be­tre­den.

Vol­gens sta­tistieken door het Bestuur opge­maakt, bli­jft tot heden de En­gelsche ren­paar­den­bezit­ter Syd­ney Beer de groot­ste win­ner: in drie dagen ver­wierf hij

25.000 Bond met bac­cara. Als groot­ste ver­liezer is een jonge Belg opge­teek­end, die in den loop eener week niet min­der dan 23 miljoen frank ver­loor (nogal goud-frankl), geld het­welk hij een Brus­selsche bank op bedriegelijke wijze had ont­fut­seld.

Tegen­wo­ordig is de toeloop naar Monte-Carlo niet meer zoo geweldig als vóór den oor­log, toen de winst van één jaar 35 miljoen frank bedroeg. Natu­urlijk moeten hi­er­van enorme onkosten afgetrokken wor­den: in de eerste plaats het overeengekomen aan­deel aan den toen­ma­li­gen vorst van Monaco, voor de con­cessie der speel­bank, verder de on­der­houd­skosten der gebouwen, tu­inen, schouw­bur­gen, con­certen, feesten, re­gat­ten en de alge-meene onkosten van het per­son­eel, circa

20.000 man! Ni­et­te­gen­staande bleef het « bedrijf » loo­nend, ook in (cri­sis­tijd!

Déli­cieuse­ment pétillante, d’une saveur franche et fraîche, le Schweppes est une eau d’une pureté sans pareille.

Légère­ment minéralisée, elle con­tient juste les sels néces­saires à débar­rasser l’or­gan­isme des im­puretés qui l’en­vahissent.

Si vous tenez ft votre santé, faites un usage régulier de Schweppes,

L’EAU QUI

ChrrigB émrfà


Goed­koopst verkpopend huis der Stad in allerbeste Uur­w­erken en Juwee­len,

HOR­LOGERIE

DEL­MONTE

Dambrugges­traat, 2

(nevens Carnot­straat) Tele­foon: 269.88.

St. Gum­marusstraat, 57

Tele­foon: 294.13

Huis van vertrouwen.

De HOE­DEN

van

Ker­ck­hove

Ck­apell ene Cen­trale

De schoonste van model De goed­koop­ste in prijs De beste m kwaliteit De licht­ste in gewicht

I Dambrugges­traa­ClO

HUIS

DON­NEZ

Wiegstraat, 17-19

bij de Meir­brug

Tele­foon 257.00

Sinds 1866 het degelijk­ste voor uw Handw­erken. Kousen en brei» goed. Zijde, Ka­toen. Garen. — Alle Benood­ighe­den —

MAI­SON

DON­NEZ

Rue du Berceau, 17-19

près du Pont-de-Meir Téléphone 257.00

Depuis 1866 la meilleure pour vos Ou­vrages de mains, Bon­neterie Soies, Co­tons, Mer­ceries, — Toutes Four­ni­tures. —

De geschiede­nis van Monte-Carlo

Eigen­lijk is het ontstaan van Monte-Carlo ro­man­tis­cher dan menige nov­el­list het zou kun­nen uit­denken.

Het koninkrijk Monaco stond vóór het bankroet. Toen kwam de Vorst Karel III op de idee door een speel­bank de al te

zeer geschokte fi­nan­cies van zijn land eenigszins te her­stellen en nam een voor­beeld op het­geen in het buiten­land gebéurde: Spa, Hom­burg, Wies­baden, Baden-Baden waren in­der­daad, in het jaar 1856, de verza­melplaat­sen van den hoo-gen adel der gan­sche wereld. Twee Fran-sche jour­nal­is­ten, Aubert en Lan­glois, richt­ten als­dan, met een kap­i­taal van 2 j miljoen francs de eerste Casino op in

Monte-Carlo. In een huis, dicht bij de haven, stelden zij een roulette op en noem­den hun in­stelling op pom­peuze wijze: » Palais de la Cöndamine». Het werd voor beide en op zeer kor­ten tijd een bit­tere ont­goocheling. Hun opvol­ger Frossard

was niet gelukkiger. Dé derde, Duval, pakte de zaak grootscheeps aan; hij bracht de speelzaal over naar het « Palazzo Garam­bini, — voor het oogen­blik kaz­erne voor de vorstelijke li­jfwacht, — en zag even­min liefheb­bers opda­gen. Zoo gaf ook Duval zijn plan op, van Monte-Carlo de verza­melplaats van de « spel­ers der gan­sche wereld » te maken.

Den nieuw gezelschap kwam nochtans

De paniek te Monte-Carlo in den film "KAPITEIN CRAD­DOCK"


tot stand. De Vorst van Monaco gaf deze heeren: Lefebre, Gnois en kon­soorten, den raad een nieuw Casino te bouwen. Voor een bil­lijken prijs — dien hij echter in bar-geld be­talen het! — verkocht hij hen de... rot­sen op dewelke echter het wereld­beroemd Casino zou opge­bouwd wor­den, l och had ook deze on­derne­m­ing geen gevolg. Kerst den vi­jf­den on­derne­mer zou het lot gun­stig gestemd zijn: François Blanc. François was een keil­ner ge­weest in een Far­i­jzer restau­ratie: hij ver­loor zijn plaats en gleed op de gevaar­lijke helling. Na zijn acht­ste straf te hebben uit­ge­boet week hij uit naar Duitsch-land en richtte te Hom­burg het « Kon­ver­sa­tion­shaus » op; een speelzaal. Het was van stonde aan een mee­valler. Lang du­urde het zelfs niets; of alleen de « adel » werd er nog toege­laten.

Zijn ver­mo­gen groeide aan op ver­bazende wijze. Hij had echter, als alle an­dere on­derne­mers van speelzalen, in Duitsch­land één vi­jand: Bis­marck.. Geloof­den Blanc s col­lega’s niet dat Bis­marck s macht zoo ver zou reiken dat hij eens de al­ge­meene sluit­ing van alle speelzalen in Duitsch­land zou beve­len, zoo zag Blanc deze gebeurlijkheid te goed in.

Hij sloot kort daarop zijn huis in Hom­burg en kocht van den Vorst van Monaco in het jaar 1863 de con­cessie af van het Casino, voor 50 jaren. Gp 2 April werd de overeenkomst afges­loten en einde Méi 1863 zette François Blanc met een kap­i­taal van 15.000.000 francs het echte eerste seizoen der speel­bank van Monte-Carlo in.

François Blanc had goed berek­end. In 1872 vaardigde Bis­marck het voorziene ver­bod uit: meteen werd Monte-Carlo de

eenige grootsch-opgevatte en voor­name speel­bank voor den adel en de fi­nanciers van Eu­ropa!

Blanc stierf in 1877, scha­trijk. Zijn zonen en dochters waren gehuwd in hoog-adel­lijke mid­dens: dat was trouwens een der lev­ens­doe­len ge­weest van den voor-ma­li­gen kell­ner! De dy­nas­tie Blanc regeerde voort. In 1898 werd een nieuwe overeenkomst ges­loten met den Vorst van Monaco, de con­cessie met 50 jaren ver­len­gend, dus tot 1963!

Door de munt-in­flatie van 1923 kwam het fi­nan­ciewezen der speel­bank in moeil­ijke oogen­blikken. Sir Basil Za­harow, de rijk­ste man van Eu­ropa, en zoo goed bek­end èn door zijn wapen­fab­rieken èn door zijn verza­mel­woede van kost­bare edelges­teen­ten, bracht met een miljoen Pond de bank weer volkomen vlot. De Blanc’s trokken zich na­dien terug. Het Casino kwam nu in han­den eener naam-looze maatschap­pij, die nog heden, nadat de Fran­sche regeer­ing Sir Za­harow’s lee-ning terug­be­taald had, het bestuur in han­den heeft. Dte of­fi­cieele titel der speel­bank was van toen af: Société À nonyme des Bains de Mer et du Cer­cle des Etrangers de Monaco.

Nog aan te stip­pen is het feit dat de Vorst van Mb­naco zijn on­der­da­nen, die vol­gens het ver­drag geen be­lastin­gen of tak­sen te be­talen hebben, het be­zoek aan het Casino slechts één maal s jaars toe­laat, nl. op zijn ge­boortedag.

Dat is de geschiede­nis van het Casino van Monte-Carlo, dit Mekka van alle groote en kleine spel­ers, die al maar door in den Rijk­dom het hoog­ste geluk be­tra­chten!...

S3 ES S3

ÉCONOMIE, I

Hygiène, Con­fort,

avec les

. RA­DI­A­TEURS«ir|r/\I’* CHAUDIÈRES ll/L/iL

pour

CHAUFFAGE CEN­TRAL!

par Eau chaude ou par Vapeur.

De­man­dez la Brochure spéciale envoyée franco sur de­mande.

Chauffage cen­tral

Dis­tri­b­u­tion d’eau chaude

In­stal­la­tions

san­i­taires

Chaudière ‘ Idéal Clas­sic ”

Louis VE­R­AN­NE­MAN

43, Rue du Pavil­lon

AN­VERS

BE­SPAR­ING, GEZOND­HEID en BE­HAAGLIJKHEID

zijn U verzek­ert

door de

Cen­trale Ver­warm­ing

Ra­di­a­toren en Ketel

“IDEAL

CLAS­SIC

Vraagt het uitleg­boekje, dat U kosteloos zal toege­zon­den wor­den, aan

Louis VE­R­AN­NE­MAN

43, Vlagstraat, Antwer­pen

TELE­FOON 557.45


MAI­SON BOL­SIUS

11, COURTE RUE PORTE AUX VACHES, U

(En face du Canal au Fro­mage)

Tout ce qui con­cerne le ménage Foy­ers à Feu con­tinu "Jan Jaarsma" Grand choix de Voitures d'en­fants

Paiement au comp­tant et à terme

Téléphone: 257,85 Chèques postaux : 777,32

LA GUERRE ET LE

gi­gan­tesque cuirassé a jeté l’ancre, dans les stu­dios! Ce cuirassé, qui porte le nom de Per­si­mon, ar­bore le pavil­lon de Pon­ten­ero. Son com­man­dant, Crad­dock, alias Jean Murat, est un joyeux of­ficier qui ac­corde la plus grande lat­i­tude à ses sub­al­ternes. On ne s’en­nuie générale­ment pas sous ses or­dres. Cepen­dant, il

La reine Yola et le Cap­i­taine Crad­dock

dû se pro­duire à bord cer­tains événe­ments assez désagréables; au mess, les of­ficiers ne rient plus, et dans les case­mates, les hommes d équipage mon­trent des vis­ages très ren­frognés. In­ter­ro­geons un brave soutier, qui n hésite pas un in­stant à nous révéler les raisons de cette tristesse générale: « Ma foi, mon­sieur, la chose est bien sim­ple: le cap­i­taine a di­lapidé au jeu l’ar­gent des­tiné à la solde de tout h équipage, Comme c’est un homme qui

CINÉMATOGRAPHE

n’a pas froid yeux, il a menacé de bom­barder le Casino de Monte-Carlo, si la di­rec­tion ne lui resti­tu­ait pas les 100.000 francs qu’il a per­dus. Mais au mo­ment où il al­lait met­tre sa men­ace à exécu­tion, voilà que notre sou­veraine, S. M. Yola de Pon­ten­ero, s’est glissée furtive­ment à bord du vais­seau, sous les traits d’une douce jeune fille, et, ap­prenant les malver­sa­tions de son mau­vais sujet, s’est mise à le ser­mon­ner d’im­por­tance.Tenez, écoutez plutôt l’écho de leur querelle... ». En effet, la jeune reine Kate de Nagy, avec laque­lle Crad­dock-Mu­rat a passé naguère de si douces heures, lui lance aü vis­age, pour l’in­stant, des vérités bien amères. La sévérité de ses re­proches est telle que le cap­i­taine ne pourra sup­porter une telle hu­mil­i­a­tion. Dans quelques in­stants, il sautera à la mer et, prof­i­tant du pas­sage d’un paque­bot, il s’em­bar­quera pour les pays loin­tains, se re­faire une vie nou­velle.

Pau­vre pe­tite reine! Elle qui aimait le bel of­ficier et qui avait espéré trou­ver le bon­heur auprès de lui! Voilà que l’élu de son cœur lui fausse com­pag­nie en sautant par-dessus bord.​Et pen­dant qu’elle donne libre cours à son cha­grin, les Co­me­dian Har­monists, cachés à bord du navire, re­cou­vrent leur bonne humeur, et leurs voix har­monieuses de­vi­en­nent en­core plus chaudes, plus vi­brantes et plus per­sua­sives qu’à l’or­di­naire.

Le navire de guerre Per­si­mon fait par­tie des for­mi­da­bles décors édifiés pour le film Le Cap­i­taine Crad­dock, tourné en trois langues (alle­mand, français, anglais). Le cuirassé a une longueur de 68 mètres et une largeur de 18 mètres. Les fûts de canons, dont les gueules jail­lis­sent, menaçantes, des tourelles mo­biles, ont une longueur de 9 mètres.


Hoe men het lot tra­cht te dwin­gen

• g et is te be­gri­jpen dat, in Monte-Carlo, de sla­gen van

I I net JNooalot ae getrot­te­nen soms opzweepen tot een ( * * aicz­in­mgneid die menig­maal tot wan­hoop voert.

Kr zijn ec­n­ter ook « slac­n­tot­ters » die zich tegen dit nood­lot Kan­ten en voor mets terugdeinzen om weer in het bezit te komen van het­geen zij zoo roekeloos waag­den.

Z.​OO het op­tre­den b.v. van dien jon­gen Dngelschman, die op zeneren aag in de deu­ropen­ing der speelzaal bleef staan, de beide han­den in de za­kken en den bestu­ur­der op staan-den voet wen­schte te spreken. Wan­neer deze ver­scheen, bliKte de an­dere op de klok en zegde met ijzige stem: « Ik heb in de zaal al mijn geld ver­loren; het is nu tien minuten vóór acht. Aoo ik om acht uur niet terug in het bezit ben van mijn 2u.​Oo0 frank, dan schiet ik mij hier, op deze plaats, een kogel door het hoofd». Dé bestu­ur­der verbleekte.

Ue bestu­ur­der dacht aan het schan­daal, aan al de her­rie die uit zulke wan­hoops­daad zou voort­spruiten. Neen, dat zou ramp­spoedig zijn. De bestu­ur­der tra­chtte den speler in zijn bu­reau te lokken. Alles tev­ergeefs.

Het slot van het voor­val: de bestu­ur­der telde onzen held

20.000 frank uit, doch hem den goe­den raad erbij gratis gevend zoo spoedig mo­gelijk te verd­wi­j­nen.

ivieer­aere zulke avon­turen zouden kun­nen aange­haald waaroij men tra­chtte, met harae vuist, de Geluks­godin te dwin­gen. An­deren be­proet­den ze op listiger wijze te over­meesteren. z.​oo de des­ti­jds beroemd gewor­den f.​ngelsche wiskundige en in­ge­nieur J ag­gers.

Hij kwam tot de bevin­d­ing dat de roulette-schi­jven nooit volkomen in even­wicht zijn en de rol­lende ko­gels de ten­denz ver­too­nen zich bij voorkeur naar de zwaarste zijde der schijf te be­we­gen. Hij zond heden naar het Casino met de op­dracht de ver­schil­lende roulette-schi­jven na te gaan en li­jsten op te maken van de win­nende num­mers.

Z-oo kwam hij, door zorgvuldige stud­ies, er achter dat aan iedere tafel zekere num­mers « win­nend waren, tin op zek­eren dag ver­scheen hij in de speelzaal. In weinige dagen gelukte het hem de Bank 120.000 Pond te doen be­talen. Eerst was het Casino-bestuur rade­loos, doch wel­dra vatte zij Jag­ger’s list en liet in den nacht de schi­jven ver­wis­se­len van dé eene tafel in de an­dere. Den vol­gen­den dag ver­loor Jag-gers, ' doch hij merkte snel dat men zijn geheim had gevon­den. Maar hij hield zich niet vóór ver­sla­gen. Hij ont­dekte l kleine schrabben en vlekken op de schi­jven en erk­ende ze

aldus; snel her­won hij de 50.000 Pond welke hij ver­loren had. De ver­twi­jfelde Bank zond als­dan in al­ler­ijl een afgevaardigde naar den ver­vaardi­ger der roulette-schi­jven, te Par­ijs, om zijn raad in te win­nen.

Mén maakte een klein toes­tel waar­door het mo­gelijk werd de num­mer­groeven, waarin de roulette-ko­gel valt, onder mekaar te ver­wis­se­len wan­neer het min­ste ver­schil in het even­wicht der schijf werd vast­gesteld. Jag­gers keerde ver­sla­gen naar zijn land terug. Ex wordt echter verteld dat hij ni­et­te­gen­staande toch 80.000 Pond als winst had kun­nen boeken!

Verder heeft men be­proefd, met mag­neten het geluk aan te trekken, door omkoop van den inzetter, met alle denkbare en on­denkbare mid­de­len. Alles tev­ergeefs. De wis­pel­turige Godin laat zich niet dwin­gen en schenkt meestal, en dit sinds de oud­ste ti­j­den, haar geluk aan de­ge­nen die er reeds van over­stelpt zijn of het niet meer ver­lan­gen...

KÄTHE VON NAGY

Naggy, een Hon­gaarsch hoedanigh­hei­dswo­ord, wil, let­ter­lijk ver­taald, zeggen « groot »; men spreekt het ongeveer uit als « Nad­sch ». Doch al wie het heeft over de jonge film­star spreekt de naam uit zooals hij geschreven staat.

Käthe von Nagy is de dochter van een bankbestu­ur­der uit Sz­abadka, toen de plaats nog Pi­o­ngaarsch was en nu her­doopt is in fi­ubo­tien, sedert zij in Yougo-Slavië ligt.

Tot haar 16*' jaar had het meisje haar klein, be­haaglijk provin­ci­es­tadje nog nooit ver­laten. Doch menig­maal zag zij in de bioskoop beelden uit de « groote wereld», tot zij naar deze heimwee kreeg. Er werd besloten op reis te gaan. En met haar moeder trok zij naar Wee­nen, van­waar uit zij naar een klooster op den Sem­mer­ing werd gevo­erd, om daar, streng en braaf, haar opvoed­ing te voltooien en vreemde talen te leeren: Duitsch en Fran­sch.

Wan­neer zij na­dien in het oud­er­shuis was terugge­keerd, met al die ken­nis­sen op zak, wist zij geen­szins welk beroep zij kiezen zou. Schilderes? Schri­jf­ster? jo­er­nal­iste? Danseres? Zij was zoowel voor het eene als voor het an­dere bek­waam. Zon­der eigen­lijk niet goed te weten wat zij er be­gin­nen zou, trok zij echter op zek­eren dag naar Berlijn. Dat was nu een goede vijf jaar gele­den. Ein Käthe von Nagy trok van film­bu­reau naar film­bu­reau, van stu­dio naar stu­dio, toonde overal haar mooi gelaat, haar frisch figuur, haar gra-cievolle ver­schi­jn­ing. Doch nie­mand wou het wagen de dilet­tante, die nog nooit had gefilmd en boven­dien geen tooneel-school had gevolgd, een rol toe te vertrouwen.

Het eenige to­e­val zou ook haar genadig zijn vooraleer zij heel haar moed zinken liet. Na een jaar troost­eloos zoeken, na een proe­fop­name met wel 50 meded­ing­sters, zou zij haar kans kri­j­gen, nl. in den film «Männer vor der Ehe». Het pleit was gewon­nen: zij werd tot star ge­pro­moveerd.

Als de klank­film op­daagde zou de kleine Hon­gaarsche haar tweede vu­ur­proef doorstaan. En hier kwa­men de lessen der kostschool haar won­der­wel ter hulp.

Haar eerste spreek­film « Der A ndere » werd een groote mee­valler. En Käthe von Nagy kwam haast maan­den­lang niet meer uit het stu­dio. Achtereen­vol­gens ver­tolkte zij de Duitsche ver­sie van « Ihre Ma­jestät die Liebe » en « Ihre Ho­heit be­fiehlt », dan de Fran­sche ver­sie in « Le Cap­i­taine Crad­dock », na­dien « Meine Frau, die Hochsta­p­lerin » en de Kol­man-op­erette « Ronny ».


DRIE KONINGIN­NEN OP HET DEK

Een vloed van licht. Daarin, als een nen zich in het « salueeren » vol­gens al de

reuzengedaante, een oor­logss­chip: de rege­len der kunst en... der gewoon­ten van

, « Per­si­mon ». ieder land.

Wel waren de voor­naam­ste buiten­zich- « Proe­fop­name », roept plots regis­seur! ten opgenomen op een echten oor­logs- Hanns Schwarz. En als bij be­toover­ing bodem, maar de in­gewikkelde op­name- wordt hét een gewemel, een over- en

tech­niek van den toon­film, de moeil­ijke weer-geloop van be­lang. Dé ma­trozen

klein-ar­beid om door groot-op­na­men en verdee­len zich achter de scher­men. Laat-de­tail-af­schilder­ing de ware filin-dra­mati- ste on­der­richtin­gen van den mil­i­tairen ad-sche aa­neensluit­ing dér toonee­len te ver- viséur. Laat­ste « bepöed­er­ing » van allen, kri­j­gen, had hét noodig gemaakt dit schip- « Tu-u-t, t-u-ut », geeft het sig­naal aan gedeelte op te richtèn. van den « toon­meester ». De cam­era­men

60.000 Ampère voor 200 schi­jn­wer­pers, gluren in het kijk­glas van hun op­name-' een gan­sche hemel van boven­lichten en toestellen en Erich Pom­mer; die haast ver­schil­lende «Spot­lights » waren samen- alle op­na­men bij woont, schuift met een getrokken op het schip. Drie koningin­nen karak­ter­istiek gebaar zijn eeuwig-gri­jzen zit­ten op het dek: twee blonde en een hoed in den nek.

zwart­lokkige. Mén étkent Anna Sten, de «Dé wacht!», beveelt kapitein Al­bers. Duitsche, en Sari Mar­itza, de En­gelsche, « Wacht », echoot de ma­troos-van-di­enst. Part­nerin vàn Hans Al­bers, uit­beelder Daar komt zij aangerënd en opgestapt: van « Kapitein Crad­dock », en Käthe üön 150 ma­trozen­bee­nen ver­star­ren zich in pa-Nagy, de Fran­sché Koningin van zijn rades­ti­jfheid. Rechts de muziekkapel, hart, al steekt dat hart nu in.., jean Mu- « Ihre'Ma­jestät die Königin», brult AL rat. Zij zit­ten alle drie aan dek en oefe- bers: Daar rof­fe­len de trom­mels, schéttë-

Chaus­sures” WES­T­END”

17, Canal au Fro­mage

An­ci­en­nement:

Pont de Meir, 5

Spe­cialité de

CHAUS­SURES:

Bally

Anglaises

Améri­caines

de chasse pour pieds

sen­si­bles.

fer -


lÆ HAUT­PAR­Li­URPËL'fLIf

Agent général pour Ia Bel­gique:

ROTHER­MEL COR­PO­RA­TION S. A.

27, Quai du Com­merce, 27 BRUX­ELLES

ren de trompet­ten en, de hand aan haar witte muts, trekt Anna Sten het front der ma­trozen voor­bij.

Het licht wordt even uit­geschakeld, voor verkoel­ing. Als het weder opflik­lert roept Al­bers met dezelfde im­poneerende stem: « Her Majesty the Queen!».

Ein dan bek­limt Sari Märitza de kleine scheep­strap om, op haar beurt, haar « konin­klijke groet » de ma­rine te bren­gen.

Wan­neer ten derde male de lam­pen hun hellen schijn over het schip wer­pen, staat Jean Mbrat in Al­bers’ plaats en op zijn beurt roept hij: « Sa Ma­jesté la Reine!». Daar ver­schi­jnt Käthe von Nagy. Ten derde male rof­fe­len de trom­mels; ten derde male schet­teren de trompet­ten... Dan verzinken schip en be­man­ning in de deem­ster­ing eener wel­doende rust van een op­name­poos.

D*rie koningin­nen zit­ten op het dek, praten en lachen, gemoedelijk-vrouwelijk en de­moc­ra­tisch-mod­ern!

Edi­tions Mu­si­cales - Muziekuit­gaven

Les qua­tre chan­sons De vier liederen Les Gars de la Ma­rine Pon­ten­ero

Une Nuit à Monte-Carlo Vent qui souf­fle, vent qui passe

sont en vente zijn te koop

dans la salle in de zaal

au prix de aan den prijs van

Fr. «S.-pièce per stuk

(chant et piano) (zang en klavier)

Fr. 2,— pièce per stuk

(chant seul) (zang alleen)

Dis­ques de gramoph. Gram­mo­foon­platen

Or­chestre: Or­test :

H IS M ASTERS VO ICE .

E.G. 2379 Une Nuit Een Nacht

à Monte-Carlo in Monte-Carlo

Tango.

Pon­ten­ero Paso doble in­terprété uit­gevo­erd

par l’or­chestre door het ork­est

Marek Weber.

E.G. 2382.

Les Gars de la Ma­rine Marche Quand la brise vagabonde

De Jon­gens van de Zee Marsch Als de wind zingt en streelt

Slow-fox

Or­chestre et chant Ork­est en zang

— POLY­DQR —

522168. 2.

Les Gars De Jon­gens

de la Ma­rine, van de Zee,

Une Nuit Een Nacht

à Monte-Carlo. in Monte-Carlo.

PAR­LQ­PHONE

B 22910. 25 cm.

Les Gars De Jon­gens

de la Ma­rine Van de Zee

Marche. Marsch.

Pon­ten­ero Paso doble chanté en français in het Fran­sch

par gezon­gen door

Jean Murat.

B 17144. 25 cm.

Les Gars De Jon­gens

de la Ma­rine van de Zee


Quelques opin­ions...

Berthomieu a fait là un ex­cel­lent film.

Deux rêves sont ad­mirable­ment synthétisés et d’une façon suff­isam­ment orig­i­nale pour porter à coup sûr. Le pub­lic appréciera la nou­veauté du procédé. 7 out s’enchaîne bien, sans tapage, sans exagéra­tion dans les moyens, sans com­pli­ca­tion, mais non sans recherche. Berthomieu nous mon­tre qu il a du style et qu il sait se servir d'une cam­era et d’un micro.

La Cinématogra­phie Française.

Une fine comédie bien française dont les textes nom­breux sont tou­jours spir­ituels et savoureux. Ils met­tent in­con­testable­ment en valeur les im­ages irréprochables de Berthomieu, dont la réal­i­sa­tion est pleine de ces détails satyriquës que, seul, l’ex­cel­lent met­teur en scène sait ajouter

au bon mo­ment pour corser l’intérêt du jeu.

La scène du jeu des pieds au Cabaret de la Vache à la Cave, celle de la démon­stra­tion de l'as­pi­ra­teur, celle du rêve, du téléphone, de la salle des ventes sont parmi les plus typ­iques de cette ex­cel­lente pro­duc­tion extrême­ment bien in­terprétée par Vic­tor Boucher (Jacques Laumière), dont 1 ai­sance de bon garçon est si heureuse; Dolly Davis, très jeune fille; André Du­bose, M. de Laumière, qui a grande al­lure; Robert Goupil, poivrot sym­pa­thique; Fred Marche, Alde­bert Gajac, tru­cu­lent; Louis Flo­ren­cie: M. Mar­tin.

Ciné Jour­nal.

C’est un film di­ver­tis­sant où un fils de famille, chassé de chez lui, se débrouille à la suite d’amu­sants in­ci­dents.

Vic­tor Boucher, Dolly Davis, André Du­bose jouent avec leur tal­ent habituel. Un bon tour de chant de Flo­relle et Pizella.

Larousse Men­suel.

Ver­dien uw brood

Dj avon­turen van JACQUES LUMIÈRE (Vic­tor BOUCHER)

die nooit werken moest en wie werken wil ter wille zi­jner ver­loofde PAULETTE

(Dolly DAVIS)

In de an­dere rollen:

ANDRÉ DU­BOSC ROBERT GQUP1L

LOUIS FLO­REN­CIE FRED MARCHE

KORT

ATE­LIERS DE CON­STRUC­TIONS WERK­TUIG- EN

MÉCANIQUES & HY­DRAULIQUES WA­TERKUNDIGE

LOUIS DONKERS

AV­ENUE DE LA VIEILLE BARRIÈRE 34/36. OUDE BAR­REELLEI Téléph. 587.36 MERXEM Tele­foon 587.36

Puits artésiens — Puits tubés — Puits cap­tant plusieurs sources pour grand débit — Sondages — Fil­tres de défer­rage — Col­lecteurs de sable — Com­presseurs — Pom­pes — Éléva­tion et dis­tri­b­u­tion d'eau

par Fair com­primé

Hy­drophore au­toma­tique avec fil­tre Au­toma­tis­che wa­ter­houder met

de défer­rage sous pres­sion. on­ti­jz­er­ings­fil­ter onder druk

Arte­sis­che wa­ter­put­ten — Buis­put­ten — Zand­houw­ers — Borin­gen — Wa­ter-in­stal­latiën met lucht­druk, voor alle af­s­tanden en hoogten, voor kas­tee­len, villa's,

land­huizen.


GLOBE

Le Globe

est une bois­son rafraîchissante d’une pureté et d’une fi­nesse in­com­pa­ra­bles.

Son goût ex­quis, son par­fum suave et sa déli­cieuse fraîcheur, lui ont valu son surnom —

L'AME DU CIT­RON

CTY­TiQi­flglf schw'eppës: Lon­don

HMUOMH

PROCHAINE­MENT

En tour­nant GAGNE TA VIE

Pour l'amour d’une belle, Vic­tor Boucher, jeune homme d’ex­cel­lente et riche famille, n’hésite pas à se lancer j dans la vie, armé surtout de bonne vol­lonté,

11 con­state bientôt qu’il n’est pas com­mode de se met­tre brusque­ment au traAvail, mais l’ingéniosité aidant, il parvient, après avoir exercé les pro­fes­sions les plus 5 sin­gulières et les plus inat­ten­dues, à triom-• pher de toutes les dif­fi­cultés.

Gagne ta Vie, dont le scénario a été écrit par M. Willemetz, est un film déli­cieux. André Berthomieu, qui le réalisa, a ajouté aux pro­duc­tions par­lantes Jacques Haïk un nou­veau succès.

Pour Gagne ta Vie, Vic­tor Boucher et Dolly Dävis ont tourné dans l’ombre d’une sac­ristie. Dolly était vêtue d’une ravis­sante toi­lette blanche; Vic­tor Boucher, en habit, avait grande al­lure. Les nou­veaux époux ser­raient des mains aimées et re­ce­vaient mille com­pli­ments.

Deux jours plus tard, ils tournèrent une scène de fiançialles et Vic­tor Boucher re­mar­qua en souri­ant que le cinéma était vrai­ment l’école de la fan­taisie.

— Je me fi­ance après mon mariage, dit-il, ce qui n’est déjà pas mal, mais c’est dans les derniers jours de tour­nage que je vais faire con­nais­sance de ma fu­ture; et ça, alors, ça, voyez-vous, c’est un comble! * *

Un des plus im­por­tants décors de Gagne ta Vie représente un cabaret de nuit des plus mod­ernes, qui se nomme «La Vache à la Cave ». Dans une salle cir­cu­laire, à laque­lle on accède en de­scen­dant quelques marches, des guéri­dons ar­gentés sup­por­t­ent des bois­sons coûteuses, et une as­sis­tance élégante s'amuse, chante, fume, danse et boit. L’or­chestre, en­fermé

dans une boîte ronde du plus curieux effet, sem­ble être placé dans un aquar­ium.

Enfin, sur les murs rouges filetés d’ar­gent, on voit des vaches en goguette se livrer à des danses ef­farantes, et de l'effet le plus co­casse.

Les scènes du cabaret de la « Vache à la Cave » réunis­sent une fig­u­ra­tion aussi nom­breuse qu élégante. L or­chestre joue à pleins poumons des airs dus au com­pos­i­teur Henry Ver­dun, et dans le film on pourra re­connaître les cheveux ar­dents du mu­si­cien qui dirige lui-même le jazz.

Pour une des dernières scènes de Gagne ta Vie, la blonde Dolly Davis eut à se trans­former en Car­mencita et s’af­fubla, pour la cir­con­stance, d’une su­perbe per­ruque brune. Elle ne la con­serva pas longtemps, du reste, prétex­tant qu elle lui don­nait des idées... noires.


HOEKEN OVER DE FILM

IN HET TOOVER­RIJK DER FILM

door PIET KLOP­PERS Uit­gave der Uit­gev­ers­maatschap­pij "KOS­MOS" Am­s­ter­dam, Prijs: Old. 4,90 = fr. 70

Al­hoewel de Film in onze huidige samen­lev­ing zulke over­weldigende plaats in­neemt, zoowel op het weten­schap­pelijk ter­rein als in het kader van het zui­v­ere amuse­ment, is het eerder zeldzaam dat een boek erover ver­schi­jne in het Ned­er­land­sch. Hoe paradok­saal het ook moge lijken, een feit is het: wil men over de film nader gedoc­u­menteerd zijn, dan hoeft men zich tot de Fran­sche, D’uit-sche, Amerikaan­sche en wel eens Ital­i­aan-sche boeken­markt te wen­den.

Het mag dan gewis een ver­heugend feit ge­noemd dat « Kos­mos », een der flinkste uit­gev­ers van Ned­er­land, die op het ge­bied van vak­boeken wellicht aan de spits staat, een werk, de film be­tr­e­f­fend, in het licht zendt, onder den aan­lokkenden titel « In het Toover­rijk. der Film ».

Het boek is uit­gegeven met de bi­zon-dere ty­pografis­che zor­gen eigen aan «Kos­mos »: mooi edi­tiepapièr, duidelijke let­ter en daar­bij overvloedige il­lus­tratie door fraaie, in­ter­es­sante foto s en teekenin­gen, het geheel van meer dan 200 h\z. omvat in een flinken lin­nen band, waar­rond een geïllus­treerd om­slag.

Trekt het uiter­lijke van het boek reeds bi­zon­der aan, dan blijkt ook de in­houd heel be­lang­wekkend.

Piet Klop­pers, de au­teur, is film-redac-teur bij het « Al­ge­meen Han­dels­blad van Am­s­ter­dam ». Hij weet, door de jaren prak­tijk, wat de doorsnee-lezer ver­langt; hij heeft geen weten­schap­pelijk boek willen schri­jven, geen critis­che of on­tle­dende studie maken, geen zuiver-docürnen­tarisch ma­te­ri­aal verza­me­len, geeh mono­grafie

over bepaalde on­der­w­er­pen be­tr­e­f­fend film-/junsf en fAm-Weten­schap samen­stellen. Hij heeft zijn on­der­w­erp als jour­nal­ist be­han­deld en vooral on­der­houdende, aan­ge­name en toch be­lang­wekkende lek­tuur willen be­zor­gen aan den z.g. « ki­nobe­zoe-ker », die toch graag wat meer weet van al de geheimen van het schouwspel naar het­welk hij gretig kijkt, van de stu­dio s en vooral van de «stars», die hij steeds op-nieuwe be­won­deren komt.

Het hoeft gezegd dat de au­teur dan zeker in zijn opzet is gelukt: « In het Toover­rijk der Film » is een boek dat met onge­meen ge­noe­gen door al de film­liefheb­bers zal gelezen wor­den.

Trouwens, de in­houd is zoo ver­schei­den als aantrekke­lijk. Wij willen hier, ter staving, slechts de ti­tels op­som­men der 25 ver­schil­lende hoofd­stukken; men zal als­dan on­mid­del­lijk kun­nen vast­stellen dat allen erin hun gad­ing kun­nen vin­den:

1. Lev­ende Beelden.

2. De Gelu­ids­film.

3. De mech­a­nis­che muziek en de posi­tie der Mu­sici.

4. Teeken­films.

5. De Ned­er­land­sche Cin­e­matografie.

6. Film-premières in Hol­ly­wood.

7. N eu-Ba­bels­berg, het Eu­ropeesche

Hol­ly­wood.

8. Negerfilms.

9. Adolph Zuhpr.

10. Een Dic­ta­tor in de Amerikaan­sche

filmw­ereld.

12. De Ge­broed­ers Warner.

13. Greta Garbo.

I: "i'll i .TH 'II .ill?

Mai­son

JuIesPeeters

Rue Hou­blonnière, 14

An­vers

FONDÉE EN 1870

Spécialité de

TAPIS

en tous gen­res

TIS­SUS

LINOLEUM

etc.

ETAB­LISSE­MENTS f

THIE­LENS

42, RUE O W1E­GANCK, 42 14, RUE LÉOPOLD, 14

TELE­PHONES: 262.23 et 256.06

Lu­mi­naires d art, de styles an­ciens et mod­ernes

— Toutes réal­i­sa­tions d éclairage artis­tique

Achetez vos

Vins etLiqueurs

— ' EN CON­FI­ANCE A LA MAI­SON —

Arthur En­thoven

Fondée en 1896

Rue Brey­del, 27, AN VF RS Tel. 277.92

Cham­pagnes et liqueurs fines de toutes mar­ques. Vins de toutes prove­nances.

IM­POR­TA­TIONS DI­RECTES


.A U ] mono­pole:

35, Marché au GRANDE MAI­SON DE BLANC Lait Téléphoné 272,00 _ rue Vlem­inck, 1

COU­VER­TURES COU­VRE - DITS LIN­GERIE STORES RIDEAUX LINGE DE TA BLE BON­NETERIE

Remise de 10°/o aux mem­bres de la "Ligue des familles nom­breuses” et In­valides de Guerre.

FOUR­RURES

Mai­son Renée

GRAND rCHQIX

VEP­BEECK £s LAM­BERT

° Rue des Aumôniers.75

TÉL:261.36 - AN­VERS

9. RUE DE »L’OF­FRANDE A N V E R S

PRIX MOD­ERES

14. Clara Bow.

15. Mau­rice Cheva­lier.

16. Char­lie Chap­lin.

17. Emil Jan­nings.

18. Marlène Di­et­rich.

19. Dou­glas Fair­banks en Mary Pick­ford.

20. George Ban­croft.

21. Stan Lau­rel en Oliver Hardy.

22. Pola Negri.

23. De Wereld der Fig­u­ran­ten.

24. Verbleekte Ster­ren.

25. Waarom men naar de Bioskoop gaat.

Klop­per's boek gaat ongetwi­jfeld een grooten bi­j­val tege­moet en het zou ons niet ver­won­deren zoo het in kor­ten tijd zou uit­geput zijn. Men schaffe het zich daarom ti­jdig aan!

Laat ons daar­bij hopen dat « Kos­mos » het niet bij dtt eene boek zal laten, doch de vorm­ing van een « Film-bib­lio­theek » on­derneme, op de pa­troon van haar an­dere zoo prachtige uit­gaven!

Pour par­ler aux vedettes le pub­lic améri­cain a toutes les

im­per­ti­nences

La ma­jorité du pub­lic am­a­teur de cinéma est cour­toise, réservée, mais il ex­iste une catégorie d in­di­vidus qui se con­duisent étrange­ment vis-à-vis des stars de l écran et font sou­vent preuve d’un culot et d’une im­per­ti­nencs vrai­ment outrés.

« Cette en­geance de curieux, nous dit récem­ment une vedette con­nue, s’imag­i­nent que les 25 ou 50 cents qu'ils dépensent pour aller au cinéma leur don­nent un droit de suzerain sur la per­sonne et la pro­priété des ac­teurs de cinéma et la fac­ulté d’en abuser à leur guise ».

On raconte à Hol­ly­wood beau­coup d’anec­dotes vraies à ce sujet. La plus con­nue est celle de Dou­glas Fair­banks et Mary Pick­ford.

« Nous ne protes­tions que faible­ment, dit Dou­glas, lorsque les gens nous épi­aient pen­dant des journées entières par les grilles de notre parc, mais quand un di­manche matin, un marc­hand de saucis­son, par trop en­tre­prenant, s’in­stalla dans l’en­ceinte de notre jardin privé, cela nous parut un peu fort ».

Robert Mont­gomery, récem­ment promu au rang des étoiles, déje­u­nait un jour avec son ami Regi­nald Denny dans un restau­rant de Hol­ly­wood, lorsqu’un grand gail­lard en cos­tume de sport eut la désin­vol­ture de s’ap­procher de sa table en lui de­man­dant: « Quel est le nom du plat qu’on vient de vous servir. Bob (ces gens-là in­ter­pel­lent tou­jours les stars par leur prénom), ma femme ne parvient pas à le dis­tinguer de sa place? »

Lewis Stone pas­sait une journée tran­quille dans sa belle pro­priété après la réal­i­sa­tion de son dernier film et se préparait à mon­ter à cheval en tenue plus ou moins rus­tique (il ne ressem­blait en rien au gen­tle­man élégant que nous sommes habitués de voir à l’écran). Soudain deux je­unes filles et deux je­unes gens sur­girent de­vant lui dans l’allée con­duisant à sa mai­son.

» Et que désirez-vous 7 » leur de­manda M. Stone étonné.

« Nous venons sim­ple­ment jouer au ten­nis sur la pelouse de Lewis Stone, on la dit épatante. »

« M. Stone le sait-il? »


(( Non, mais nous sommes per­suadés qu’il ne fera au­cune ob­jec­tion. 11 est si char­mant! » a

Une dame de Los An­ge­les, qui au­rait voulu faire de l’effet, ne com­prit ja­mais pourquoi Nijs As­ther.rac­crocha l ap­pareil brusque­ment lorsqu’elle lui of­frit par téléphone 50 dol­lars pour paraître à une, de ses soirées.

Greta Gàîbo se; méfie, plus que toute autre, des; curieux.; Elle déménage immédi­ate­ment dès que sès voisins, re­con­nais­sant-que Miss Gustafson n’est autre que la célèbre' vedettcf‘Greta Gàrbo,' man­i­fes­tent un intérêt trop em­pressé.

Joan Craw­ford s’aperçut, lors de la première d’un de ses films à New-York, qu’on avait coupé un pan de sa su­perbé robe de soirée pen­dant qu elle tra­ver­sait une foule assez dense qui se pres­sait pour la voir.

James Cruze, le met­teur en scène bien connu, fit dîner un soir chez lui deux je­unes gens dont le culot colos­sal l’amu­sait. Ils arrivèrent à l’im­pro­viste, vers 6 h. 30. déclarant qu’ils ve­naient dîner. M. Cruze, doué de beau­coup d’es­prit, voulut leur don­ner une pe­tite fleçon. Après le dîner, il les fit donc as­seoir dans sa bib­liothèque et leur lut pen­dant une heure des pas­sages d'un livre sur l’éti­quette.

Les« stars du cinéma » sont obligées de garder se­crets leurs adresses et leurs numéros de téléphone, pôur éviter d’être con­stam­ment im­por­tunées.

Marie Dressier est dérangée chaque jour par des étrangers qui vi­en­nent lui ren­dre

vis­ite sans in­vi­ta­tion préal­able. Elle s’est vue obligée d’in­staller urte bonne près de là porte d’entrée.

Celle-ci a des in­struc­tions formelles et ne doit ad­met­tre que les in­times de sa maîtresse; Mais il en est sou­vent qui, malgré tout, s’in­tro­duisent par la cui­sine.

Wal­lace Beery, l’àcteur de com­po­si­tion si pop­u­laire, qui in­terpréta le rôle de Butch dans The Big House et celui du sin­istre Scor­pio dans The Se­cret Six, est un avi­a­teur de première classe. Un jour qu’il se trou­vait à San Fran­cisco, les jour­naux donnèrent par hasard Theure ex­acte dé son départ en avion pour Los An­ge­les. A son arrivée au champ d’avi­a­tion, il trouva qua­torze per­son­nes l at­ten­dant avec l’es­poir d'être emmenées par .lui dans son avion privé.

William Hart, qui eut jadis tant de succès à l écran dans les rôles de cow-boy, s'oc­cupe au­jourd’hui d’agri­cul­ture et fait des récoltes très prof­ita­bles sur son ranch de Newhall, Cal.

11 fut -récem­ment obligé de faire en­tourer sa pro­priété d'une haie très élevée, étant donné que les curieux ve­naient con­stam­ment piétiner ses champs semés et dévas­taient les je­unes plantes en pleine crois­sance.

Là grande pub­licité qui porte l’at­ten­tion du pub­lic vers les étoiles de l’écran, leur cause sou­vent bien des en­nuis et pas mal d’em­bar­ras. Ils ac­ceptent néan­moins ces con­tre-temps avec une bonne grâce, dont on de­vrait leur savoir gré.

ADIO et RA­DI­OGRAAO­PHONE

” La Voix de son Maître’

ME1R.42. AN­VERS Téléphone: 327.42

Les plus grands artistes

Les meilleurs en­reg­istrements

Les grands succès

des

films sonores