Programme from 4 to 8 Feb. 1923



Booklet

Bron: FelixArchief nr. 1968#521

This text has been generated automatically on the basis of scanned pages, using OCR software. Because of the historical typefaces used in the programme booklets, the output is not flawless.

Show the facsimiles of this programme booklet


CIN­E­MAW­ERELD

OR­GAAN DER CIN­EMA’S VAN BEL­GIE

Aanges­loten bij den „ Bond der Bel­gis­che Pe­ri­odieke Drukpers ”

CIN­EMA

Sta­tieplein, 21, Antwer­pen = Tele­foon 5259

PRO­GRAMMA

HOOFD­BU­REEL EN OP­STELRÀAD

ANTWER­PEN 124, Van Schoonbekestraaf, 124

Tele­foon Nü 11625

ANTWER­PEN

Postchek N° 62703

BI­JBU­REE­LEN

BRUS­SEL: Broek­straat, 37

MECHE­LEN: Gilden­straat, 19

OOS­T­ENDE: GENT :

Langstraat, 55 bis Abra­ham­straat, 5

@@060000060000 060666 0«6«00


"LVWVWV Wt­NWAVWlftWi

ROYAL - ZO­OLO­GIE CIN­EMA

PropiiM iln 4 an 8 lévrier

Mireille. . . .

(Ou­ver­ture)

EN PLEIN VOL

doc­u­men­taire

Lo­hen­grin .

Ch. Gounod

E. Wag­ner

(In­tro­duc­tion et chœur des fiançailles)

MAMAN

Chef d œuvre cinégraph’que eu 9 par­ties avec Madame MARY CARR dans le rôle tit­u­laire

Cav­a­le­ria Bus­ti­cana

(In­ter­mezzo)

MAMAN

P. Mascagni

Thaïs (médi­ta­tion) . . . Massenet

Pour vi­o­lon solo avec ac­com­pa­g­ne­ment de Chœur mixte et Or­chestre

Pro­gramms van 4 loi 8 Fr­liru­arle

Ch. Gounod

(Open­ingstuk)

IN VOLLE VLUCHT

Oorkonde (

Lo­hen­grin E. Wag­ner

(In­lei­d­ing en verlov­ingskoor)

MOEDER

Kine­matografisch meester­w­erk in 9 dee­len met Madame MARY CARR in den hoof­drol

Cav­a­le­ria Eu­sti­cana . P. Mascagni

(Tuss­chen­spel)

MOEDER

Thaïs ....​Massenet

Voor viool solo met begelei­d­ing van Gemengd Koor en Ork­est

MOEDER

PROCHAINE­MENT

LE GRAND FILM D’ART

LR DAME AUX AMELIAS

d’après le célèbre roman d’Alex. DUMAS Fils et in­terprété par

NAZ­I­MOVA et Rudolf VALENTINO

Adap­ta­tion mu­si­cale du film

pour Chœur mixte, Orgue et Grand Or­chestre sous la di­rec­tion de Mr. Henri Ceule­mans

Rosamunde (ou­ver­ture) .... Fr. SCHU­BERT.

La Chaise à Por­teurs .... A. ChaM­I­NADE.

Les Noces de Fi­garo (ou­ver­ture).... W. A. MOZART.

(pour Chœur mixte, Orgue et Or­chestre)

Sep­tuor .... L. v. Beethoven.

Sous les Tilleuls .... J. MaSSENET.

MADRI­GAL .... Van Duy­sen.

(Chœur mixte « a capella »)

La Cinquan­taine .... G. Marie.

Cori­olan (ou­ver­ture) .... L. V. BEETHOVEN.

(Chœur mixte et Or­chestre)

An­dante cantabile .... TsCHAïFOWSKY.

Louise .... C. Char­p­en­tier.

(Chœur mixte et Or­chestre)

La Reine Fi­amette (trio) .... X. LER­OUX.

L’En­jant Prodigue .... Cl. DE­BUSSY.

LA VIERGE A LA CRECHE .... C. Franck.

(pour deux voix de femmes et or­chestre)

LA MORT DT­SOLDE .... R. Wag­ner.

(pour So­prano solo et Or­chestre)

Mme G. Clauwens-Mat­teessen.

Peines de Cœur .... E. GRIEG.

Dernier Print­emps .... E. Grieg.

A LA PORTE DU CLOITRE .... E. Grieg.

(pour So­prano et Alto sole, Orgue et Or­chestre)

Mme Clauwens-Mat­teessen.

Mlle Wey­ers.

L’Onde trag­ique (ou­ver­ture) .... G. Marie.

Man­fred (ou­ver­ture) .... R. SCHU­MANN.

Les Erin­nyes .... J. MaSSENET.

CHŒUR DE LA PAS­SION selon ST. JEAN .... J.-S. Bach.

(Chœur mixte, Orgue et Or­chestre)

Lo­hen­grin (Cortège solen­nel) .... R. WAG­NER.

(Chœur mixte et Or­chestre)

Im­primerie du (’entre, 26. Rem­part

Anver


s/rfg?3

zoJc ik VLV) efy­pon* >—

A. oi e'T?oo s - Çjoe­Cixxûhi

çggMu ooget -

cTfn ciwe sTraat2ö

BRODERIES

DESSINS MOD­ERNES

PER­LAGES, BOU­TONS, POINTSCLAIRS, PLIS­SAGE

M— RYCK­AERT

RUE RUBENS, 17, AN­VERS

TRA­VAIL SOIGNE ET RAPIDE

Hol­land­sche varen — Pracîil­vuren

in alle sti­jlen en in allen aard

CUISINIÈRES:: KACHELS

LOUIS TOTTE

ântw.-L Rievit­str, 9 L. r. du Van­neau-An­vers

Foy­ers Hol­landais - Foy­ers de Luxe

en tous styles et en tous gen­res

Cuisinières - Poêles - Poêles à feu con­tinu

* H. GOOSSENS "

141, Chaussée di Ma­lines - 7, Rue de l’Har­monie

Téléphone 1462

te­nile spéelalltê île voil­ures île noces

Au­to­mo­biles Oe grand luxe

S’ei-son­nel e!i«i«s et stylé

La Foi­iraiim liènérale Aiuo­mo­lille

12, rue Van Ert­born Tel. 2921 AN­VERS Tél. 2921

Agence pour la Province d’An­vers du Vrai "FER­ODO”

Agence pour An­vers des Roule­ments à billes S. K F.

Agence générale pour la Bel­gique du Di­a­mond et Noble’s Pol­ish

La seule mai­son de la place four­nissant aux garages aux prix de gros

Mm Muguet ct’Or

Mai­son Ver­strakte Vieux Marché au Blé. 55-57, Oude Koorn­markt AN­VERS AN7 WER­PEN

Modèles-Robes-Blouses-Man­teaux Com­bi­naisons-Lin­geries

Spécialité de Robes *ï

Con­fec­tionné — Sur Mesure

&au d’Sînvers

Het aan­ge­naam­ste reuk­w­erk voor het toi­let

Groot: St-Michielsstraat, 19, ANTWER­PEN

De­pothoud­ers:

Grande Par­fumerie, Huide­vetiersstraat, 1-3 Mai­son Guil­laume, De Key­ser­lei, 43 Mai­son Jean­nine, Schoen­markt, 3

en in alle goeds reuk­w­erk­winkeis

Aux Fab­ri­cants su­isses réunis

PEL­LETIER - FOUR­REUR

12, rue Fer­di­nand - Coose­mans, 12

tel. 9536 BERCHEM-AN­VERS tél. 9536

RÉPA­RA­TIONS — TRANS­FOR­MA­TIONS CON­SER­VA­TION

Nico­las TENSEN

Marché aux Souliers, 12 AN­VERS

rue des Frip­iers, 12 BRUX­ELLES

REPA­RA­TIONS

.Grand choix de Mon­tres-bracelets...

gar­ni­tures'9

POUR

Fu­moirs, Sa­lons, Boudoirs Cham­bres à coucher Ve­ran­dah Fau­teuils - Club

11, Longue rue du Van­neau

(près du parc)

CoroNA

La meilleure ma­chine à écrire por­ta­tive

AGENT

F. MAFS

59, Rem­part S,e Cathérine

(Coin rue Israélites)

t«i. 1822 AN­VERS

CODTELLEBIE MER­CKX

1, FUE DE MENUISIERS, 1

(Marché aux Souliers)

Couteaux-Can­ifs - Ra­soirs-Ciseaux

COU­VERTS EN TOUS GEN­RES

OR­FEVRERIE Ile CI­IT­STOFLE dé PARIS

rariir:ox.​rETrrf .rrrrwt:

ii­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­iiiüii­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­imi­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­iHi­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­imi­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­i­iil

MEUBLES J

I Les plus grands Ma­g­a­sins en Bel­gique |

9 Longue rue des Claires 9

I Grand choix de gar­ni­tures, 200 salles à manger, f g cham­bres à coucher, sa­lons, cuisines, ve­ran­dah’s, | I bu­reaux, li­ter­ies, chaises-longues, etc. etc.

Mai son Ai néri­caine

Meilleur marché qu’ailleurs I Ou­vert tous les jours jusqu’à 8 h. e. 1 Ma­g­a­sin fermé |

En­tre­prises Gén. d’Elec­tricité

R.​RUYSSERS

6, rue Van Maer­lant, 6

Tél. 5374

Ap­pareils d’Eclairage Force motrice


AN­VERS

LOUIS CAVENTS

In­stal­la­tions et Répa­ra­tions d’Eîec­tricité

GROS

Mai­son Prin­ci­pale: Devis graluü sut de­mande FAB­RIQUE:

21, RUE LÉpPOLD Rue Vii cotte, 88 (

* » Suc­cur­sales: OÉYAIL BORG­ER­HOUT

6o, rue de lEalise 118, rue Na­tionale * 3* LAM­PES PHILIPS - [An­vers] -

Ate­liers: rue Guil­laume Tell, 1 Spécialité: LUS­TRERIE TÉLÉPHONE 5842

Voor­be­houden aan het huis A L’IN­NO­VA­TION

Meir­plaats

Antwer­peu


« CIN­EMA WERELD x

1892 WAL­LACE REID f 1923

Toen we verleden week het lakonieke nieuwsje in een En­gelsch dag­blad lazen, als­dat deze zoo graag geziene film­speler zou overleden zijn, kwam ons dit bericht niet al te zeer on­waarschi­jn­lijk voor daar we reeds sinds lan­gen tijd de vrees­dij ke kwaal kenden waar­van Wally ten slotte dan toch als slachtof­fer zou moeten vallen.

Reeds een paar malen werd het bericht de wereld in­ge­zon­den als zou hij weer aan de beter­hand zijn, ja, zelfs dat hij reeds zoover opgek­napt was, dat hij terug zou gaan draaien, en bi­jgevolg wilden wij hier de lo­gen­straf­fing of beves­tig­ing van die tragis­che nieuw­sti­jd­ing uit de eerste bron hebben, en we telegra-fieer­den naar Los An­ge­les. Het antwo­ord, dat we te laat ontvin­gen om nog

in ons vorig num­mer te kun­nen opgenomen wor­den, kwam en helaas, de droeve mare werd beves­tigd: Wal­lace Reid was niet meer!

Wal­lace Reid was op 15 April 1892 te St. Louis (Mis­souri) in de Vereenig-de Staten ge­boren. Nauwelijks ééne week . oud ver­huisde de fam­i­lie naar de hoeve van zijn over­g­root­vader, Mr T. B. Rice, rechter aan het Beroepshof, en stichter der mooie stad Medora in Vir­ginia en al­waar Wally de gelukkig­ste jaren van zijn leven sleet.

Toen Wal­lace 7 jaar oud was, stierf zijn over­g­root­vader en ver­li­eten zijne oud­ers op­nieuw Vir­ginia, om terug naar St Louis te keeren. Hij begon zijn studiën in deze stad maar vond de voet­bal veel in­ter­es­san­ter dan de stelkunde en het latijn, en zelfs voelde hij in zich de stof om later een groot schri­jver te wor­den. Hij eindigde zijne studiën aan de hoogeschool van Princ­etan al­waar hij in al zijne ex­a­m­ens slaagde.

Hij werd ongeduldig en tra­chtte er naar zijn eigen kost te ver­di­enen en het land te door­reizen. Ein­delijk neun hij zijn besluit, en vertrok naar het Westen, met als alle hulp­mid­de­len eene zeer kleine geld­som en een aan­bevel­ings-schri­jven van zijn vader aan dezes vriend de beroemde Buf­falo Bill, bestemd voor zijne zuster Aunt May Cody, bestu­urster van het hotel Irma te Cody, Wya-ming. Hij had nog slechts 15 (Ameri-kaan­sche) cents op zak toen hij te Cody aan­landde, maar Miss Cody ver­bond hem als boekhouder aan hare in­richt­ing aan het salaris van 30 dol­lar per week.

Na ge­tra­cht te hebben een sport­ti­jd­schrift « The Motor Mag­a­zine », uit te geven, be­trad hij voor de eerste maal de planken in een gek­end stukje van zijn vader « The Girl and the ranger » en de om­reizen be­gonnen.

Op door­tocht te Chicago, werd hij door de oude Selig-Cy aange­wor­ven, achtereen­vol­gens als regis­seur, op­er­a­teur en

CIN­E­MAW­ERELD »

als artist. Hij bestu­urde de op­name, grimeerde zich met een kn­evel om.​de ver­rader­srol te ver­tolken en draaide aan het op­name-ap­pa­raat wan­neer de op­er­a­teur belet was.

Vader en zoon Reid wer­den aan de Vita­graph ver­bon­den. Wal­lace draaide er in gezelschap van Mau­rice Costello, John Bunny, Harry Morey en Jimmy Moris­son.

Daarna ging hij naar de Nestor Cy over en draaide er « Every inch a Man », een film die voor hem van groote be­tee-J'enis zou wor­den. De star ervan was ' orothy Davon­port. Dit was in 1913. Kort daarop her­haalde hij op­nieuw het liefdestooneel, dit­maal zon­der ge­tu­igen en op 13 Ok­to­ber 1913, de ver­jaardag van Dorothy, stapten bei­den in het hu-welijkss­chuitje. De bruid telde 17 jaren.

Terug van de huwelijk­sreis, verkreeg Wal­lace eene verbin­te­nis van de Bi­o­graph, onder de lei­d­ing van D. W. Grif­fith.

De fil­men die hij toen draaide zijn on­tel­baar, want men draaide er 2 à 3 per week. Het gezelschap was toen samengesteld uit Lil­ian en Dorothy Gish, Mary Pick­ford, Blanche Sweet, Maë Marsh, Owen Moore, welke op dit ti­jd­stip, even als hij zelf, nog zoo goed als on­bek­end waren.

In 1915 sloot hij met de Fa­mous Play­ers eene verbin­te­nis voor 11 jaren af en ( ijne voor­naam­ste en hier best bek­ende ril­men zijn: «Een Man voor één Dol­lar», «Zijne 40 H.P.», «Kam­pi­oen van Liefde en Snel­heid», «De Snel­hei­ds­duivel», «De Vallei der Reuzen», «De school der Beko­r­ing», «De spe­ciale Trein», «Moet men beken­nen?». Kor­tel­ings zal men hem nog zien in «De heis­che Bag­germa-chiene» met Lois Wil­son, «Het Hart bedriegt ons», met Glo­ria Swan­son, ((Buiten­sporige Snel­heid», met Agnes Ayres, «De Won­ing­nood», met Lila Lee, «De Ont­warder» met Bebe Daniels.

Zijn laat­ste suc­cessen in Amerika waren: ((Doorheen het Vaste­land», met Lois Wil­son, «De Geesten­tem­mer», met Lilia Lee, ((Brave Lieden» met Bebe Daniels en «Clarence» met May Mac Avoy, Agnes Ayres en Kath­lyn Williams.

Wal­lace Reid was be­gonnen met No­body’s Money» (Het geld dat nie­mand toe­hoort) te draaien, toen de ziekte hem ver­hin­derde van dezen band te voleindi­gen en het was Jack Holt die hem verv­ing.

Wal­lace Reid is een slachtof­fer der geestdoo­d­ende mid­de­len en der alkooli-sche dranken. Zijne vrouw verk­laarde aan de poli­tie dat, sinds twee jaar, Wal­lace in gezelschap van eenige an­dere ar-tis­ten, mor­phine en cocaïne ge­bruikte en dagelijks ver­schei­dene liters whisky dronk. Zij heeft aan de poli­tie de namen dier artis­ten bek­end gemaakt die zich regel­matig ten zi­j­nent ver­gader­den en hem in het slechte spoor lok­ten, « want Wally », zegde zij, « was een brave jon­gen, doch liet zich te gemakke­lijk over­halen en dit was zijn on­geluk. »

Wal­lace mat 1 m. 82 en woog, voor zijne ziekte, 84 kg.; hij had gri­jze oogen en kas­tan­je­bru­ine haren. Hij laat een zoon­tje, William-Wal­lace, van 5 jaren, alsmede een jon­gen­tje, dat hij en zijne vrouw pas had­den aangenomen, achter.

Wal­lace Reid is de tweede ster die sinds kor­ten tijd van het fir­ma­ment van Cin­emapo­lis verd­wi­jnt. Over eene goede maand de Fran­sche cin­ema-artist René Cresté, nu hij.

Doch voor eeuwig dood is hij niet. De won­der­bare film zal hem op het witte doek doen voortleven. En wan­neer onze naza­ten eens, veel veel later, wederom een zi­jner fil­men zullen zien afrol­len, zal men kun­nen zeggen de wo­or­den uit de

H. Schrift, op hem toepassende: « Verleden sta op! »

En de film zal zijn beeld op­nieuw weergeven en de kine­matograaf zal zeg-gen:

« Ik ben de Ver­ri­jze­nis en het Leven! Wie in mij gelooft, weze hij dood, zal leven. Wie in mij leeft en gelooft, zal niet voor al­tijd ster­ven! »

Nemo.

N. B. — Een prachtige reeks photo’s, Wal­lace Reid, zijne vrouw en zoon­tje, zijne woonst, enz. voorstel­lende, zijn deze week aan de uit­stalling der drukkerij <( Nep­tune », Steen­houw­ers vest, n° 28, Antwer­pen, ten­toongesteld.


« CIN­E­MAW­ERELD »

3 S-S-5

§ S8-|s5

un-M

2Q 13

SHS

fl) ~ Co

►suct-

QoS

CO CO

fHM4

'H 02

4-* o3

(Ü öp-p d CO

* 8-3 SJT

Jrî >h u A)

cd J) CO

(L)

cd en

r« ÏTJ

ITS an

cd cd

r* cd

€ CIN­E­MAW­ERELD »

De cin­e­matak­sen en de regeer­ing

Wij verne­men Van bevoegde per­so­nen dat de Regeer­ing on­der­han­delt met de cin­ema-eige­naars om de tak­sen te herzien.

Uit die herzien­ing Van tak­sen op het volksver­maak kan niets an­ders dan een ver­be­ter­ing, dus een ver­min­der­ing van tak­sen komen-

Wij weten dat de Regeer­ing die aan het roer en aan den Ruhr is, zich Voor groote moeil­ijkhe­den bevindt. Dié modi' jkhe­den zouden zich gun­nen oplossen in nieuwe las­ten. En toch moeten wij van de Regeer­ing Verkri­j­gen dat, ni­et­te­gen­staande alle on­twer­pen van nieuwe las­ten, ni­et­te­gen­staande alle moeil­ijkhe­den bin­nen oj buiten het land, de Regeer­ing toch besluit tot het ont­las­ten van het volksver­maak door het in­vo­eren Van bil­lijker en re­delijker tak­sen.

De open­bare Ver­maken zijn een ni­jver­heid als een an­dere, en het is niet omdat zij aan het Volk ver­maken bren­gen dat de cin­e­mauit­baters zich zelj ver­maken. De cin­e­mani­jver­heid, de muzikan­ten, de schouw­bur­gen hebben even goed recht op Regeer­ingss­teun als gelijk welke ni­jver­heid.

Meer dan 10,000 Werk­lieden vin­den in deze on­derne­min­gen hun bestaan en (( un werkkring- Zij mogen niet ge­broodroofd wor­den door onre­delijke be­lastin­gen. De Regeer­ing moet zich kun­nen in­denken, hoe moeil­ijk de toe­s­tand der Cin­e­mauit­baters wordt, geperst als zij zijn tuss­chen on­ver­bid­delijke tak­sen en de bil­lijke eis­chen van het Volk op goed-koope ver­toonin­gen.

Wij hebben vertrouwen in de per­so­nen die het volksver­maak verdedi­gen. Wij hebben Vertrouwen in de com­missie door de Regeer­ing aangesteld.

Wij hopen dus ten spoedig­ste op eene ont­last­ing Van het volksver­maak, door het af schaff en van alle Provin­cie- en Ge-meen­te­tak­sen, en door bil­lijker regeling van ons tak­sen­s­telsel.

Tooneel- en Cin­e­maw­ereld.

Gine­manieuws­jes

Cecil B. de Mille, had vóór ongeveer drie maand eèn prijs uit­gelooft van 1000 dol­lar aan diegene welke hem een goed on­der­w­erp voor sce­nario zou voor­leggen; 20,000 antwo­or­den wer­den er in­ge­zon­den en hij zag zich ged­won­gen acht pri­jzen te ver-lee­nen in plaats van één. De win­nende «gedachte» was: « De Tien Ge­bo­den Gods », welke Cecil B. de Mille reeds aan ’t draaien is, In dezen film wordt dé man­nelijke noof­drol ver­tolkt, door de Rochefort, de Fran­sche film­speler, zoo pas te Hol­ly­wood aangekomen.

Max Lin­der brak zich verleden week den arm, met in de om­streken van Lau­sanne, een on­gelukkige val te. doen. Hij wordt nu in een zieken­huis te Onchy ver­pleegd.

Criqui, de bok­skam­pi­oen, zijne vrouw en zijn man­ager Eu­de­line hebben alle drie een kon­trakt afges­loten om fil­men te draaien.

Dou­glas Fair­banks is sinds de laat­ste dagen van De­cem­ber terug aan ’t draaien; in zijn nieuwe film ver­tolkt hij de rol van zeeroover.

Pearl White... kloost­er­linge. — De Amerikaan-sche bladen drukken het sen­satie bericht af dat Pearl White het wereld­sche leven zou moe zijn en .zin­nens zou zijn er de rest van in een klooster, als kloost­er­linge, door te bren­gen.

Fatty wil terug aan cin­ema gaan doen. In­dien hij door geene enkele film­maatschap­pij aangenomen w,ordt, zal hij zijn eigen gezelschap stichten,

Phyl­lis Haver, de lieve « Mack Sen­nett Bathing Girl », gaat wel­dra als «star» draaien.

Marie Prévost, eve­neens eene goed bek­ende « Mack Sen­nett Bathing Girl », gaat in ’t huwelijk tre­den met Ken­neth Har­lan. Deze is geschei­den van de in Amerika beroemde danseres Flo Hart, om eene wo­or­den­wis­sel­ing die zij des­ti­jds had­den op eene door Fatty gegeven par­tij.

Jack War­ren Ker­ri­gan’s moeder is overleden.

Dou­glas Mac Lean heeft zijne eigen maatschap­pij ges­ticht.

Cullen Lan­dis eve­neens.

Texas Guinan, de vrouwelijke cow-boy en film-speel­ster, is wederom in de gevan­ge­nis om een jon­gen­tje van 14 jaar ontvo­erd te hebben, die het oud­er­lijk dak ver­liet om haar te vol­gen. Het is de derde maal in één jaar dat Texas Guinan werd aange­houden.

Mary Pick­ford gaat denke­lijk geene meis­jes­rollen meer draaien. Haar eerste rol onder dit nieuwe oog­punt zal zijn: « Dorothy Ver­non of Had­don Hall». Ernst Lübitsh, de beroemde duitsche film­regis­seur is te Hol­ly­wood aangekomen om er haar film te besturen.

Harold Lloyd (Lui) komt zich te verloven met Mil­dred Davies, zijne parte­naire uit « De Vossen­jacht ».

Frank Mayo’s verbin­te­nis voor de Uni­ver­sal werd niet meer vernieuwd. Hij gaat nu voor de Gold­wyn draaien,

Mary Miles Minter zou de stille kunst vaar­wel zeggen en zich in de een­za­amheid terugtrekken. Zij ver­di­ende zoowat 60,000 dol­lar per film.

Eddy Polo heeft te Wee­nen (Oost­en­rijk) zijn eerste film gedraaid. De titel is: « De Geesel der Gierigheid ». Het is een band in 6 dee­len, me­tende te zamen 1700 meter.

Lot­tie Pick­ford, zuster van Mary en Jack, komt in een auto on­geluk nabij Los An­ge­les gevaar­lijk gek­wetst te wor­den.


€ CIN­E­MAW­ERELD

Van den Duivel bezeten

(THE LIT­TLE MIN­IS­TER)

Voorsteller.... Adolph Zukor

Roman van....​Sir James Bar­rie

Sce­nario van .... Ed­frid Bing­ham Eu­ropeesche omw­erk­ing van

Franck Servett Film­regis­seur .. Pen­rhyn Stan­laws

Ver­tolk­ers:

Bab­bie .... Betty Comp­son

De Dom­i­nee .. George Hackathorn

Wij zijn te Thrums, in Schot­land, ten jare 1830; de wev­ers der streek, de ei-schen hun­ner werkgev­ers, ges­te­und door den baljuw, moede, verzetten er zich tegen. De poli­tie moest tuss­chenkomen.

woonte de armen der streek te be­zoeken en hun hulp te ver­schaf­fen. Een terug­keer der poli­tie en zelfs de tuss­chenkomst der troepen vreezende, had­den de wev­ers overal schildwachten uit­gezet, met op­dracht van driemaal op den hoorn te blazen wan­neer er on­raad was.

Bab­bie, de bo­heem­sche zw­erf­ster, was in werke­lijkheid, maar buiten ee­niedf weten, Lady Ce­cilia, dochter van Lord Rin­toul, vri­jheer en baljuw, gouwheer der provin­cie. Zij was ver­loofd aan kapitein Hal­li­well, bevel­heb­ber van een reg­i­ment drag­onders dat in de streek kan­toneerde. Ver­nomen hebbende dat haar vader, op aan­drin­gen van den kapitein, de aan­houd­ing van de lei­ders der wev­ers gelaste, ve­ran­dert Ce­cilia spoedig in Bab­bie, ten einde te tra­chten ze te red­den.

maar de wel­sprek­end­heid van den nieuwen herder, bi­j­ge­naamd « de kleine Dom­i­nee », ver­hin­dert dat eenige al te woelige werk­lieden aange­houden wor­den.

De wev­ers ver­dachten eene Bo­heem­sche hen ver­raden te hebben. Deze zw­erf­ster, gek­end onder den bi­j­naam van c geheimzin­nige Bab­bie », had de ge-

Zij bevond zich in het woud toen er eenige schildwachten door de sol­daten wer­den over­vallen en gekn­eveld; to­e­val­lig verneemt zij wat het alarm­sig­naal was, en een hoorn gri­jpende, kon zij er helaas, geen geluid uit kri­j­gen. Gelukkiglijk kwam de herder langs daar en zij had hem slechts te wenken om door list

€ CIN­E­MAW­ERELD »

van hem te bekomen dat hij het weeT-slandssig­naal geeft. De wev­ers zijn gered!

Daar kapitein Hal­li­well ver­nam dat zijne plan­nen door eene Bo­heem­sche ged­wars­boomd wer­den, geeft hij oogen-blikke­lijk het bevel deze te doen aan­houden. Maar Bab­bie weet het zoo te schikken dat zij als de vrouw van den dom­i­nee door­gaat. ’S an­deren­daags gaat de dom­i­nee, welke in « eer en deugd » op de Bo­heem­sche ver­liefd is, zich bij den baljuw beschuldigen zelf het sig­naal gegeven te hebben. De mooie kapitein Hal­li­well, door de poli­tiev­er­sla­gen ver­nomen hebbende dat de dom­i­nee Bab­bie als zijne vrouw heeft doen door­gaan, eis­cht dat de Schotsche wet toegepast worde. Deze schri­jft voor dat ieder man

die open­baar zijne vereenig­ing met eene vrouw bekent, als dezer wet­tige echtgenoot zal aanzien wor­den.

Met dit plan in ken­nis gesteld, besluit Bab­bie van zich op staan­den voet te laten aan­houden. Groot was natu­urlijk de al­ge­meene ver­won­der­ing wan­neer men in de Bo­heem­sche nie­mand an­ders dan Lady Ce­cilia herk­ende.

Het huwelijk mag niet meer uit­gesteld wor­den. De mooie Hal­li­well verd­wi­jnt op staan­den voet en de baljuw, dezes verder­fe­lijke in­vloed niet meer on­der­gaande, be­looft het jonge echt­paar van het lot der wev­ers, hunne dier­bare bescher­melin­gen, te ver­beteren. En ziedaar hoe de duiv­elsche Bo­heem­sche, de vrouw van een Dorps­dom­i­nee werd.

De strijd tegen de tak­sen

in den vreemde

Het bek­ende Ned­er­land­sche tooneel-ti­jd­schrijt « Het Masker » doet de hier-on­der­vol­gende oproep. Wij kun­nen hem zon­der com­men­taar oüerne­men daar hij wel­sprek­end ge­noeg be­wi­jst dat de tak­sen overal de kunst en het volksver­maak fnuiken.

Kunst is geen gen­ever

In­dien u met ons van meen­ing is: dat de tegen­wo­ordige be­last­ing op de pub­lieke Ver­make­lijkhe­den (die over de ont­vangst in plaats van over de winst berek­end wordt) in de prak­tijk Ac­ci­jns op Kunst be­teekent;

dat het een schande is voor de huidige maatschap­pij, in­dien men aldus bli­jft voort­gaan, Tooneelkunst en Muziek op één lijn te stellen met jen­ever en opium;

dat ge­noemde be­last­ing fnuik­end werkt voor Tooneelkunst, Vo­or­drachtkunst en Muziek, en dat een groot deel der burg­erij er­door beroofd wordt van geestelijk genot;

dat, al werkt een kun­ste­naar ook n,'ef ter­wille Van het geld, hij toch zeker even­min als eenig ander ver­plicht moet zijn om het geld, dat hij Ver­di­ent heeft, ten gevolge van een on­houd­baar bu­reau-kratisch stelsel geheel en al aan de over­heid af te staan en zelf vaak ge­brek te li­j­den;

toont dan dat u eve­nals wij een einde wilt zien gemaakt aan dit on­recht­vaardige en ab­surde stelsel van be­last­ing der pub­lieke Ver­make­lijkhe­den.


CIN­E­MAW­ERELD »

- KNOCK - OUT -

Sce­nario van .... J. W. Merle y

Film­regis­seur . . Ar­mand du Plessy Gedraaid in 1922

Ver­tolk­ers:

Chiq­uita .... Elmire Vau­tier

Moreno .... Gas­ton Jacquet

Bru­tus .... Lewis Brody.

Ti­j­dens zijn verblijf in Zuid-Amerika maakte Lord Harold ken­nis met de mooie danseres Chiq­uita, welke in een bar, gehouden door Moreno op­treedt.

Deze laat­ste ver­di­ent grof geld met de boks­matchen van den bek­enden neger Bru­tus, welke op de danseres dol ver­liefd is.

Harold vertrekt naar Eu­ropa en wordt door Chiq­uita, Moreno en Bru­tus opgevolgd. Hier wordt de En­gelschman ver­liefd op een mooi meisje, wat Chiq­uita doet zw­eren wraak te nemen.

Door een to­e­val verneemt het dri­etal dat dit meisje, Elva, de er­f­ge­name is eener groote for­tuin, ver­bor­gen in het park. Zij besluiten ze op te lichten en

Harold, die zijne ver­loofde achterna snelt, wordt in eene hin­der­laag gelokt.

Morena wil het meisje laten ontvluchten doch Bru­tus waakt! Daar hij zelf wil on­tkomen, wordt hij door den neger met een vergiftigde pijl doo­d­elijk getrof­fen.

Elva wordt gevaar­lijk ziek en een bi­jgeroepen ge­neesheer, de toe­s­tand waarin het jonge meisje zich bevindt be­gri­jpende, geeft haar een slaap­drank. Na eeni-ge oogen­blikken verk­laart hij Chiq­uita, dat Elva overleden is. Harold, die on­der-tuss­chen op het spoor is gekomen, werpt zich op het ziel­looze lichaam van het jonge meisje, ter­wijl Chiq­uita, zich gewro­ken denk­ende, in een auto ontvlucht, Bru­tus aan zijn lot over­la­tendl.

* CIN­E­MAW­ERELD »

De dok­ter stelt Harold gerust en na Eva terug tot het be­wustz­ijn ge­bracht té hebben, duidt deze de plaats aan waar de schat be­graven ligt. Doch deze is verd­we­nen!

Bru­tus, de gestolen ti­tels niet kun­nende ver­han­de­len, ziet zich ged­won­gen een nood­match aan te gaan. Zijn tegen­str­ever, Harold, slaat hem knock-out..

De gestolen waar­den wor­den ont­dekt en Bru­tus aange­houden.

Elva en Harold wor­den een paartje, ter­wijl Chiq­uita, aan de zijde van een nieuwe vriend naar de An­tillen vertrekt, er trotsch op zi­jnde <( haar wraak » te hebben kun­nen vol­bren­gen.

Of­fice Général Cinématographique 22, de Brouckère­plaats, Brus­sel.

De Cin­ema in de Vereenigde Staten

In de Vereenigde Staten wer­den nauwkeurige sta­tistieken opge­maakt over de Cin­ema.

Hi­eron­der enkele bi­j­zon­der­he­den over de op­per­vlakte Van de 14,000 cin­e­mazalen, ver­spreidt over de Vereenigde Staten.

3763 zalen hebben tot 250 plaat­sen; 5167 van 251 tot 500; 3842 van 501 tot 1000; 448 van 1001 tot 1250; 332 van 1251 tot 1500; 312 van 1501 tot 2000 en 136 zalen hebben meer dan 2000 plaat­sen.

962 zalen zijn een dag per week geopend; 1821 2 dagen; 1453 3 dagen; 758 4 dagen; 326 5 dagen; 421 6 dagen; en 4462 alle dagen.

De be­tal­ende inkom­sten Wor­den als volgt geschat:

2188 ont­van­gen 100 toeschouw­ers; 4742 van 101 tot 200; 2272 Van 201 tot 300; 1095 vqn 301 tot 400; 1207 van 401 tot 500; 646 van 501 tot 600; 252 van 601 tot 750; 561 van 751 tot 1000; 392 van 1001 tot 1500; 377 van 1501 tot 2000 en 308 ont­van­gen dagelijks meer dan 2000 toeschouw­ers.


CIN­E­MAW­ERELD »

Carl Laemmle

. Pres­i­dent der Uni­ver­sal Film Man­u­fac­tur­ing Com­pany

0e Roman van een Film­mag­naat

Wie heeft er de naam van Carl Laemmle nog niet op het witte doek gezien? Wien is de vol­gende tekst, die «De Maagd van Stam­boul», «Con­flict», « Blinde Echtgenooten », de fil­men van Priscilla Dean, Miss Dupont, Frank Mayo, Lee Moran, Gladys Wal­ton, Harry Mey­ers, Lon Chaney, Art Acord, Marie Prévost, Hoot Gib­son, Her­bert Raw-lin­son, Baby Peggy, Tom Santschi.

vooraf­gaat

Carl Laemmle pre­sents

Uni­ver­sal Film Mfg. NewiY­ork.

nog niet opgevallen?

Het is dien man, wien wij de vol­gende rege­len wi­j­den.

Carl Laemmle is eene der drie of vier machti­gen der heden­daagsche fil­min­dus­trie.

Wan­neer men zich van een man, die dergelijke plaats in de maatschap­pij bek­leedt een idee wil vor­men, dan komt on­vri­jwillig het beeld voor den geest van een trotsche mil­lion­naire en groot-in­dus-trieel, met drukke gebaren en eene aan­mati­gende houd­ing. Hij be­woont een prachtvol paleis, enz. enz.

Welnu bij Carl Laemmle, niets van dit alles. De man, met een vrien­delijk gelaat, gri­jze haren, lijkt ræt een goedig groot­vader toe, die u ont­vangt, niet in een vorstelijk kas­teel maar in een idyl­lisch land­huisje dat hij het gan­sche jaar door be­trekt.

De man, die zich vóór zestien jaar in de fil­min­dus­trie wierp, en van het begin af op dit ge­bied een lei­der was, dê man die zware doch goede kam­pen te stri­j­den had; in de te maken win­sten beschei­den, doch een groot ge­noe­gen vin­dende met goed­be­taalde loo­nen aan zijne on­der­hoori­gen uit te keeren, de man die duizende kun­ste­naars, artis­ten, regis­seuren en be­di­en­den, onder zijne lei­d­ing heeft, •nooit van zijne macht mis­bruik mak­end, recht­vaardigheid tot voor den ned­erig­sten ar­bei­der verzek­ert, de man die met de gevoe­lens van een film-tooneel zooals een kind wee­nen kan en zich het wel en wee zi­jner on­der­hoori­gen ern­stig ter harte trekt, de man die macht heeft zijne zienswi­jze met bevel door te dri­jven doch immer met re­dene.ering tra­cht en weet te over­tu­igen, de man die al de gedane voorstellen over­weegt en on­der­zoekt, zulk een man is Carl Laemmle.

Klein van gestalte, iet­wat ineen gedron­gen, een­voudig in kleed­ing en doen­wi­jze, het dunne, gri­jze haar, glad plat­gestreken laat het breede hooge voorhoofd vrij... in het goedige gelaat menige diepe rimpel, de sporen en eere­teekens van zi­j­nen strijd met het Leven en de Men­schen.

Het merk­waardig­ste uiter­lijk van dezen man zijn zijne lev­endige blauw­gri­jze oogen. Jong en frisch schit­terende zij achter de bril­leglazen — en blik­sem­snel kan de uit­drukking ervan ve­ran­deren... zij kun­nen diepern­stig zijn, ter­wijl om de lip­pen en op

de gelaat­strekken nog het overbli­jf­sel van eenen vroolijken lach speelt.

Die oogen zijn te vreezen tegen­stre­vers en ge­boren over­win­naars.

Hij die met de man voor de eerste maal om­gaat voelt om­mid­delijk dat die machtige en rijke per­soon­lijk­lijk immer of meestal een een­zaam leven slijt, en de kalme, wel­ge­meende vriend­schap sterkt hem in dit geloof. En de be­zoeker kri­jgt het gevoel dat hij tegen­over een man staat, die zooveel voor zijne mede­men­schen gedaan heeft en nog doet, en des­on­danks door het lot niet naar ver­di­en­ste is geloond gewor­den.

De man lijkt een­zaam... hij is een­zaam — sinds hij voor eenige maan­den, zijne trouw­ste kam­er­aad en beste vriend, gestor­ven is. Carl Laemmle is we­duw­naar.

Zijne medew­erk­ers vertellen dat hij met stalen wilskracht tegen zijne smart, die hem bijna neder -smakte, inwèrkte, met weken­lang bijna dag en nacht te ar­bei­den. De schei­d­ing zi­jner lev­ens­gezellin was eene echte tragedie, daar deze vrouw voo Carl Laemmle zijne li­j­dens- en stri­jdgezellin was, die al de ti­jd­perken zi­jner amerikaan­sche loop­baan heeft medege­maakt. .

In 1906 was Carl Laemmle be­di­ende in eene klee-dingszaak te Oshkosh, Wis­con­sin; elf jaar lang bleef hij hier in zijne be­di­en­ing en had gedurende dien tijd drieduizend drie hon­derd dol­lar ges­paard. Toen kwa­men hij en zijne vrouw tot de over­tuig­ing dat. de toekomst voor hen geen ander uitzicht had dan ar­beid, nog eens ar­beid en immer ar­beid, in­dien geene ve­ran­der­ing in­trad. Iets moest er gebeuren -— niet voor zich zelve maar voor het drie­jarig dochtertje dat de oud­ers eene gelukkige toekomst wilden verzek­eren. Een besluit werd genomen; Carl Laemmle zegde zijne be­di­en­ing op, en was zin­nens naar Chicago af te reizen. Hij vol­bracht zijn opzeg­ging­ster­mijn, kocht spoor­weg­bil­jet­ten, landde met vrouw en kind, zijn schamele huis­raad en zijne drieduizend driehon­derd ges­paarde dol­lars te Chicago aan.

Hij nam er pool­shoogte en besloot van een klein gebouw aan te koopen met het doel «film­beelden» te ver­vaardi­gen, al­hoewel hij over den uit­slag eenig-zins twi­jfelde. Hij dreef zijn plan door en opende een «Filmthe­ater», een der eersten in Amerika. Tegen zijne verwacht­ing in was deze on­derne­m­ing een suc­ces.

Zijn lev­ens­doel scheen zich nu duidelijk af te t.​eeken. Maar zeer spoedig kwam het tuss­chen Laemmle en de per­so­nen die het filmbedrijf onder kon­trolle had­den, tot meen­ingsver­schillen; deze heeren van dien Trust had­den hunne eigene idééën en Carl Laemmle deelde ze niet, hij ver­wierp ze zelfs. Hij zocht mid­del op mid­del om zich van den in­vloed van dien Trust vrij te maken, en vond er maar één: de Trust te bekam­pen. Voor den eigen -naar dier kleine in­stelling stond de strijd gelijk met die van een man met klein kap­i­taal die eene bank opent en daarmede de geheele fi­nantiew­ereld wil bekam­pen.

Carl Laemmle dreef zijn plan toch door en besloot het ver­vaardi­gen en in den han­del bren­gen der fil­men on­afhanke­lijk te maken... de on­afhanke­lijk-hei­dsoverk­lar­ing der Film-in­dus­trie.

Over dezen harden, ver­bit­ter­den en op het eerste zicht hopeloozen strijd zou veel te zeggen vallen maar het re­sul­taat er van was: David had Go­liath ver­sla­gen -— de kleine Laemmle had den Reus Trust over­won­nen.

Hij, eene der voor­naam­ste film­fab­rikan­ten, werd de vriend en bondgenoot der kleine cin­e­maeige-naars; hij werd de machtige mededinger der «Trust» wan­neer het er om ging zich de medew­erk­ing van bek­ende sce­nario-schri­jvers, bek­ende regis­seurs, bek­ende artis­ten te verzek­eren. Hij heeft mil­lioe­nen gewon­nen en mil­lioe­nen ver­loren — en

« CIN­E­MAW­ERELD »

is heden een rijk man. Hij, is de eige­naaar der Un­niver­sal Film Com­pany en leidt ze zon­der on­der­s­te­un­ing, zon­der raad of daad van Wall­street (het hoofd­kwartier der New Yorker fi­nantiew­ereld. Red.), en dit wil veel zeggen. Daar­bij dient aangestipt te wor­den dat Carl Laemmle boven­dien zeshon­derd eigen cin­ema’s bezit.

Het suc­ces is Carl Laemmle niet licht gevallen; hij heeft die vele jaren hard moeten stri­j­den: en er was één «iets» dat hem in dien kamp deed vol­harden en zijn moed staalde. In al deze'jaren van strijd, van vi­jand­schap, gevaar­lijke ver­rassin­gen, zv.​are ned­er­la­gen, verni­etigde ver­hopin­gen, trouwloosheid van medew­erk­ers, ver­bro­ken verbindin­gen, van de waaghalzig­ste proefne­min­gen en van den ontzenuwen­den ar­beid, in al deze zware jaren was er, de, Echtgenoote, die zijn vriend en raadgever, die Zijn deelgenoot was. Hare trouw bleef immer stand­vastig, haar geloof wilde niet wanke­len... zij twi­jfelde niet, zij talmde niet, zij zegde niets.

On­danks alles, zor­gen, ar­moede, enz. geloofde zij toch aan eenen goe­den uit­slag.

En een­sklaps kwam de uit­slag, schit­terend, over-hóopt.

En als de uit­slag voor goed vast­gelegd was, als hij niet meer kon aangevallen wor­den... dan kwam de Dood den over­win­naar de trouwe met­gezel roo-ven en nam met haar de vroolijkheid mede.

Nooit ver­laat*, Carl Laemmle New-York zon­der aan het graf der dier­bare afli­jvige een af­schei­d­groet te bren­gen; nooit keert hij naar zijn land­huisje terug zon­der op het graf een stil gebed te gaan storten.

Carl Laemmle wordt nu overal gek­end en aan-ho­ord. Carl Laemmle is nu machtig en is ver­mo­gend en on­danks alles doorkruist hij New-York te voet.

Geld speelt bij hem geen rol, en als hij iets wil do­or­dri­jven dat hem noodig voorkomt, dan vraagt hii achter geene bedra­gen.

Over den film « Fool­ish Wives » die over het mil-liœn dol­lars gekost heeft, al­hoewel hij er maar

50,000 had mogen kosten, zegt hij een­voudig:

« De schri­jver — regis­seur— star, Eric von Stru-lieim, verk­laarde plechtig, toen hij reeds de 100,000 dol­lar bereikt had, dat men hem in het diepst der San Fran­cis­cobaai mocht ver­drinken, in­dien zijn film nog één cent meer kostte. Hij ver­langde meer: als de film klaar was kostte hij 1,103,000 dol­lar, en nog is hij niet ver­dronken gewor­den ».

Op de vraag wat wel de oorzaak dezer hooge onkosten mocht zijn, antwo­ordde Carl Laemmle: « Al het mo­gelijke... maar ik berouw het mij niet, want de film is won­der­baar —- hij is een mi­jl­paal in de fil­min­dus­trie. Menig­maal, toen er mij de hooge rekenin­gen wer­den voorgelegd, werd ik nadenk­end en bij mij zelve wen­schte ik dat ik met die zaak maar nooit be­gonnen ware. Toen ze dan toch ein­delijk klaar was, trok ik er een streep onder, en sloeg de boeken dicht. Daarmede was voor mij alles voorin ] —- het eenige wat overbleef was de vreugde aan dier Film) aan het re­sul­taat, op kunst- en fi­nantieel ge­bied ». En lachend voegde Carl Laemmle er aan toe: « Maar we zullen et zoo spoedig niet meer her­be­gin­nen ».

Iets waaraan nochtans sterk te twi­jfe­len valt. Wan­neer Laemmle mor­gen een geschikt on­der­w­erp voor een reuzen­film vindt, laat hij er over­mor­gen aan be­gin­nen — de kosten en de bi­jza­ken.

Laemmle is geen speler, die alles op ééne kaart zet: hij gelooft vast en zeer voorzichtig aan zijn ar­beid. Hij zoekt zijne medew­erk­ers uit, men­schen in wier vakken­nis hij vertrouwen heeft.

Eene miss­ing kan natu­urlijk voorkomen maar Carl Laemmle is de eerste die de zijne erkent.

Carl Laemmle bezit een uiterst groot ver­beeld­ingsver­mo­gen, en daarin ligt zijne groot­ste kracht.

NEMO.

Gine­mameuws­jes

Lil­ian Gish, de beroemde Amerikaan­sche ver­tolk­ster der meeste Grif­fith-fil­men, is op ron­dreis in Eu­ropa: On­langs was zij te Rome en draaide er eenige toonee­len uit: «De Witte Zuster» onder de lei­d­ing van Richard Barthelmess. Ver­schil­lende zichten van het Vatikaan kómen in de film voor en dank aan de wel­wil­lend­heid van Kar­di­naal Gran­ito di Bel­monte, groot cin­e­maliefheb­ber, stond de­Paus het toe dat er eenige toonee­len in de gaan­der­i­jen van het Pauselijk paleis wer­den opgenomen. Voe­gen wij er nog bij dat Lil­ian Gish, die reeds op het Witte Huis te Wash­ing­ton is ont­van­gen gewor­den, een audiëntie bij den Paus is be­loofd gewor­den.

Een waar gevecht zal men te zien kri­j­gen in «Brass Com­mand­ments» tuss­chen William Far­num en Tom Santschi. Dit herin­nert aan een zelfde gevecht dat tuss­chen beide film­spel­ers plaats had voor de film: «The Spoiler's», weken na­dien waren zij in het stu­dio niet-te zien, daar zij te leel­ijk toege­takeld waren.

« Sam­son en Dalila » gaat door de Cae­sar-Film op den band ge­bracht wor­den.

De film « De Drie Mus­ket­ters », in Antwer­pen on­langs afgerold, wordt nu ook in Italië ver­toond. In Napels echtey werd hij uit­ge­floten.

De Ital­i­aan­sche cinématogra­phie zit in slechte pa­pieren; de eene maatschap­pij sluit haar boek­jaar niet tien­duizen­den lires ver­lies, ter­wijl er an­dere hunne stu­dio’s een­voudig te koop stellen.

Leda Gys draait voor de « Lom­bardo Film » te Turijn « De Poëzie der Leu­gen ».

Hes­pe­ria draait nu voor eigen reken­ing.

Fran­risca Bertini komt met de Unione Cin­e­mato-grafica Ital­iana eene verbin­te­nis voor zes fil­men te teeke­nen. De eerste zal « Aïda » zijn.

De « Cour des Mir­a­cles », naar den roman van Michel Ze­vacco, gaat door de Cines gefilmt wor­den.

Fabi­ola of de geschiede­nis der Romein­sche Cat­a­comben, naar het beroemde werk van car­di­naal Wise­man, komt door de Bel­gis­che cen­suur afgekeurd te wor­den en mag bi­jgevolg niet aan kinderen onder de 16 jaar ver­toond wor­den. Nu moet men weten dat be­doelde, onge­cen­sureerd, op 11 April 1921 voor het Bel­gis­che Hof, in het bi­jz­ijn der hofhoud­ing en van Prinses Marie-José is afgerold gewor­den. Toen was deze laat­ste nog geen 16 jaar oud.

Een echten « Toi­let­ten Film » komt te Lon­den ver­toond te wor­den. « Passievlam­men » is de naam en het sce­nario, noch het spel der ver­tolk­ers is mets bi­zon­ders, maar hij munt uit door de groote variëteit der prachtige toi­let­ten. Maë Marsh, de hoof­drol, ge­bruikt er niet min­der dan 30 ver­schil­lende toi­let­ten in; het is eene echte mode ten­toon­stelling van wan­del, sport, avond, namid­dag-toi­let­ten; reis­man­tels, ama­zone-uitrustin­gen, fiev o’clock en gar-den-party-toi­let­ten, négligés, enz.

De vol­gende dag­bladen bezit­ten nu regel­matige cin­ema-rubrieken: « Times », « Daily Mail »,

« West­min­ster Gazette», «Daily Mir­ror», «Daily News», «Star», «Evening News», «Daily Ex­press » en « Evening Stan­dard ».

Ste­unt onzen Strijd

TEGEN de tak­sen FOOR het goed­kpope üolfsver­maak


12

« CIN­EMA WERELD

« CIN­EMA WERELD »

Brieven­bus

Cœur C.L. — 1. Agnès Ayres, adres: Para­mount-stu­dio,6284 Selma Av­enue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. Charley Caplin, adres: Ath­letic Club, Los An­ge­les (Cal.) U.S.A.

3. Raice­vitch, adres: c/o U. C. I., 51, via Mace-rata, Rome (Italië).

N.-B. — Ecrire aux deux pre­miers en Anglais au troisième en Français. (Aan de 'twee eersten in 't En­gelsch en aan de derde in ’t Fran­sch schri­jven. )

Lou Tel­le­gan. — 1. Zie ar­tikel over Wal­lace Reid in dit num­mer.

2. Henny Porten zal U zeker antwo­or­den; haar uw brief nog eens herin­neren; met die poli­tieke kwest­ies zal zij zich niet in­laten.

Ar­man­dus I. — Rudolph Valentino zendt zijne photo; hem te schri­jven in de En­gelsche taal; adres: 7139, Hol­ly­wood Boul­vard, Los An­ge­les (Cal. ) U. S. A.

Mary Rod. — l. Frank Mayo îs te New-York ge­boren in 1886; geschei­den van Dag­mar Godowsky en van Eleanor Joyce.

2. Harry Carey is ge­boren te New-York op 6 Juni 1880; gehuwd met Olive Fuller.

J. Van Haven­berghe, — Wen­schen de ve­r­ant­wo­ordelijkheid van het geven van dergelijke adressen niet op ons te nemen.

Henri, — Zie para­graaf b van ar­tikel 6 van het re­gle­ment.

A. Simo­tiquel. — Ont­van­gen fr. 0.50 in. postzegels bij de inzend­ing van den stem­brief.

Anna Cool. — Ont­van­gen fr. 0.50 in postzegels bij de inzend­ing van den stem­brief.

A. B. — Denkt U in de vereise­hte voor­waar­den te ver­keeren.

Martha. — 1. Henny Porten zal, als Duitsche, een in de Vlaam­sche taal duidelijk geschreven brief ver­staan; U moogt u zeker van ons blad aan­beve­len; hare ’voor­naam­ste fil­men zijn: « Anna

Bo­leyn », « Rose Bernd », « Die Geier­wally ».

2. Voor ’t oogen­blik zijn er geene bek­end welke die taal machtig zijn.

Een vreemdel­ing. — Dit gedeelte van den film is ver­brand doch na­dien ver­van­gen gewor­den.

Kater. — 1. Die ban­den zijn in 1919 gedraaid.

2. Eileen .Sedg­wick is te Galve­ston (Texas) in 1897 ge­boren; zendt hare photo.

3. Draait voor ’t oogen­blik geene episo­den­fil­men meer.

Laura Bi­boche, — 1. Baby Peggy Brown, adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

2. Frank Mayo is de Fran­sche taal niet machtig.

3. Voor Mary Pick­ford en Dou­glas Fair­banks aan ieder af­zon­der­lijk een brief te richten.

N. -B. — Verne­men met ge­noe­gen dat U eene photo van Liane Haid en van Priscilla Dean ont-vingt.

Dim­phne. — 1. Mary Pick­ford en Dou­glas Fair­banks, adres: Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

2. U kunt hunne photo bin­nen de 5/6 weken ont­van­gen.

3. Bei­den zen­den hunne photo gratis.

Hoe­pel­man. — « L’At­lantide » is door Jacques

Fey­der gedraaid en door Aubert uit­gegeven gewor­den; de scher­men en kleedij waren van Manuel Orazi.

Modis­tje. — 1. U be­doelt « M. C. » zeker? Dit is om zich in de oogen dier artis­ten in­ter­es­sant te maken.

2. House Pe­ters, voor­naam­ste fil­men: « The

Storm », « The Leop­ard Woman », « Lying Lips »; adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U. S. A.

Rita Jol­livet, adres: c/o Film d’Art, 14, rue Chau­vrau, Neuilly s/Seine (France).

Iicmo. — 1. Mae Mur­ray, adres: 1 West, 67th Street, New-York (U.S.A.).

2. Bebe Daniels, adres: Re­alart . Stu­dios, 469, Fifth Av­enue, New-York City (U.S.A.).

3. Glo­ria Swan­son, adres: Lasky Stu­dio, 6284, Selma Av­enue, Hol­ly­wood (Cal.) U.S.A.

N.-B. — Zen­den allen hunne photo; er wor­den per week maar 3 vra­gen beant­wo­ord.

Za-la-Vie. — 1. Zie gedeelte der gevraagde adressen in deze brieven­bus; er wor­den overi­gens maar 3 vra­gen per wéék beant­wo­ord.

2. Con­rad Nagel, adres: 1846, Cheroke Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.S.A.

3. Con­rad Nagel ver­tolkte geen rol in « He­liotrope»; dit was Fred Bur­ton.

Keurster. — Dit .was gan­sch on­afhanke­lijk van onzen wil. De heeren ju­ryle­den waren in deze kwestie op­per­ma­chtig.

Joë Mar­tin. — 1. Pho­to­genisch zijn is op de film wat op eene photo « goed trekken » is.

2. Kor­tel­ings zal onze wed­strijd film te Brus­sel ver­toond wor­den.

3. Van welke maatschap­pij waren die fil­men?

Kindekens. — 1. Op uwe eerste vraag is niet

geant­wo­ord gewor­den tér oorzake van den weinig ern­sti­gen dek­naam.

2. Is beroeps­ge­heim.

Mare Ram­paert. — Nemen uwe aan­vraag in nota en zullen er ten gepas­ten tijde op terugkomen.

D. Mountstephens. — 1. Liane Haid, adres: Wiedener Haupt­strasse, 18, Wien (Oost­en­rijk).

2, De hoofd­ver­tolk­ster van «On­ver­draagza­amheid » was Lil­ian Gish, adres: c/o Grif­fith Stu­dios, Ma­maro­neck New-York (U.S.A.).

3. Max Lin­der, adres: llbis, av­enue De­shanel.

Sphinx. — 1. Francesca Bertini woont wel degelijk te Genua, maar laat al Kare briefwis­sel­ing naar Rome zen­den al­waar zij haar sekre­taris heeft.

2. Met ge­noe­gen verne­men we dat U weer photo’s ontv­ingt, n.l. van Dou­glas Fair­banks, André Nox, Andrée Bra­bant en Jackie Coogan.

Pola Negri. — 1. De roi van Nomis in « De Koningin van Saba » werd ver­tolkt door Joan Gor­don.

J. Lauw­ers. — 1. Die film werd ver­tolkt door Mar­gareth Fisher; Wal­lace Reid ver­tolkt er geen rol in.

2. U kunt U eens wen­den tot de Para­mount, 48, Nieuw­straat, Brus­sel.

3. Zie ar­tikel over Wal­lace Reid in dit num­mer.

N.-B. —Voor wat de photo van Wal­lace Reid

be­treft, dit is in regel. Ont­van­gen fr. 1.—.

Ri­etmns. — 1. Die zullen wel niet te vin­den zijn; na afloop van onzen filmwed­strijd zult U er eene hebben.

2. Die maatschap­pij heeft geene artis­ten met vast kon­trakt; zij verbindt ze maar alléén voor één film.

Mae en Glo­ria. — 1. Bernd Aldor, adres: Hotel Ex­cel­sior, S.W. 11, Berlin (Duitsch­land).

Almi­rante Manzini is de Fran­sche taal een weinig machtig; zij zendt hare photo.

3. Enid Ben­net, adres: Thos. H. Ince Stu­dios, Cul­ver City (Cal.) U.S.A.


« CIN­E­MAW­ERELD »

2. Bé naam dier artiste is niet gegeven gewor­den. '

3. De rol van Lygia in « Quo Vadis » werd ver­tolkt door Mme Giunghi.

H. V. Herck. — Charley Chap­lin, te schri­jven in de En­gelsche taal, adres: Ath­letic Club, Los An­ge­les (Cal.) U.S.A.

Kater. — 1. De echtgenoot van Eileen Sedg­wick is geen fil­martist; zij zelve zendt hare photo.

2. William Rus­sel, adres: Fox Stu­dios, 1401, West­ern Av­enue, Los An­ge­les (Cal.) U.S.A.

3. Art Acord, adres: Uni­ver­sal Stu­dios, Uni­ver­sal City (Cal.) U.S.A.

Livine. — De photo’s, postkaart for­maat van de artis­ten der Para­mount, zijn in ons bu­reel verkri­jg­baar aan den prijs van fr. 0.50 per ex­em­plaar; voor verzend­ing per post dezelfde prijs plus fr. 0.30 voor verzend­ing­sonkosten per zenidng.

Juffr. Jean. — Wen­schen de ve­r­ant­wo­ordelijkheid met het geven van dergelijke adressen niet op ons te nemen.

Clairette Ciné. — Wen­schen eerst en vooral uwe aan­dacht te trekken op het feit dat vra­gen om in­lichtin­gen alléén door de Brieven­bus beant­wo­ord wor­den. Voor wat newust ar­tikel be­treft de schri­jver ervan was steller dezes, dus... eerste ver­giss­ing van uwen­twege; voor wat het tweede be­treft, we be­twisten de mo­gelijkheid niet dat het er in zekere kur­sussen schi­jn­baar ern­stig toe­gaat, maar..., we her­halen het, en zullen het steeds bli­jven her­halen, we willen de eerste « gediplomeerde » ervan zien die een rol, een heel klein rol­letje van ge­di­en­stigheid zelfs maar, door het toe­doen van de in­richters zal kun­nen of mogen draaien, ’t zij hier of in het buiten­laiid, voor eene ern­stige film­maatschap­pij natu­urlijk. En wan­neer dit feit zal be­wezen zijn, dan willen wij er nog wel eens over praten. In afwacht­ing ervan staat het onze trouwe ko­r­re­spon­dente Clairette Ciné en hare kol­lega’s gan­sch vrij er hun eigen gedacht op na te houden of over steller dezes, in stilte, aller­lei alles be­halve aan­ge­name din­gen te denken. Wij ken­nen onzen plicht: de Cin­ema in­dus­trie in België hoog te houden, ze te verdedi­gen en ze van alle parasi­eten te vri­jwaren. In die richt-’ng werken we voort en wijken geen duim­breed van onze opinie af.

Claris. In tegen­stelling met wat dit plaat­selijk dag­blad be­weerde, is Agnès Ayres onge­huwd, en zelfs nöoit gehuwd ge­weest. Nemo.

ONZE FILM-STER WED­STRIJD

NOG EENE PERSSTEM

Expört­film » van 15 Jan­u­ari schri­jft:

CHERCHEZ LA VEDETTE Notre ex­cel­lent confrère d’An­vers, « Tooneel-wereld», a or­ga­nisé un con­cours pour la recherche d’une étoile du cinéma belge.

Trois cent qua­tre vingt-dix can­di­dats se sont mises sur les rangs et ont été suc­ces­sive­ment soumises à l’épreuve de l’ob­jec­tif qui fixa leurs di­verses ex­pres­sions et en­reg­is­tra leurs at­ti­tudes les plus avan­tageuses.

Il ap­par­tien­dra au pub­lic de désigner désor­mais la grande vedette belge et un vote pop­u­laire suivra cha­cune des .pro­jec­tions du film édité par notre confrère avec la col­lab­o­ra­tion des trois cent qua­tre-vingt-dix can­di­dats.

(Ver­tal­ing.)

ZOEKT DE STER Onze uit­mun­tende kon­frater van Antwer­pen « Tooneel­w­ereld » heeft een pri­jskamp in­gericht ter ont­dekking eener Bel­gis­che film­ster.

Driehon­derd ne­gentig kan­di­daten hebben zich aangemeld en zijn achtereen­vol­gens aan de proeve

der leus on­der­wor­pen gewor­den, welke hunne ver­schil­lende uit­drukkin­gen en hunne gun­stig­ste houdin­gen opnam.

Het ligt nu aan het pub­liek de groote Bel­gis­che film­ster aan te wi­jzen en elk af rollen van den film, door onzen kon­frater met de medew­erk­ing der driehon­derd ne­gentig kan­di­daten uit­gegeven, zal van eene volk­stem­ming gevolgd wor­den.

Een schepen die met zijn tijd mee­gaat, is wel de heer Junes, schepen van Schoone Kun­sten van Antwer­pen. Hij heeft besloten van de open­ing der Ten­toon­stelling der Oud-Stri­jders te laten fil­men, en iedereen, zon­der on­der­scheid .van poli­tike opinie, zal het met ons eens zijn schepen Junes om zijne daad geluk te wen­schen, en wij hopen uit gan­scher harte dat zijn voor­beeld in de an­dere schep­enk­abi­net­ten navol­ging zal mogen vin­den.

Gine­manieuws­jes

Priscilla Dean heeft hare verbin­te­nis met de Uni­ver­sal zien ver­breken, omdat zij eene rol in een niewen film weigerde te ver­tolken, rol die zij « onzedelijk » noemde.

An­to­nio Moreno zou, naar het schi­jnt, te Los An­ge­les ver­mo­ord zijn gewor­den door den echtge noot der Spaan­sche artiste Car­men Ro­driguez.

In Frankrijk vin­den 50,000 men­schen een bë staan in de cin­e­mani­jver­heid.

Dou­glas II, de zoon van Dou­glas Fair­banks uit zijn eerste huwelijk met Miss Beth Sully, waar­van hij geschei­den is, ver­toeft op ’t oogen­blik met zijne moeder te Par­ijs. Twaalf jaren oud gaat hij zich op de teekenkunst toe­leggen voor dewelke hi j groote aan­leg gevoelt.

Charley Chap­lin ontv­ing voor het draaien van « The Kid » (Het Kind) de somme van $ 800,000 (fr. 12,000,000).

De groot­ste geschiede­nis der wereld is wel het Oud Tes­ta­ment. Eene Ital­i­aan­sche film­maatschap­pij heeft daar­van een prachtige film ver­vaardigd. De groot­ste kosten zijn gedekt door de Ital­i­aan­sche Regeer­ing. Ver­schil­lende toonee­len zijn genomen in de vulka­nis­che streken van het land; men ziel er echte zand­stor­men in. Ara­bieren, wilde dieren en nog vele won­deren der woesti­j­nen. Bij het maken van dezen band gin­gen de Ital­ia­nen ook naar de ver­bo­den, en meesten­deels onont­ginde hoogten van Sinaï; op den berg Sinaï al­waar Je­ho­vah tot Mozes sprak en hem de Tien Ge­bo­den over­handigde, werd een groot gedeelte gefilmd.

Eric von Stro­heim wiens naam best gek­end is door de ver­tolk­ing van «Blinde Echtgenooten» en «Fool­ish Wives» heeft ook niet al­tijd weelde gehad. Ge­boren in Oost­en­rijk di­ende hij in het leger als lui­tenant. Fam­i­liek­west­ies deden hem in 1909 uitwijken naar Amerika. Zijn eerste werk al­daar was in een mag­a­z­ijn pak­jes in te pakken aan

2 per week. Hij werd fig­u­rant in eene film­com­pany en leed meestal honger. Ein­delijk kreeg hij eene kleine rol van Duitsch of­ficier en dit maakte zijn naam. Op het oogen­blik is Eric von Stro­heim eene beroemd­heid.

BE­LAN­GRIJK BERICHT

Alle briefwis­sel­ing, med­edeelm­gen, enz. « Tooneel­w­ereld » of « Cin­e­mawe-reld » aan­be­lan­gende, moeten van af heden, aan on­der­staand adres gezon­den wor­den.

« TOONEEL­W­ERELD »

Post­bus n° 47, Antwer­pen I.

« CIN­E­MAW­ERELD »

ONZE CINE- RO­MANS

De Ver­bor­gen­heden & & & & van Par­ijs

(Les Mystères de Paris)

Groot Avon turen-drama naar het beroemde werk van Eugène Sue, en naar den film der Phocéa. Vlaam­sche be­w­erk­ing van Ed. Neorg.

(13e Ver­volg)

De Her­tog de Lu­ce­nay be­ho­orde tot eene der aan-zien­lijk­ste fam­i­lies van Frankrijk; hij in­s­gelijks ( aerkte de dames op en riep:

« Wat is dat?... De schoonste vrouw van het bal welke zich ver­schuilt!... Is het mij toege­laten?... » Dit zeggende wierp hij zich om zoo te zeggen nevens de zijde der Markiezin.

« Wel­hoe, mi­jn­heer, reeds terug van Con­stanti-nopel? » zegde zij een weinig geëi-gerd.

« Reeds?... Gij zegt het­geen mijn vrouw denkt, want zij heeft mij dezen avond niet willen vergezellen en hare afwezigheid hier baart meer opzien, dan mijne ver­schi­jn­ing... En gij, Markiezin, ont­vangt mij als een hond in een kegel­spel... ik ben toch zoo lief als welk ander ook!... »

« En het is u zoo gemakke­lijk lief te bli­jven...

’ in Con­stan­tinopel... » antwo­ordde mevrouw d’Har-ville glim­lachend.

« Gij wilt zeggen afwezig te bli­jven?... Maar dat is schan­delijk het­geen gij daar zegt! » riep de Lu­ce­nay.,

« Lieve God, mi­jn­heer, roep zoo niet, of ik ben ver­plicht de plaats te ver­laten. »

De Markiezin zou de daad bij het woord gevoegd hebben, in­dien zij niet M. Charles Robert had zien naderen, de kom­man­dant zooals madame Pipelet zegde; de her­tog had hem ook opge­merkt want hij riep:

« Tiens, M. Charles Robert, welke ik ont­moet heb in eene bad­plaats der Pyre­neeën!... » t Charles Robert naderde; hij was een wel­ge­bouwd

man, met regel­matige trekken; zijn gang echter was lomp en zwaar en zijne houd­ing miste alle bekoor­lijkheid. Wan­neer hij de markiezin zag kreeg zijn gelaat eene droeve uit­drukking.

« Goe­den dag, mi­jn­heer! » riep de Lu­ce­nay « ik heb u niet meer gezien sedert onze ont­moet­ing in die bad­plaats!... Maar wat hebt gij? Men zou zeggen dat gij lijdt! »

Bij deze wo­or­den wierp hij een blik op de Markiezin en antwo­ordde:

« Gij hebt gelijk, mi­jn­heer, ik ben zeer li­j­dend... »

« Maar, goede hemel, waarom ont­doet gij u dan niet van die galachtige gedachten! »

Op deze vraag stond Robert een oogen­blik ver­stomd; het bloed steeg hem naar het hoofd en hij antwo­ordde dan ook ko­rtaf:

« Daar gij naar mijne gezond­heid vraagt hoop ik dat gij mor­gen vroeg om nieuws komt! »

« Wel­hoe, mi­jn­heer... maar zeker... ik zal komen!... » zegde de her­tog uit de hoogte.

M. Charles Robert maakte eene buig­ing en ver­wi­jderde zich.

« Wel, wel... » ging de Lu­ce­nay verder, « hij heeft zoo min last van slijm als de Groote Turk... Maar zeg mij, Mevrouw Mac-Gre­gor, hebt gij soms bij dezen grooten jon­gen die gram­schap opgewekt” »

Sarah, zon­der te antwo­or­den, stond plot­sel­ing

op; zij had gemakke­lijk in een schater­lach kun­nen los­barsten bij de gekke vraag van de Lu­ce­nay, maar zij be­dacht hoe een man moest li­j­den, in tegen­wo­ordigheid der vrouw welke hij be­minde, zulke vraag gesteld te zien. De markiezin stond in­s­gelijks recht, nam de arm van Sarah en hei­den gin­gen heen; zij ver­voeg­den M. Charles Robert en Clemen ce zegde stil in het voor­bi­j­gaan tot hem:

Zij kwa­men als­dan aan de ga­lerij en de Markiezin d’Harville ver­liet het bal.

Rodolphe, van zijn kant, wan­neer hij naar dit feest kwam om eer aan zijn rang te doen, kwam ook met de be­doel­ing om meer van de Markiezin te weten; wan­neer hij den win­ter­tuin ver­liet kwam hij in de warme serre en was plot­sel­ing ge­tu­ige van het tooneel tuss­chen de vorige per­so­nen ver-roorza­akt door de stomme vraag van de Lu­ce­nay.

« De on­gelukkige » mom­pelde hij... als­dan ging hij Murph vin­den en zegde tot deze;

« Gij ziet wel die jonge blonde man, ni­et­waar? Tra­cht hem te naderen en zeg deze wo­or­den: Gij komt wel laat, mijn engel! »

Murph vol­bracht de taak en Rodolphe zag de kom­man­dant schrikken, waar­door hij niet meer twi­jfe­len kon.

Alzoo was de Prins in het bezit gekomen van een geheim welke hij on­mo­gelijk oplossen kon; van die vrouw welke hij in stilte be­mind had en nog be­minde. Bedroefd daarover en zoek­ende naar een mid­del om de Markiezin te 'red­den, was hij terug naar den win­ter­tuin gewan­deld en had zich in een een­zaam hoekje neergezet, wan­neer het to­e­val hem voor de tweede maal eene af­schuwelijke samen­spraak deed hoor en... Sarah Sey­ton, na het vertrek van de Markiezin had haar broeder Tom opge­zocht.

« Mijn broeder » zegde zij, « wij her­vat­ten ons gesprek. Gij weet dat Charles Robert en de Markiezin elkaar bij mij hebben leeren ken­nen, ni­et­waar? Zij, die in bet diep­ste van haar hart Prins Rodolphe be­minde leverde strijd met zich zelf bij het zicht van Robert. Ein­delijk, meer uit medeli­j­den dan uit liefde, gaf zij hem eene samenkomst waar zij echter niet naar toe ging. Ik gaf hem den raad zijne vraag te hernieuwen en zij be­loofde nog­maals te komen maar weer brak zij haar woord. De laat­ste maal echter kwam zij tot aan de deur maar vertrok... Gij ziet hoe deze vrouw een in­wendige strijd voert. En waarom? Omdat zij nog al­toos in stilte Rodolphe be­mint. Ziedaar waarom ik haar haat!... Maar nu weer heeft zij aan Robert eene samenkomst be­loofd voor mor­gen en ik twi­jfel niet of dit­maal zal zij haar woord houden. »

« Wat zijn uwe plan­nen? »

« Ik wil de Markiezin doen ver­geten, niet alleen door Rodolphe maar ook door haar echtgenoot! »

« En waarom? »

« Daarom, mijn lieve Tom!... Kom, ver­laten wij het bal... In het eerste beste koffiehuis stapt gij bin­nen en schri­jft een brief aan Mi­jn­heer d’Harville dat zijne vrouw mor­gen zich begeeft om lnut naar de rue du Tem­ple, num­mer 17, voor een ren dez-vous. .De markies, welke jalo­er­sch is, zal Clémence ve­rassen en de rest kunt ge be­gri­jpen... » Sarah dacht een oogen­blik na en ging dan verder: « Van den an­deren kant heb ik mij ver­staan met Chou­ette om Fleur-de-Marie te doen verd­wi­j­nen en ik ben over­tu­igd dat wij dit­maal sla­gen zullen. »

Ds an­deren­daags in den mor­gend wan­delde de Markies d’Harviüe in zijne slaap­kamer op en neer. Zijne kamer was in de groot­ste wanorde; men zag overal ge­bro­ken kristal en de meube­len van hunne plaats; men zou zeggen dat er een hevige strijd had plaats gehad.


If)

€ CIN­EMA WERELD »

Mi­jn­heer d’Harville was omtrent 30 jaren oud, hij had zachte maar karak­ter­volle gelaat­strekken. Hij had nog dezelfde kleed­ing aan van den avond tevoren maar zijne on­der­vest hing open, de hals naakt, het hemd gescheurd waarop hier en daar vlekken bloed.

Plots bleeef hij staan, de armen gekruist, de blikken geves­tigd op de marmeren plaat der schouw; hij nam een brief en her­las deze: « Mor­gen om 1 uur begeeft uwe vrouw zich naar de rut du Tem­ple, 17, voor een ren­dez-vous... Volg haar en gij zult u over­tu­igen... Gelukkige echtgenoot...»

Op dit oogen­blik ging de deur open en een oude trouwe kamer­di­en­aar ver­scheen. De Markies draaide het hoofd om zon­der van houd­ing te ve­ran­deren « Wat wilt gij? » vroeg hij ruw.

Deze, in plaats te antwo­or­den, zag met ver­baz­ing naar de wanorde i nde kamer en ver­vol­gens deze van zijn meester.

« Lieve God, mi­jn­heer, gij zijt gek­wetst! Wat is er gebeurd? Waarom hebt gij niet op mij gebeld? »

« Maar mi­jn­heer » antwo­ordde de di­en­aar bevend, « gij hebt aan M. Dou­blet bevel gegeven, om van mor­gend hier te zijn om 10 uren; hij is daar met de no­taris. »

« Gij hebt gelijk » antwo­ordde hij bit­ter. «Wan­neer men rijk is moet men aan de zaken denken...

Is'men reeds bij mijne vrouw ge­weest?... »

« Ik geloof niet dat Mevrouw de Markiezin reeds gebeld heeft. »

« Dat men mij ver­wit­tige wan­neer zij belt. »

« Ja mi­jn­heer. »

« Zeg aan Philippe u te komen helpen. »

« Maar mi­jn­heer, wilt u niet zeggen wat ér dezen nacht gebeurd is? »

« Wan­neer gij be­greept zoudt gij wel schrik- ' ken. »

De kamer werd in orde ge­bracht en nadat de Markies zich wat gek­leed had ging hij naar het kabi­net waar M. Dou­blet met de no­taris wachtte.

« Het is de akte welke men komt te lezen, mijn heer» zegde de in­ten­dant, « zij moet alleen nog maar geteek­end wor­den. »

« Gij hebt ze gelezen, mi­jn­heer Dou­blet? »

« Ja, m'jn­heer de Markies. »

« Dat is vol­doende... ik teeken... »

De Markies teek­ende en de no­taris vertrok.

« Mag ik de heer Markies doen op­merken dat het eene zeldza­amheid is, een inkomen in gron­den te bezit­ten van ongeveer jaar­lijks 750,000 franken! »

« En met een inkomen van 250,000 livres renten... eene jonge schoone vrouw... en een dochtertje dat een cheru­bijn gelijkt... dus, er bli­jft niets meer te ver­lan­gen, ni­et­waar? ».

« Eh, eh, mi­jn­heer de Markies, men kan wen sehen zo­olang mo­gelijk te leven... Heeft mi­jn­heer de Markies niets te bevélen? »

« Niets. »

Nauwelijks had de in­ten­dant de plaats veria ten of M. d’Harville plofte in een zetel neer; de do elle­bo­gen gele­und op de tafel ver­bof g hij het hoofd in zijne han­den; voor de eerste maal weende hij. .

« Mijne eer be­zoedelt door Clemence! » riep hij.

« En de schande zal zich af­teeke­nen op het voorhoofd van mijn dochtertje!... De el­lendige!... Ja, ik weet wel dat het feit­elijk mijne schuld is, maai noet zij mij daar­voor bedriegen?... In plaats van iaat ver­dien ik niet. eer medeli­j­den?... Neen, neen, iloed!... Het bloed van bei­den wil ik!... »

Deze gedachte ver­dubbelde de woede van den larkies. Hij liep naar een wapen­schild en nam wee kleine pis­tolen; hij laadde deze en liet ze in ijne za­kken gli­j­den.

De kamerbe­di­ende Joseph klopte op de deur en kwam zeggen:

« Mi­jn­heer, men kan bij mevrouw de Markiezin bin­nen tre­den. »

« Heeft mevrouw haar ri­j­tuig gevraagd?? »

« Neen, mi­jn­heer de Markies. Zij heeft aan me-juf­fer Julie gezegd dat zij te voet ging. »

« Is er hier in de buurt geene stand­plaats van hu­ur­ri­j­tu­igen? »

« Ja, mi­jn­heer, op den hoek van de rue de Lille. »

« ’t Is goed, Joseph. »

Een- weinig later ging M. d’Harville uit ‘en begaf zich naar de plaats der hu­ur­ri­j­tu­igen.

« Koet­sier, per uur! »

« Goed, burger. Het is half twaalf. Waarheen gaan wij? » —

« Rue de Belle Chasse, op den hoek van de rudf' Saint-Do­minique; plaats uw ri­j­tuig langs den muur van den hof daar en wacht. »

De Markies stapte in, liet de gordi­j­nen za­kken en het ri­j­tuig vertrok in de aangewezen richt­ing. Wel­dra was men ter plaatse en van hier uit kon men gemakke­lijk zien wie het hotel d’Harville bin­nenkwam en ver­liet. Het ren­dez-vous van zijne vrouw was om 1 uur. Hij wachtte. Zijne gedachten wei­den zoozeer door een stroom van gewaar­wordin­gen geleid dat de tijd voor hem voor­bij vloog.

Het sloeg twaalf uren op de klok van Saint-Thomas d’Aquin; do poort van het hotel d’Harville opende zich langzaam en de Markiezin stapte naar buiten. De Markies boog zich tot den koet­sier:

« Gij ziet goed die dame ni­et­waar? Rijdt langzaam en volg haar. Wan­neer zij een ri­j­tuig neemt, volg het ri­j­tuig.

Mevrouw d’Harville ging in­s­gelijks naar de stand­plaats en nam een hu­ur­ri­j­tuig. De twee vo­er­tu­igen kwa­men aan de Quai de l’Hôtel de Ville, de rue Saint-Avoye en ver­vol­gens aan de rue du Tem­ple.

« Burger » zegde de koet­sier, « de dame gaat het huis n° 17 bin­nen. »

« Houdt stil. »

Eenige sec­on­den later ging M. d’Harville het huis bin­nen waarin zijne vrouw hem was vooraf- /"* gegaan. N

Mi­jn­heer en Madame Pipelet, uit nieuws­gierig, heid, ston­den op den drem­pel van hunne loge, wan­neer de Markiezin voor­bij kwam. De trap­pen waren zoo donker dat de jonge vrouw ver­plicht was te vra­gen:

« Mevrouw, waar is de trap als ’t u be­lieft? »

« Een oogen­blik... waar gaat u naar too? »

« Naar M. Charles Robert... »

« Welnu dan, schoone jonge dame, recht voor u uit­gaan naar boven, de ijeur is vlak voor u. »

(Wordt voort­gezet.)

ONZE FILM-STER WED­STRIJD

Uitgedeelde deel­ne­m­ings­bul­leti­jns van

12 tot 18 Jan­u­ari 19 tot 26 Jan­u­ari 27 jan. tot I febr.

To­taal

60.000

75.000

50.000

185.000

Ah (je het noord

aan de deur van een Kinema ziet staant

treedt dan bin­nen en ge zijt zeker een aan­ge­naam oogen­blik door te bren­gen

arcs

Uit­geschreven door Het week­blad TOONEEL­W­ERELD .. Or­ga­nisé par l’heb­do­madaire TOONEEL­W­ERELD ..

STEM­BRIEF —- BUL­LETIN DE VOTE

Aan vlelke bloem geeft U de Ooorkeur?

A quelle fleur don­nez Oous la préférence?

Met ho­eveel stem­men zal de Eerste Bel­gis­che Film­ster gekozen vO­or­den?

AOec com­bien de Ooijc sera élue la première Etoile Cinématographique Belge?

vJelk zal éol­gens U de al­ge­meene rangschikking zijn, hoeéeel stem­men zal elk der acht kan­di­daten bekomen?

Quel sera d'après Vous le classe­ment général, et com­bien de •Ooitc ob­tien­dra chaque con­cur­rente?

Al­ge­meene rangschikking - Classe­ment général AAN­TAL STEM­MEN NOM­BRE DE VOIX

Zie keerz­i­jde - Qoir air -Ocrso


Naam 'Jan den deel­ne­mer .Nom du par­tic­i­pant

Adresse

Duidelijk in­Oullen en zen­den onder moto „FILMWED­STRIID” aan „Tponeelv­Jereld” Post­bus 47 Antwer­pen I of te bestellen op ons bu­reel: Korte Gasthuis­straat, 16, Antwer­pen.

En­voyer dûment rem­pli sous la mo­tion „CON­COURS CINÉMATOGRAPHIQUE ” à „Tooneel-vJereld” Boîte Postale 47 AnOers I ou à remet­tre à nos bu­reau*; Courte rue de l’Hôpital, 16 à Anôer*.